Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 29 van 53

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[17] Toen ontstond uit al de eeuwig vele uitgestroomde stralen - luister en begrijp het! - één wezen, één drager van al datgene wat van eeuwigheid uit Mij, de Man en eeuwige Vrouw, ooit in één gevloeid is in de stralen van een wezen, diep geestelijk, eindeloos en eeuwig helder.
Hoofdstuk 27: De door God gewilde beperking van de menselijke kennis. De uiteenzetting van de Heer over het mannelijke en het vrouwelijke in God en mens. De schepping van Lucifer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Jij bent gemaakt uit de kern van de zon, - de vrouw slechts uit de vluchtige stralen van de zon.
Hoofdstuk 29: Muthaëls vraag omtrent de tegenstrijdigheid in het wezen van de vrouw. De uitleg van de Heer over het wezen van de man en het wezen van de vrouw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Zo werkt er ook maar één geest van God in het hart van ieder mens; daarom is ook de in de mens werkende geest van God niet een of andere tweede God, maar slechts één geest die met de oneindige geest van God net zo één is als al die zonnen die uit de ogen van de mensen stralen volkomen één zijn met de hoofdzon waar zij van uitgaan.
Hoofdstuk 57: Lamech beseft zijn dwaasheid, en herkent de Heer in de wijze Spreker. De woorden van de Heer over het wezen van Gods geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar als ik daarmee zou willen zeggen: `Heer, ik heb Uw stralende woorden geheel begrepen!', dan zou ik toch wel voor een veel grotere dwaas worden aangezien dan wanneer ik serieus zou beweren dat een dauwdruppel de hele werkelijke zon in zich heeft opgenomen omdat hij haar met zijn licht kleurig glanzend weerkaatst.
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En zie, het doel van dat dauwdruppeltje zijn deze mensen; pas in hen wordt het in staat gesteld om hogere stralen op te nemen, precies zoals dat nu bij jou het geval is, uit de zon van het eeuwige leven, dat door geen enkele andere reeks van wezens meer opgezogen wordt.
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Het is op zichzelf beschouwd wel hoogst aangenaam en groots om door U, de Schepper Zelf, over Uw grote wonderbaarlijke scheppingen onderricht te worden; maar wanneer U, o Heer, het nog geheel blinde schepsel opeens te zeer in de felle stralen van Uw oneindig machtige, sterkste licht plaatst, dan voelt men maar al te smartelijk het eigen gebrek aan licht.
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Nu trekken de nachtelijke wolken weg in mijn borst, en daar waar zij heentrekken ontmoeten zij machtige stromen van licht, en die lichtstromen nemen de wegtrekkende wolken op, en die opgenomen wolken worden zelf licht en verkrijgen in de stroom vormen, - ja, heel wonderbaarlijk-heerlijke vormen krijgen ze!
Hoofdstuk 71: Lamechs geestelijk schouwen van scheppingsgedachten in zijn innerlijk en de overeenkomst daarvan met de oorsprong van de mensen in God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] O, ik zie nu een overvloed aan lichtende vormen in mij, die onbeschrijfelijk en talloos door elkaar kolken als helder glanzende eendagsvliegen op een mooie zomerse dag wanneer de zon wil ondergaan, of als zij opgaat en de lager gelegen velden voor het eerst met haar allerheerlijkste stralen begroet!
Hoofdstuk 71: Lamechs geestelijk schouwen van scheppingsgedachten in zijn innerlijk en de overeenkomst daarvan met de oorsprong van de mensen in God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Maar bliksems zijn vluchtig en sneeuwvlokken smelten in de stralen van de zon; o zeg, hoe zit het dan met de losse gedachte, met de geest die zich vond in de eindeloze ruimte alsook met een dauwdruppel?
Hoofdstuk 108: Kenans gezang over het wezen van het leven. Adams grove kritiek op dit gezang. Henochs kalmerende woorden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Zo overleed de moeder in de kring van haar kinderen en werd in de geest door Adam, weer verenigd, in zijn geestelijke armen opgenomen en geleid tot de rust in de Heer.
Hoofdstuk 116: De rouw om Adams heengaan. Het stijgende aanzien van Eva. De dood van Eva. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] De reden daarvoor is het volgende: omdat zij helemaal geen eigen leven hebben, en wel omdat zij het al van jongs af hebben leren verkwisten, daar ze door hun dwaze ouders alleen maar door in het vooruitzicht gestelde genoegens tot geringe werkzaamheden zijn aangespoord, waardoor zij dan ook nooit de waarde van het werk, maar alleen de waarde van de verstrooiing in zich hebben opgenomen, met totaal verlies van alle zelfstandigheid en vrijheid en zodoende ook al hun eigen leven!
Hoofdstuk 124: Woorden van de Heer over het wezen van de getrouwen en de ontrouwen. De onverbeterlijkheid van hen die verslaafd zijn aan verstrooiing. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] 'O zon, baad en was je tevoren goed in de zee, in alle meren, stromen, beken en bronnen opdat je vooral niet onrein voor ons opgaat en door je onzuivere stralen het goddelijk aangezicht van hen verontreinigt, wier namen te zuiver, te hemels zijn dan dat wij het zouden wagen die uit te spreken.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wie zoekt, die vindt ook spoedig iets! Zo was dat hier ook het geval. Men richtte een schoonheidsinstituut op voor vrouwen; er werd een groot gebouw gebouwd, waar enkele duizenden meisjes uit de hele stad alsook van het land en uit de tien steden opgenomen werden, als zij maar recht van lijf en leden waren en tussen de twaalf en twintig jaar oud.
Hoofdstuk 129: Het begin van bigamie in Hanoch. De oprichting van een schoonheidsinstituut voor vrouwen. Mensenhandel en standsverschil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] De voorwaarden luiden heel eenvoudig als volgt: wij willen om jullie stad buiten de muur een vruchtenmarkt opzetten, en jullie moeten de levensmiddelen bij ons kopen tegen een redelijke prijs; en duizend mannen van ons moeten in Hanoch aan de zijde van de koning in de raad opgenomen worden en door jullie worden verzorgd.
Hoofdstuk 135: De nederlaag van het leger der Hanochieten. De woorden van de listige leider van de overwinnaars. Koning Uraniëls vredesonderhandelingen. Invoering van de vruchtenmarkt buiten Hanoch. De raad van duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En toen dat enorme project klaar was, en wel na verloop van tien jaar - maar natuurlijk met behulp van enkele miljoenen handen waarbij ook duizenden en duizenden mensen te gronde gingen, deels door honger en deels door mishandelingen en ook niet zelden door het uitbreken van besmettelijke ziekten -, werden onze twee boden door al de duizend heren tegelijk in het bestuurscollege opgenomen en werd hun de opperste leiding van alle bouwzaken overgedragen.
Hoofdstuk 140: De twee zendelingen als metselaars in Hanoch, zij klimmen op tot adviseurs van de duizend raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...