Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1548 resultaten - Pagina 29 van 104

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[10] De man en ook zijn vrouw bedankten de mannen en maakten zich reisvaardig. Hij sloot zijn kleine behuizing af en ging met de mannen mee, wat bij hen in goede aarde viel. Onderweg kwamen zij echter een aantal Farizeeën tegen, waaronder er één was die de vrouwen ook de man meteen duidelijk herkenden als de vreemdeling die in Romeinse kledij die ochtend de mooie jonge vrouw voor geld tot echtbreekster maakte. De twee zeiden dat tegen de mannen die hen begeleidden.
Hoofdstuk 201: De ontmaskering van de verleider van de echtbreekster - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom moet een mens aanvankelijk alleen maar door allerlei verschijnselen in de stoffelijke wereld, en vervolgens zelfs door dromen en door kleine innerlijke duwtjes, zover gebracht worden dat hij over alle verschijnselen en waarnemingen begint na te denken, -en dat geldt niet meteen voor ieder mens, maar alleen voor degene, die heel in 't geheim door God daarvoor bestemd is. De anderen horen het later pas van zo'n gewekt mens, gaan dan ook overal op letten en denken erover na.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Waarlijk, U bent een God! Want als U slechts mens was zoals ik, zou U nooit zo wijs kunnen spreken. Uw wonderen van gisteren krijgen pas door deze woorden van U, alsook door die van vandaag in de tempel, de volledige bevestiging dat zij waarheid zijn. Veel hebben wij al over U in Rome horen vertellen; maar al die verhalen zijn toch niets vergeleken bij deze werkelijkheid. Maar nu eten en drinken wij weer; want het gehoorde is eindeloos verheven en diepzinnig, en wij moeten het eerst behoorlijk begrijpen om daarna in staat te zijn iets meer van Uw genade en liefde te horen. Want U spreekt niet zoals een gewoon verstandig mens spreekt over een kunstzinnig en schitterend gebouw, maar U spreekt als een bouwmeester die het gebouw vanaf de grond heeft opgebouwd. En daarom moet je je bij wat U zegt goed inspannen en het behoorlijk van punt tot punt in je opnemen en begrijpen, als je daaruit voor je leven het ware nut wilt halen. Daarom houden we nu een kleine pauze; wat brood en wijn zal het ons makkelijker maken om tot dieper inzicht te komen!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Ik weet maar al te goed dat onze hele Mozes en alle andere grote en kleine profeten niets anders zijn dan beelden uit de fantasie van vele oude priesters, en dat geen enkel woord waar is over een mogelijke godheid heidens of joods -; maar de dweepzieke mensen hebben nu eenmaal in hun nietszeggende fantasie een god uitgedacht, en ons daarmee voor de lichtgelovige volksmenigte een erfenis nagelaten, en wij dwazen cultiveren en houden deze oermenselijke onzin in stand zolang het gaat. Als dit systeem van ons eenmaal aan het wankelen raakt, delven wij het onderspit, -wat mij nu reeds maar al te duidelijk is.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] DE FARIZEEËR zei: 'ja, ja, daar heb ik veel over gehoord, en het zal wel precies zo zijn als jij mij nu hebt beschreven; maar die tempel is verschrikkelijk oud, en wie kan zeggen wie de volkeren waren die die tempel gemaakt hebben? Hun tekens zijn voor ons onleesbaar, en wie kan precies raden wat zij betekenen?! Ze lijken niet in het minst op ons schrift, en zodoende zijn zij dood voor ons. jullie schrijven van links naar rechts, en wij omgekeerd, en daarom kunnen jullie het oerschrift van Egypte ook gemakkelijker lezen dan wij, omdat men zegt dat ook de oude Egyptenaren van links naar rechts geschreven moeten hebben. Wij schrijven omgekeerd en kunnen daarom dat oude schrift echt niet meer ontcijferen. Wat kunnen die drie hallen en die vreemde grote en kleine beeldhouwwerken in de eerste twee hallen betekenen, en wat tenslotte de derde hal met die bepaalde inscripties, die wij Joden niet kunnen lezen?'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE FARIZEEËR die buitengewoon verbaasd was, zei: 'Heer en Meester, nu pas besef ik dat U vol van de goddelijke geest moet zijn; want over zulke dingen kan alleen maar God de mens een waar en volledig uitsluitsel geven! Wat is daarbij vergeleken het verstand van de grootste wijze van deze aarde, dat hij zich door enige ervaring en beschouwing van de uiterlijke vormen der dingen heeft eigen gemaakt?! Wat is de kleine beperkte mens tegenover God?! Daarom kan de mens uit zichzelf God ook nooit doorgronden en evenmin Zijn eeuwige heerschappij, zijn werkzaamheid en scheppingskracht!
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Jullie allen is op deze aarde slechts iets gerings toevertrouwd; maar wie in dit kleine getrouw is, zal eens over iets groots gesteld worden. Maar Ik zeg jullie ook, dat niemand God en de mammon tegelijkertijd kan dienen; noch de een en noch minder de ander is tevreden met een halve dienst. Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] De oude man zei: 'Hooggeëerde vriend en heer! Wij, arme dagloners, komen per jaar hoogstens tien keer in de tempel; daar brengen wij ons kleine offer en luisteren naar de een of andere prediking, die wij niet begrijpen. Als er al ergens iets nieuws en buitengewoons plaats vindt, dan horen wij daar in onze afzondering maar heel weinig of helemaal niets van.
