Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 29 van 2030

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[8] Dan weer vroegen ze Mij, waarom Ik niet liever in de stad zou gaan wonen, want bij grote daden behoorde toch een wereldstad en niet een achterlijk dorpje, dat wel in de nabijheid van die grote stad lag, maar waarvoor niemand aandacht had.
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daarop zei Ik dan: 'Ik wil niet in een plaats wonen, waar voor de poorten van de opgeblazen bewoners lansknechten op wacht staan, die alleen de prachtig uitgedosten binnenlaten en de armen genadeloos afwijzen, en waar men, als men een vreemd gezicht heeft of niet schitterend genoeg gekleed is, in iedere straat minstens zeven keer aangehouden en gevraagd wordt naar naam, herkomst en reden van aanwezigheid. Daarbij houd Ik alleen maar van wat voor de wereld klein is en door haar veracht wordt, want er staat geschreven: 'Wat voor de wereld groot is, is voor God een gruwel!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] En ze vroegen daarop: 'Is de tempel, waarin Jehova woont, niet groot en heerlijk?' - Ik antwoordde: 'Daar zou Hij moeten wonen; maar omdat jullie de tempel ontheiligd hebben, verliet Hij de tempel en woont er niet meer, en de ark van Mozes is leeg en dood!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De nachtelijke bezoekers zeggen: 'Wat is dat voor goddeloos geklets? Weet u dan niet wat God tegen David en Salomo gezegd heeft? Kan datgene wat God gezegd heeft ooit onwaarachtig zijn? Wie bent u dan, dat u de moed hebt zulke woorden tegen ons te zeggen?!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Sommigen begonnen toen te morren, anderen zeiden echter: 'Dat is kennelijk een profeet, en die waren altijd al niet te spreken over de tempel! Laat hem maar! En zo vertrokken deze slaapwandelaars weer.
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot hem: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien'. Joh. 3:3) Op deze vraag van Nicodémus antwoordde Ik net zo kort als het vers dat aangeeft, namelijk: 'Waarlijk, waarlijk zeg Ik u: Tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien en nog minder binnengaan!', wat zoveel wil zeggen als: ' Als u uw geest niet volgens de wegen, die Ik u met Mijn leer en daad aangeef, opwekt, kunt u het goddelijk levende van Mijn woord beslist niet herkennen, Iaat staan in de leven gevende diepte daarvan binnengaan!'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De overigens rechtschapen Nicodémus begreep dit antwoord van Mij niet, zoals uit het vervolg blijken zal. Het goddelijk levende van Mijn woord is absoluut niet te begrijpen als iemands geest niet tot leven gewekt is, en daarvan geeft Nicodémus duidelijk het bewijs in het volgende vers, waar hij, totaal verbluft door Mijn gezegde, vraagt:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar geloof me geachte Meester, het is mij ernst met het komende Rijk van God. Als U daarom iets naders weet, zeg het mij dan op een manier, die ik begrijpen kan! Praat over het hemelse met hemelse en over het aardse met aardse woorden, maar in begrijpelijke beelden, anders heeft Uw uitleg nog minder nut dan het Oudegyptische vogelschrift, dat ik niet lezen en nog minder begrijpen kan. Mijn berekeningen geven maar al te duidelijk aan, dat het Rijk Gods er al moet zijn, alleen weet ik nog niet waar en hoe men er in komt en er in wordt opgenomen. Deze vraag zou ik door U in begrijpelijke en heldere taal beantwoord willen zien.'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' Joh.3:5) Op deze herhaalde vraag gaf Ik Nicodémus weer precies het antwoord, zoals dat in het bovenstaande vers 5 staat; dit antwoord verschilt met het voorgaande, want hier wordt nauwkeuriger aangegeven, waaruit men eigenlijk wedergeboren moet worden om in het Rijk van God te komen, namelijk uit het water en uit de geest, wat zoveel wil zeggen als:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Nicodémus zei tot Hem" 'Hoe kan een mens dan nog een keer geboren worden, als hij oud is? Kan hij weer in het lichaam van zijn moeder gaan en daaruit nogmaals geboren worden?' Joh. 3:4) 'Maar geachte Meester, wat zegt U nu toch voor vreemde dingen? Hoe in 's hemelsnaam kan een mens nogmaals geboren worden'? Kan een mens, die groot, oud en stram is geworden, door het enge poortje in het lichaam van zijn moeder gaan en op deze wijze dan van daaruit voor de tweede maal geboren worden'?! Kom, kom, geachte Meester, dat is totaalonmogelijk! U weet niets van het komende Rijk van God, of op z'n minst niet het ware, of U weet het wel en wilt het mij niet zeggen uit angst, dat ik U Iaat oppakken en in de gevangenis werpen. 0, daarover behoeft U Zich geen zorgen te maken, want ik heb nog nooit iemand van zijn vrijheid beroofd, tenzij het een moordenaar of een grote dief was. -U bent echter een groot weldoener van de arme mensheid en U heeft bijna alle zieken van Jeruzalem genezen, een wonder van de kracht van God in U; hoe zou ik me dan aan U kunnen vergrijpen?!
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar zo'n verklaring gaf Ik niet aan Nicodémus, omdat dat nog verder buiten zijn gezichtsveld lag dan het korte versluierde beginsel zelf. Daarom vroeg hij Mij ook nogmaals, wat dat betekende.
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de geest geboren is, is geest. Joh. 3:6) Ik gaf hem ten antwoord, wat in het bovenstaande vers 6 geschreven staat, namelijk: 'Verwondert u er niet over, dat Ik zo tegen u spreek! Want zie, wat uit het vlees komt is ook vlees, ofwel dode materie ofwel buitenste omhulling van het leven; wat echter uit de geest komt, dat is ook geest ofwel het eeuwige leven en de waarheid zelf!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Nicodémus begrijpt er nog niets van. Hij haalt zijn schouders op en verbaast zich steeds meer, niet zozeer over het onderwerp, als wel over het feit dat hij, als zeer wijze Farizeeër die toch de Schrift op zijn duimpje kent, niet in staat is om de zin van wat Ik gezegd had te begrijpen; want hij was erg overtuigd van zijn eigen wijsheid en was ook vanwege zijn grote wijsheid tot overste van de Joden gekozen.
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] ('Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden.' Joh. 3:7) Ik zeg tegen hem: 'Ik heb u al gezegd, dat u zich niet zo verwonderen moet omdat Ik tegen u zei: U moet allen opnieuw geboren worden!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] ('De wind waait waarheen hij wil, en u hoort wel zijn suizen, maar u weet niet waar hij vandaan komt geboren is en waar hij heengaat. Zo is ieder die uit de geest geboren is. Joh. 3:8) Want zie de wind waait waar hij wil, en u hoort het suizen, maar u weet ondanks dat niet, waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Zo gaat het nu ook als u met iemand spreekt, die uit de geest komt. U ziet en hoort hem wel, maar omdat hij op zijn geestelijke manier met u spreekt, begrijpt en verstaat u het niet en ook niet waar, wat hij zegt, vandaan komt, en wat hij daarmee bedoelt. Maar omdat u een rechtschapen wijze bent, zal het u op het juiste moment gegeven worden om die dingen in u op te nemen en te begrijpen.
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...