Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9883 resultaten - Pagina 29 van 659

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[22] De gast is nu eindelijk tevreden en de tafeldienaar wil zich verwijderen, maar onze gast schiet juist weer iets te binnen. Daarom zegt hij nog het volgende tegen de tafeldienaar: beste vriend, daar we nu eenmaal al over zoveel van gedachten hebben gewisseld, zou ik je toch nog één ding willen vragen, maar wel helemaal onder ons. Wat zou er met iemand gebeuren, als hij, omdat hij schoon genoeg heeft van het lange zitten, wellicht toch eens zou opstaan en daar over die prachtige velden een kleine wandeling ging maken?
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Maar hier, waar iedere afwisseling in één klap verdwenen is, hier, waar geen nacht meer is, niets te doen, eeuwige lediggang, voortdurend hetzelfde uitzicht, kijk, hier merkt men pas hoe vreselijk vervelend dat is. Daarom vraag ik je, praat jij eens voor ons met Abraham, Isaäk en Jacob, en vraag, of zij ons iets te doen willen geven of, zoals eerder gezegd, ons weer willen laten afdalen naar de lagere streek waar we misschien toch wat te doen kunnen krijgen, want hier houden we het in geen geval uit!
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] En kijk, toen al dacht ik bij mezelf: mijn God en mijn Heer, als het later met de hemel ook zo gesteld is, dan zal deze niet bepaald aan de behoeften van de mens voldoen. Toch dacht ik daarnaast: mocht de hemel ook zo'n eeuwige eentonigheid zijn, dan zal God de gevoelens van een onsterfelijke geest wel zo veranderen dat hem de eeuwige eentonigheid toch een eeuwig onuitsprekelijke zaligheid zal bereiden. Nu heb ik dan de werkelijke hemel geproefd en ik zeg je, het gaat me geen haar beter; integendeel, nog aanzienlijk slechter dan het mij in mijn aardse hemel is vergaan. Wanneer de Heer dat fatale gevoel van verveling, vooral bij het vooruitzicht op de eeuwige eentonigheid niet uit mijn lichaam verwijdert, zou ik werkelijk veel liever voor eeuwig op aarde houthakker willen zijn. Want, beste vriend, ik zeg je nog eens, het idee dat alles wat men hier geniet, zonder de minste afwisseling eeuwig zal duren, is iets verschrikkelijks!
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Zie, het gezelschap komt op de bewuste plaats aan; de welbespraakte aanvoerder als eerste. Nog enkele schreden en hij deinst al terug en schreeuwt: maar in godsnaam, wat is dat nu?! Hier, kont eens kijken, dat is een afgrond die lijnrecht de hel in lijkt te gaan! Nee, als ik onze tafeldienaar weer eens tegenkom, zal ik hem toch eens duidelijk te verstaan geven hoe grondig hij thuis is in deze hemelse geografie. Heeft hij eerder niet gezegd, toen hij aan tafel achter mij de wolkenbodem iets heeft losgewoeld, dat de grond van deze grote tuin overal even stevig is? En nu zien we hier tot onze grootste verbazing deze verschrikkelijke klooft
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Jullie vragen hoe men het dan moet begrijpen dat de Heer zegt, dat de zonde tegen de Vader en de Zoon vergeeflijk is, maar de zonde tegen de Heilige Geest' niet. Dat is toch heel begrijpelijk; wie strijdt tegen de goddelijke liefde wordt door de goddelijke liefde gegrepen en geheeld; wie strijdt tegen de goddelijke wijsheid wordt door de goddelijke wijsheid eender behandeld. Maar zeg zelf eens, als er een dwaas zou zijn die werkelijk tegen de oneindige goddelijke macht en kracht in opstand zou willen komen, wat kan hem anders te wachten staan dan dat de oneindige goddelijke kracht hem eveneens aangrijpt, maar hem dan weg blaast de oneindigheid in, vanwaar hij een hopeloos lange terugweg zal hebben te gaan om mogelijkerwijze weer dichter bij Gods liefde en erbarming te komen.