Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 28 van 342

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[9] Dan komen CYRENIUS en CORNELIUS naar Mij toe en zeggen woedend: "Heer, er dreigt gevaar! Nu kunnen wij niet meer op Uw te grote geduld en lankmoedigheid wachten, hier moet ogenblikkelijk gehandeld worden! Binnen uiterlijk tien dagen moet het hele helse broedsel tesamen met Jeruzalem en de tempel van de aarde verdelgd zijn!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] ROBAN zegt: "Maar als ik over U ondervraagd word, wat moet ik dan zeggen?"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] De ANDEREN zeggen tegen Roban: "Maar broeder, waarom bescherm je deze onmens voor zijn zekere ondergang? Hij is immers in onze handen en moet de hemel maar om hulp vragen als wij ons de buitengewone vrijheid veroorloven hem de stenen van Nazareth te laten smaken!" -Toen tegen de overste: "Wij zijn Farizeeën en schriftgeleerden net als jij, en eigenlijk nog meer, want wij stammen af van Levi, terwijl wij weten dat jij je afstamming gekocht hebt, zoals in deze tijd nu al alles inclusief de hemel te koop is! Daarom ben je een indringer in het allerheiligste en een bedrieger van God, en voor zo'n misdrijf moet je met recht gestenigd worden; veel kun je je dus niet meer veroorloven of wij grijpen naar de stenen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Johannes is wel lichamelijk uit de weg geruimd, maar in zijn plaats kwam de bekende Jezus, waar tegenover Johannes zich nauwelijks zo verhoudt als een molshoop tegenover de machtige berg Ararat! Zijn bovenmenselijk zachte en uitermate mensvriendelijke, ondogmatische optreden en gedrag, de grote wijsheid in iedere zin van Zijn spreken, waarvan de puur goddelijke, koesterende en begrijpelijke waarheid geen mens, met slechts een verstand zo groot als een erwt in zijn hart, ook maar een ogenblik laat twijfelen aan de hemelse afkomst -en tenslotte Zijn daden, laten ieder mens zeggen: Zoiets is aan God alleen maar mogelijk!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] ALLEN zeggen: " Als we gek zouden zijn! Dat zullen we wel laten! Wie een pak slaag wil hebben, die moet zelf maar gaan!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] Je zou al heel grondig moeten veranderen, wil je bij ons een goed bestaan op kunnen bouwen! Maar dat schijnt volstrekt onmogelijk voor je te zijn. Want uiterlijk een vriendelijk gezicht zetten, maar innerlijk in het hart een verscheurende wolf zijn, dat gaat bij ons beslist niet, omdat wij allen merkwaardig genoeg zoveel profetische geest bezitten, dat we je precies kunnen zeggen wat jij in jouw door en door slechte hart denkt!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[28] ALLEN zeggen: "Daar zul je heel goed aan doen, en ons allen zal het veel genoegen doen om jou als onze overste te kunnen dienen! Want hier wordt geen bedrog meer gepleegd, geen tempelmest verkocht en niet meer op ossen, koeien, kalveren en schapen in het bedehuis afgedongen, maar ons kleine bedehuis is nog dat wat het moet zijn, en in de synagoge zijn geen wisselaars!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar IK zei: "Vriend, bespaar je de moeite, want je weet, dat niets voor Mij verborgen kan blijven. Ik wil je echter wel zeggen dat jij en Roban jullie zaken heel goed gedaan hebben, want de overste zou anders nog heel wat overhoop gehaald hebben. Maar nu is hij er van overtuigd dat het onzin zou zijn om iets tegen de Romeinen te ondernemen en dus zal hij in ieder geval een poosje rustig blijven. Helemaal vertrouwen mogen jullie hem echter nog lang niet, je moet steeds op je hoede blijven en hem zo gezegd nooit uit het oog verliezen. Ik wil echter jou, omdat jij Mijn ijverigste verdediger was en nog bent, het vermogen geven om zieken door een juist gebed en door de oplegging der handen te genezen, en in je hart de plannen van de nieuwe overste te vernemen en daartegen de juiste middelen aan te wenden, -maar dat moet iedere keer meteen gebeuren, want anders zou het geen uitwerking hebben! De juiste middelen zullen je ook getoond worden. Ontvang daarvoor dan nu Mijn zegen!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[29] In ons kleine bedehuis brandt weliswaar geen vlam boven de een of andere ark, maar deze brandt daarvoor des te meer en waarachtiger levend in onze harten, en dat is God welgevalliger dan alle tempeldienst in Jeruzalem, waarachter geen glimp van waarheid meer gloeit. Aan de tempel wordt vervuld wat God door de mond van de profeet Jesaja gesproken heeft, toen hij zei: 'Zie, dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij!' Het bedrog van Jeruzalem is toch duidelijk zichtbaar! Versieren de priesters niet ieder jaar de vaak onechte graven van de profeten, terwijl deze door hun vaderen zijn gestenigd? En handelen de nu levenden soms anders? 