Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 29 van 884

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[2] O Heer! U zult een grote massa van Uw eeuwige lichtgeest over ons moeten uitstorten, voor wij begrijpen wat U ons tot nu toe allemaal hebt geopenbaard! Ik dank U voor Uw zo grote genade, die U ons nu bewijst; maar toch zie ik ook in dat wij niet in staat zullen zijn om al die grote geheimen, die U ons al uit de natuurlijke wereld hebt geopenbaard en daarnaast die nog grotere uit het geestelijke rijk ook aan onze leerlingen door te geven.'
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen hij met zijn begeleiders echter verder naar Indië wilde reizen, gaf de koning hem een veilig geleide tot aan de grenzen van zijn rijk, en zo was deze apostel een van de eerste getuigen van Mij bij deze koning; hij wilde in de stad, die destijds nog Babylon heette - hoewel het oude Babylon als een grote puinhoop tamelijk ver van deze stad lag - bekeringen maken onder de heidenen, die voor het merendeel dienaren van Baal waren.
Hoofdstuk 161: Het verbreiden van de leer van de Heer in Babylon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] De opperstadsrechter zei: 'Och, grote Heer en Meester, als ik alles zou willen bekritiseren wat ik op de beste rechtsgronden bij de inrichting van deze wereld absoluut niet rechtvaardig en billijk kan vinden, zou ik een heel jaar nodig hebben! Maar als vriend van het recht wil ik het heel kort houden en slechts enkele hoofdzaken noemen; al het overige kan men zich dan zelf wel voorstellen.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Mijn beste grote Heer en Meester, dat is het voornaamste argument, op grond waarvan ik iedere andere reden van de scheppende natuur om te scheppen en voort te brengen in gelijke mate verwerpelijk en volslagen onwijs moet verklaren, en uiteindelijk moet ik nog die mensen loven, die zich in een zeer duister bijgeloof in slaap hebben laten sussen; want daarin vinden zij een zalige reden voor vergelding van al het bittere lijden, dat ze op deze wereld hebben doorstaan.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik ben nu naar aardse tijdrekening toch al een zodanige tijd aan gene zijde, dat men toch wel iets bijzonders kan zien en ervaren; maar tot nu toe heb ik nog niets gezien wat enigszins overeenkomt met wat men in deze wereld over de wereld aan gene zijde geloofd, gedacht en verzonnen heeft. Ik heb de rivier de Styx gezocht en de schipper Charon, en heb geen van beide gevonden. Ik heb ook wel een poosje een dodelijke angst gehad voor een furie of voor de drie onverbiddelijke rechters Minos, Aeacus en Rhadamanthys alleen, niets van dat al! Ik heb het Elysium willen zoeken, ben wijd en zijd als het ware door een grote zandwoestijn rondgelopen, en zie, er was ook geen Elysium te vinden - kortom, ik zag en vond niets en niemand, behalve mijzelf en de zeer losse bodem waar ik mij op bevond.
Hoofdstuk 174: Belevenissen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De liefde van de grote Geest, Zijn buitengewoon heldere lichtgedachten, Zijn almachtige wil en Zijn grote barmhartigheid zijn de oerelementen waaruit Hij zulke wonderbaarlijke oorden vorm geeft en ook in stand houdt, zolang Hij wil. In deze wereld zie je dus niets anders dan zo'n oord, dat vanuit de grote Geest in een bepaalde orde tot bestaan werd gebracht; voorjouw ziel blijft het echter alleen maar zichtbaar als iets bestaands, zolang jouw ziel nog met materie omhuld is.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] In de grote wereld aan gene zijde bevinden zich reeds talloze betere Joodse en heidense geesten zoals jouw vader; als Ik binnenkort naar Mijn eeuwige oer-zijn terugkeer, zal ook aan al die betere heidenen en Joden aan gene zijde de juiste weg naar het volmaakte, eeuwige leven getoond worden. Alle slechte zielen zullen echter ook altijd de vrijheid hebben om hun leven te beteren en de weg van het licht op te gaan of in hun kwaad te blijven en zich daardoor eeuwig te laten kwellen; want in wat zijzelf willen, overkomt hun geen onrecht.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Tenslotte zei Ik: 'Ja, jullie hebben gelijk, maar binnenkort zal het er in dit land heel anders uitzien! Enkelen van jullie en jullie kinderen zullen aan den lijve ervaren dat dit aardse paradijs van de joden tot een woestijn gemaakt zal worden; want omdat dit volk de tijd van zijn grote beproeving niet heeft herkend en ook niet heeft willen herkennen, zal er na de grote tijd van genade weldra een andere tijd van gericht komen, en vele joden zullen verjaagd en de hele wereld in gedreven worden, en velen zullen ook naar jullie in deze zestig oude steden vluchten.
Hoofdstuk 197: Over het opstijgen en neerdalen van engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Maar als de joden nu geleidelijk aan steeds opstandiger worden en de priesters van de joden de wetten van Rome steeds meer als godslasterlijk gaan aanduiden en de betere joden verdoemen omdat zij vrienden van de Romeinen zijn, dan zullen de Romeinen weer opstaan en met grote macht dit rijk binnendringen en het zozeer verwoesten, dat er geen steen ongebroken op de andere zal blijven. Daarna zullen de joden zelf over de hele wereld uiteen gedreven worden, en dan zal ook gebeuren wat Ik jullie al van tevoren heb gezegd, namelijk dat de joden moeten bidden dat de tijd van hun vlucht niet in de winter en ook niet op een sabbat plaatsvindt; want dan zou het hun nog slechter vergaan dan in een ander jaargetijde of op een werkdag. Bijzonder zwaar zal die vlucht voor de zwangere vrouwen worden.