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu eens! De tafelbedienden verwijderen zich en ons gezelschap steekt de koppen bij elkaar. In het geestelijke betekent dat: één van zin worden. Waar hebben ze het nu over? Een beetje geduld maar, dan zullen we het spoedig gewaarworden. Degene die eerst het meest met de tafeldienaar heeft gesproken en eens op aarde een landman was, zal nu spoedig op de voorgrond treden en het hele gezelschap een voorstel doen. Jullie zouden het al graag willen horen, maar ik zeg jullie: in de geest kan dat niet zo plotseling plaatsvinden. Het opnamevermogen van een geest in zijn meest zuivere en volmaakte toestand werkt volgens jullie begrippen weliswaar ongelooflijk snel, maar dat van een meer onvolmaakte geest daarentegen des te moeizamer en langzamer. Jullie vragen: waarom is dat zo? Dat is toch gemakkelijk te begrijpen, omdat de geest niets heeft waarop hij terug kan vallen; zijn enige bezit is slechts zijn innerlijk.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Het is toch zeker beter om met een helder bewustzijn in de hemel te zijn, dan volgens de wat vergezochte mening van onze tafeldienaar in een waarachtige boerenhemel te komen. Zou dit niet de echte hemel zijn, dan kunnen wij daar ook niets aan doen, aangezien ons op aarde nooit een andere werd voorgehouden. En als het er, zoals we op aarde hebben geleerd, hier uitermate rechtvaardig toegaat, wat ook ongetwijfeld het geval zal zijn, dan zou ik wel eens willen weten waarom wij een tijdlang met een valse hemel moeten worden gefopt. We hebben toch altijd in een echte en waarachtige hemel geloofd maar niet in een fop- of schijnhemel. Het zou toch werkelijk infaam van ons zijn als we God ervan zouden verdenken dat Hij ons met deze hemel slechts voor de gek wil houden. Laten we daarom dapper voorwaarts gaan!
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Bekijk liever eens deze echt wondermooie omgeving; werkelijk, deze is me wel duizendmaal liever dan onze vroegere verheven hemel. Hier zou ik wel willen wonen en ergens daar op de bergen zo'n echt gemoedelijke landman worden. Kijk toch eens naar dat weelderige gras, de wondermooie bloemen, die mooie lanen met bomen, die naar het lijkt de edelste soorten vruchten dragen; en dan de kleine beekjes. En kijk eens daar voor ons, hoe deze grote, prachtige vlakte omgeven is door een schitterend gebergte en hoe deze bergen zonder uitzondering gesierd zijn met wondermooie paleisachtige gebouwen. Als mijn ogen me niet bedriegen, dan zie ik op de dichtstbijzijnde bergen ook in het wit geklede levende wezens die voor de paleizen wandelen. Dat bevalt mij goed! Deze omgeving lijkt toch veel meer op een hemel dan die waarin we als eeuwige vraatzuchtige poliepen maar moesten blijven zitten.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Onze woordvoerder zegt: ja lieve vriend, ja, je hebt volkomen gelijk; er ontbreekt mij hier werkelijk niets anders dan alleen mijn boven alles geliefde Christus! Als ik Hem toch eens bij mij kon hebben, dan zou ik mijn hart willen luchten op een manier die men zich nauwelijks kan voorstellen.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Let op, nu gaan ze naar binnen. Laten ook wij meegaan, zodat we er bij dijn als zich zo dadelijk een belangrijk tafereel gaat afspelen. Kijk nu eens naar onze woordvoerder; hij staat met zijn hele gezelschap heel verbluft om zich heen te kijken. Waarom dan? - Jullie kunnen het gemakkelijk raden, omdat onze brave woordvoerder niets meer van het hele paleis ziet, want hij bevindt zich nu aan de zijde van de vermeende tafeldienaar in een grote, tienzuilige tempel. De zuilen bestaan uit louter diamanten, de voetstukken zijn van goud, de kapitelen van doorzichtig goud, het dak van robijnen en de vloer van louter amethisten tegels. Als men vanaf de tempel naar alle richtingen kijkt, ziet men rondom een eindeloos uitgestrekte vlakte, die hier en daar onderbroken wordt door heuvels, die met gelijksoortige tempels versierd zijn. De vlakte zelf is echter overal begroeid met prachtige fruitbomen van allerlei soort. Alles is zo mooi geordend als was het door een heel beroemde tuinarchitect aangelegd.