0 nee, zij treden precies in de voetsporen van hun voorvaderen! Zacharias hebben zij tussen het offeraltaar en het allerheiligste gedood, en Herodes heeft Johannes het hoofd van het lichaam laten slaan! Zeg eens, wat voor dienaren van God zijn dat wel? Wij zeggen het je op de man af: Het zijn dienaren van de satan, maar in der eeuwigheid geen dienaren van God! Gelukkig hebben wij hen in onze macht, en dat weten ze goed, daarom laten ze ons mooi met rust!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] De OVERSTE zegt, buiten zich zelf van verbazing: "Dat is werkelijk iets, wat op aarde nog nooit beleefd werd! Dit aanvallige vrouwtje met haar blijmoedige onbedorvenheid van nu en toch al als lijk vier dagen in het graf!? Waarlijk, dat is ongehoord, vooropgesteld dat jullie mij wel de gehele waarheid zeggen, waaraan ik nu niet meer wil twijfelen want deze plaats schijnt van louter wonderen aan elkaar te hangen!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Kortom, deze Jezus is een mens met zulke buitengewone vermogens, dat men naar eer en geweten moet zeggen: Zo'n mens heeft de aarde sinds Adam nog niet als bewoner gehad! Alle elementen gehoorzamen Hem; myriaden geesten staan steeds voor Zijn dienst klaar, en zo heb ik ook van Zijn leerlingen gehoord, dat Hij op Zijn reis van Sichar naar Kana in Galiléa midden op de dag de zon in een oogwenk verduisterd heeft, en haar daarna binnen enkele ogenblikken weer net zo helder als voorheen heeft laten schijnen!
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De OVERSTE zegt: "Vriend, ik houd van je, want zo'n eerlijke ziel als jij, ben ik nog nooit tegengekomen! Werkelijk, je hebt helemaal gelijk! Ik ken deze Jezus nog veel te weinig om mij meteen ten volle bij jouw mening aan te kunnen sluiten. Maar ik denk ook wel: Als de belofte geen totaal lege noot is, die zich in de geschiedenis, zeker sinds David, in ieder geval op deze aarde nog nooit heeft waar gemaakt -want van het eeuwige rijk van David zijn nu de Romeinen een nog zichtbaarder tegenbewijs dan de veertig jaren durende Babylonische gevangenschap -, dan ben ik helemaal niet onwillig om jouw geloof te delen. Maar het gaat er nu alleen maar om, wat jullie over al deze dingen zeggen en wat de priesters en Farizeeën van de andere steden!?"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] CHIWAR zegt: "Wat ik je hier zeg, zeggen wij allen in deze stad; die uit Kapérnaum zullen tengevolge van enige harde lessen, die zij bij verschillende gelegenheden hebben gekregen, daar niet zoveel van afwijken, en wat de overige steden betreft, die laten wij voorlopig met rust en wij laten hen tot een gunstiger moment in hun oude waan!
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar op Zijn dertigste jaar verdween Hij opeens uit Zijn ouderlijk huis en Hij moet Zich enige tijd in de woestenij bij Bethabara aan de kleine Jordaan, waar de beroemde Johannes verblijf hield, hebben opgehouden en Zich door hem hebben laten dopen. Van daar trok Hij vervolgens, zoals Hij nu is, vol Goddelijke kracht het land in, leerde het volk over het Rijk van God, genas alle zieken en dreef bij bezetenen de boze geesten uit. Dat is heel in het kort zo ongeveer Zijn aardse levensgeschiedenis, die ik voor een deel zelf van Hem heb vernomen, maar voor het grootste deel van horen zeggen te weten ben gekomen."
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Geven jullie me daar eens een betere verklaring voor, anders moet ik jullie allen, hoe graag ik je ook mag, heel openlijk zeggen, dat jullie je net als ik geweldig in deze man zouden vergist kunnen hebben, want de almachtige hoeft echt niet voor een Herodes, die er misschien nog helemaal nooit aan gedacht heeft om hem te willen vervolgen, bang te zijn! Want ik, als gunsteling van deze pachtkoning, ken hem beter dan ieder van jullie en weet, dat hij er in deze korte tijd al erg spijt van heeft gehad Johannes gedood te hebben. Want de plotselinge dood van Herodias en haar dochter hebben de pachtkoning zo'n angst aangejaagd, dat hij van zijn leven beslist nooit weer een profeet zal laten doden!
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...