Hoofdstuk 215: De juiste toepassing van het gebod van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Jullie zullen op deze wereld dus nog heel veel niet feestelijk geklede gasten tegenkomen en heel veelonkruid tussen de zuivere tarwe zien opgroeien; maar maak je daar niet al te druk om en laat alles rijpen -en wacht af, totdat de grote Gastheer Zelf komt! Dan zal tegelijk met Hem ook de juiste tijd van scheiding komen, en iedereen zal het loon ontvangen waar zijn goede of slechte liefde naar gestreefd heeft.Want in Mijn huis zijn weliswaar heel veel zaligmakende woningen, maar daarnaast ook heel veel kerkers, en degenen die aan Mijn vele kerkers de voorkeur geven boven de zaligmakende woningen en ernaar streven die te bewonen, zullen ook krijgen wat ze wensen; wij zullen hen daar nooit ofte nimmer door wat voor macht ook uittrekken en door hen onze zuivere hemelse woningen verontreinigen. Als ze echter iets beters voor zichzelf bedenken, dan zullen hun wat dat betreft ook geen grenzen gesteld worden. - Begrijpen jullie dat nu allemaal?'
Hoofdstuk 218: De gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Want in ieder mens ligt ten eerste reeds een innerlijke drang om Diegene te zoeken die de wereld en alles wat daarop is heeft geschapen, omdat zo iemand wel inziet dat de Schepper van al die grote dingen uiterst wijs, uiterst machtig en uiterst goed moet zijn, en dat een mens die Hem aldus herkent, Hem wel boven alles moet achten en liefhebben en dan ook zijn medemensen, die voor hem een even wonderbaar werk Gods zijn, evenzeer moet achten en liefhebben als zichzelf. Dat zijn twee wiskundige waarheden, waartegen niemand enige twijfel kan inbrengen. En dan komt ten tweede het feit dat de mens die helder begrijpt dat Gods macht en wijsheid al die dingen heeft geschapen, daarna ook moet inzien dat God dergelijke wonderen niet tot bestaan heeft geroepen om alleen van vandaag op morgen, als het ware als tijdverdrijf van de Schepper te bestaan, maar dat zelfs het kleinste van Zijn werken voor eeuwig een steeds hogere bestemming in zich draagt.
Hoofdstuk 220: Over het doen van wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De opperstadsrechter zei: 'O Heer en Meester -buitengewoon, ik zou zelfs willen zeggen: duizendmaal meer dan volkomen tevreden, en er rest mij en de anderen niets anders dan U tot het einde van ons aardse leven uit het diepst van ons hart te danken. U, o Heer en Meester - U hebt door deze genade die U ons hebt bewezen in ons hart een tempel voor Uzelf gebouwd, die geen macht ter wereld ooit weer zal kunnen verwoesten; behoed echter ook deze tempel van U voor al te grote stormen van verleiding!'
Hoofdstuk 222: Noodrijpe en volledig rijpe zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Daarop zei de waard: 'Uit uw woorden, wonderbaarlijke meester, waait een bijzondere geest, en ik heb de indruk dat u veel meer bent dan zomaar een profeet van het Joodse volk, over wie ik ook al veel grote dingen heb gelezen! Ook deze profeten deden meer of minder wonderen; maar van het soort zoals u die hebt gedaan heb ik nog nooit iets gehoord. Ook hadden zij uw woord niet, want zoals u spreekt, heeft niet een van hen gesproken. De twee grootsten van de oude Joodse profeten waren ontegenzeglijk Mozes en Elia. Vanuit de geest Gods die in hen was, brachten ze een grote leer onder de mensen in deze wereld en deden ook tekenen die groot waren; maar bij u vergeleken lijken zij toch alleen maar hele kleine mensen,.die hun medemensen hebben gegeven wat ze zelf hadden ontvangen.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De Farizeeër zei: 'Wij hebben uw wijze woorden gehoord, meester, en daaraan gemerkt dat u niet zo blind kunt zijn als er toch velen zijn van degenen die wij kennen en die ons ook over de daden van die Jezus van Nazareth hebben verteld.Wij kennen hen als heel lichtgelovig en kunnen een getuigenis van hen dus nog niet aanvaarden. Maar heel anders is het bij een man die zoals u door zijn woorden bewijst dat hij veel heeft gezien en zich een grote kennis van de wereld eigen gemaakt moet hebben. En nu herhalen wij ook ons verzoek: wees zo vriendelijk om ons onverholen uw mening over die Galileeër te zeggen!
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Pas aan gene zijde treedt hij een nieuwe wereld binnen, die hem de wonderen Gods en het heelal steeds meer onthult, waar hij met zijn geestelijk oog ziet en niet met zijn zwakke lichamelijke ogen, die hem de materiële wereld tonen. Bij het aanschouwen van de grote wonderwerken ziet hij nu echter in, dat de echte zaligheid alleen gelegen is in werkzaamheid, en dat God Zelf het meest werkzame Wezen is. Al naargelang zijn vooruitgang kan hem dan ook een passend werkterrein worden gegeven, dat hij met grote ijver behartigt; en in die bezigheden en bij het zien van zijn nuttige werk zal hij de ware vreugde en hoogste zaligheid genieten.
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...