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, nauwelijks heb ik het uitgesproken of we staan alweer vlak bij een klooster. Jullie zeggen: lieve vriend, hoewel het ons verschrikkelijk spijt dat we zo plotseling die prachtige stad Gods moesten verlaten, zouden we, daar we ons nu alweer hier bevinden, toch willen vragen welke orde er in dit klooster thuis hoort. Geliefde vrienden en broeders, hier zullen we eerst een vrouwenklooster leren kennen en wel een van de karmelietessen. Hier zullen jullie heel levendig ervaren hoe het met zo'n klooster gesteld is. Denken jullie van tevoren echter zelf eens na over deze orde, zodat jullie dan des te gemakkelijker inzien in hoeverre deze orde de Heer welgevallig of onwelgevallig is. En zodoende laten we het hierbij voor vandaag.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Zodra zij (de non) in haar cel aankomt, geeft zij de portierster met een belletje het teken om naar haar cel te komen. Wat mag ze haar wel te vertellen hebben? Het gaat hier slechts om het ontbieden van de biechtvader, zodat ze zich nog voor het koorgebed kan zuiveren van de zonde die zij tegenover de overste heeft begaan. De portierster regelt deze zaak meteen en onze non begeeft zich naar beneden naar de biechtstoel, knielt voor het rooster van de biechtstoel en wacht op de biechtvader. Nu gaan wij erheen en zullen eens naar zo'n biecht luisteren. Wat zij zal biechten, weten we, maar wat de biechtvader haar zal antwoorden, weten we nog niet, maar we willen het graag horen.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] We zullen dit vrouwenklooster verlaten en ons wat verderop begeven. Kijk, daar meer tussen middag en avond ligt reeds een klooster dat al op het eerste gezicht als zodanig te herkennen is. Kijk eens naar de pompeuze kerk met zijn twee enorme klokkentorens en aan beide zijden van de kerk het kloostergebouw met nogal kleine vensters. Zoals jullie verder zien, is het gehele klooster met inbegrip van de kerk door een hoge muur omgeven. Jullie willen graag weten welke orde zich daar bevindt. Ik zeg jullie, een van de strengste, namelijk de orde van de zogenaamde ongeschoeide augustijnen.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Maar ik weet dat Christus de Heer aan alle apostelen dezelfde macht heeft verleend. Toen de Heer na Zijn opstanding, volgens een verklaring van Johannes, Petrus eens gelastte Hem te volgen, volgde Hem ook de leerling Johannes. Toen Petrus zich daaraan stoorde, berispte de Heer hem en sprak: `Wat gaat het jou aan als Ik wil dat hij blijft?' Hetgeen zoveel wil zeggen als: dat hij evenals jij Mij volgt. Waarom was dat? Omdat de Heer daardoor zeker heeft willen aantonen dat deze leerling met zo'n gemoedsgesteldheid de Heer, evenals Petrus, onwankelbaar en standvastig mocht volgen. Daarom moest hij, ondanks de tegenwerping van Petrus, met deze instelling de Heer voortdurend blijven volgen.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Wat zal ik nu met jullie doen? Vraag mij wie ik ben, en ik zal jullie antwoorden: ik ben een echte apostel van de Heer en ben naar hier gezonden om jullie in Zijn naam op te wekken. Hoe zal ik jullie echter opwekken als jullie vervuld zijn van het eeuwige gericht? Zodoende vraag ik jullie nog eens: wat willen jullie doen? Spreek, of deze afgrond moge jullie verslinden.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...