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Nu goed, ga jij met Mijn dienaar naar buiten, dan zal hij buiten alles wel zo voor je inrichten dat daar alle gasten die nog komen royaal ondergebracht kunnen worden! Maar laat de jongeren naar de kleine zaal gaan, zodat zij niet te veel blootgesteld worden aan de nieuwsgierige en geile blikken van de vreemdelingen!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Toen werd de jonge jodin een beetje verlegen, maar na een kleine pauze zei zij toch: 'Ja, ja, je hebt volledig de waarheid gesproken, maar wat helpt me dat nu nog? Die goede kleren waren immers ook alleen maar een geschenk van een rijke bloedverwant, die jammer genoeg is gestorven en die ons later geen verdere ondersteuning heeft kunnen doen toekomen. De kleren die hij mij nog tijdens zijn leven geschonken heeft, waren ook het hele erfdeel dat ons toeviel; al het andere erfden zijn drie zonen, die echter zeer harde mensen zijn en naar armen niet meer om willen kijken.
Hoofdstuk 24: Rafaël kleedt de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Dat er achter Hem iets heel buitengewoons schuilgaat, kun je je wel voorstellen, maar waaruit dat buitengewone bestaat, dat zul je snel en gemakkelijk merendeels vanzelf ontdekken als je maar, zoals ik je heb aangeraden, goed op alles let wat Hij zal zeggen en doen. Ik heb je immers al in het begin op dit vaatwerk op onze tafel gewezen, dat Hij enkel door Zijn wil in zekere zin heeft geschapen. Verder was je er nu ook getuige van dat Hij tijdens de uitleg van Zijn wonderen die beide gouden bekers, die nu nog voor Hem staan, uit de lucht deed ontstaan; ze zijn volkomen gelijk aan de bekers die onze gastheer Lazarus binnenbracht, waarbij hij vertelde hoe die jongeman, die nu aan die kleine tafel met Lazarus eet en drinkt, deze net zo wonderbaarlijk uit de lucht deed ontstaan als die verheven man dat hierbinnen deed. Nu je dat allemaal gehoord en gezien hebt, moest je, evenals je ouders en je broer, al wat meer licht over die verheven man krijgen, die zo uiterst wijs kan spreken en zulke buitengewone daden tot stand kan brengen. ,
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De dochter zei: 'Ik ben niet weerbarstig en al helemaal niet ijdel, maar ik richt mij naar hetgeen deze verheven man en grote meester ons leert en ik ben hem van ganser harte dankbaar voor de overgrote weldaden die hij ons heeft bewezen. Wat kan ik en wat kunnen wij allen nog meer doen? Maar ik wil ook niet onwillig zijn om deze verheven meester als een ware Messias en Heiland van de mensen te beschouwen, want dat was immers in zekere zin iedere grote en onder bepaalde omstandigheden ook iedere kleine profeet, omdat hij de mensen die in de algehele nacht van het leve? verzonken waren, weer het licht der levenswaarheden bracht en hen Uit het slijk der zinnelijkheid weer naar een zuiverder geestelijk en waarachtig leven verhief. En dat doet, zoals ik dat nu heel goed bemerk, ook deze man, die vol heerlijkheid en vol waarachtig goddelijke kracht en macht is en daarom is hij dan ook beslist een ware Messias voor de mensen die zich door hem laten onderwijzen.
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Pas daarna wendde Ik Mij weer tot Helias en zei tegen haar: 'Luister nu, mooie Helias! Je hebt daarnet gezegd dat Ik als groot profeet net zo goed een Messias zou kunnen zijn en ook ben, als iedere andere grote en ook kleine profeet, want volgens jouw oordeel, dat beslist de moeite waard is, is in zekere zin ieder mens een Messias en heiland van de mensen, die hen door het licht van de volle waarheid bevrijdt uit het duistere slijk van leugen, bedrog en van licht verstoken bijgeloof. En omdat Ik dat nu juist doe, ben Ik ook waarachtig een Messias van de mensen die Mij horen en Mijn leer toepassen. Dat is een heel goed oordeel van jou, een jonge jodin, die door een oude en eerlijke rabbi goed werd onderricht. Alleen wat je geloof aan één God betreft blijf je - en dat volledig terecht - bij de oude God van Abraham, Isaak en Jacob.
Hoofdstuk 27: De verwijzing van de Heer naar Messiaanse voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen wij al gauw weer in goede orde in de zaal aan onze tafels zaten en Lazarus en Nikodemus naast Mij plaatsnamen, werd er aan alle tafels overvloedig wijn en brood gebracht en Ik raadde allen aan een kleine versterking tot zich te nemen. Allen namen nu brood en wijn en aten en dronken welgemoed.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Ja, bij de mensen zagen we zelfs hun gedachten, die eerst als kleine beeldjes in hun hart zichtbaar werden. Wanneer die net als een muggenzwerm naar hun hoofd opstegen, werden ze lichter en meer gevormd, daalden vervolgens weer naar het hart terug, werden daar groter en duidelijker en traden dan weldra buiten de sfeer van die mens, werden groter en groter en vormden een echte wereld om hem heen. Maar bij de dieren was daarvan niets te ontdekken.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...