Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 29 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[7] Vraag, o meer dan - meer dan - meer dan heilige Vader, - toch in het vervolg liever niet of ik waar dan ook en wanneer dan ook Uw heilige wil zou willen vervullen, omdat ik ten aanzien van U te zeer het meest pure niets ben, maar geef mij slechts een gebod overeenkomstig mijn bekwaamheid en mijn hoofd zal zich immers altijd buigen voor Uw heilige wil!'
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Daarnaar te oordelen, lieve broeders en vrienden, hebben deze vruchten een onvoorstelbaar hogere oorsprong (fan die welke wij allen reeds al te goed als de gewone kennen.
Hoofdstuk 55: Garbiƫl looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Zie, dit meisje heeft een volkomen juist oordeel over de lauwe minnaar geveld! Maar Ik zeg jullie dat Ik later, nadat jullie door de dood van je lichaam weer van deze aarde thuis zullen komen in het grote rijk van de geest, geen haarbreed anders over jullie en je liefde tot Mij zal oordelen, dan dit meisje over haar lauwe minnaar heeft geoordeeld! Wees daar volkomen van verzekerd!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Het duurde niet lang of de twee afgezanten kwamen weer op de hoogte terug en overeenkomstig de vroegere geheime opdracht van Abedam verschenen zij met tamelijk verstoorde gezichten voor de reeds buitensporig beduchte en nieuwsgierige Adam.
Hoofdstuk 98: Het relaas van de twee boden over de gruwelijke voorvallen in het morgen-gebied door de kinderen van de laagte begaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Daarom moet de ene broeder nooit de andere oordelen, - tenzij Ikzelf daartoe het uitdrukkelijke bevel heb gegeven!
Hoofdstuk 108: De Heer spreekt over de schade die vloek en toorn teweegbrengen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Maar nu, nu Ik je reinigen wil, wat plan ook de enige reden is dat Ik je op al je onvolkomenheden wijs en dat allemaal zichtbaar voor jou en al je kinderen doe om je geheel in staat te stellen het leven uit Mij volledig op te nemen, - nu dus, nu je hoort dat Ik helemaal geen welbehagen vind in het vervloeken en ook niet in het oordelen, maar alleen in de liefde, die het enige is dat leeft, ben je weer boos in je hart en heb je genoeg van het leven!
Hoofdstuk 113: De Heer spreekt vermanende woorden tot Adam, die wanhopig is wegens zijn dwaasheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Pas nu herstelde Enos zich en vroeg in volle ernst: 'O Allerhoogste, had ik, armzalig mens, ooit een betere vraag kunnen vinden dan juist deze, die U mij zo even aanreikte; en daarom vraag ik U dan ook overeenkomstig Uw wil: waarom ben ik eigenlijk hier?
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Zie, hier zijn al enkele hongerigen; die moeten ook van ons brood proeven en hun oordelen ten beste geven, of het hen verzadigt of niet! Is het voldoende voor allen, dan is er geen aanvulling meer nodig; maar is het niet voldoende, dan blijft ons niets anders over dan meer brood aan te voeren of hen de grote algemene broodkamer te tonen en te onthullen! Wat denk je nu: is dat niet juist?'
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Zorg dus voor je hart overeenkomstig Mijn wil, dan zullen jullie eeuwig veilig zijn voor de sluwheid van de vijand!
Hoofdstuk 158: Abba's waarschuwing voor de boosheid en sluwheid van de satan. Satans onmacht. Hoeden jullie je voor jezelf! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Goede man, vriend en broeder, daar ik uit je woorden heb opgemaakt, dat ook jij over een hoge graad van wijsheid beschikt, wil ik nu dan ook overeenkomstig die hoge wijsheid tegenover jou het woord nemen om mijn volle hoogachting en erkenning van jouw hoge wijsheid aan de dag te leggen; wil dan ook met toegewend oor het volgende vernemen:
Hoofdstuk 165: Het drievoudige wezen van Abedam, de hoge, en het wezen van Henoch als werktuig van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Je hebt Abedam en Henoch volkomen waarheidsgetrouw opgevat overeenkomstig de van de stengel gescheiden en vervolgens in het water opengegane bloem van de lelie ten opzichte van de bloem die zich aan de stengel ontplooit. Maar als je het zaad begint te zoeken, waarlijk, dan zul je geen zaad vinden, omdat er geen wortel en geen aarde aanwezig zijn! - Begrijp je dat?
Hoofdstuk 166: Het verschil tussen de schranderheid van het verstand en de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En Kisehel zei tegen hen: 'Luister, hier komt het niet op ons aan; want wij kunnen jullie oordelen noch verlossen, omdat wij alleen maar de voltrekkers van de goddelijke wil zijn!
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En verder spreekt de Heer: Ik wil jullie beschermen zolang als je in Mijn liefde zult blijven; maar wanneer jullie eigenmachtig zonder Mij gaan oordelen, zal Ik Mijn genade terugtrekken en kunnen jullie elkaar met je eigen licht verlichten.
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar naar deze woorden te oordelen kun je toch niet helemaal staat op Hem maken, daarom zal ik zeker het wijste doen en mij van spreken onthouden!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En Mira antwoordde Henoch: 'Ja, lieve vader Henoch, naar jouw steeds ontwijkende woorden te oordelen, zal er tenslotte voor mij niets anders overblijven! Ik heb onderweg ook al gedacht dat bij u de hoogste graad van erbarming wel niet aan te treffen zou zijn! - Als ik maar bij die Man kon komen; die zou mij zeker eerder verhoren dan u!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42