Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22474 resultaten - Pagina 29 van 1499

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[4] Met de wet ligt dat anders. Of die nu goed of absoluut slecht is, ik moet gehoorzamen omdat het een wet is. Gehoorzaam ik niet, bijvoorbeeld omdat ik het slecht vind, dan zondig ik tegen God of tegen het staatshoofd, en allebei zullen ze mij straffen! Daaruit blijkt duidelijk, dat ik het mogelijke goede uit de wet nooit uit liefde doe, maar alleen vanwege de mij steeds met innerlijke afkeer vervullende dwang van de wet. Maar nu ik deze heerlijke hemelse wijn gedronken heb, zie ik overal liefde en zou ik de hele aarde willen omarmen en zoenen!
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bovendien zie ik ook dezelfde uitwerking bij allen, die deze echte hemelse wijn gedronken hebben. Daarom zou ik zelf een grote wijngaard vol met zulke wijnstokken willen verbouwen en dan alle mensen van de wijn daarvan laten drinken, en dan zouden ze net als ik beslist heel snel van liefde vervuld worden! Als ik dus zulke wijnstokken zou kunnen krijgen, dan zou ik de gelukkigste mens op Gods lieve en mooie aarde zijn!'
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Druiven, die je net zo'n sap zullen geven, kan Ik je wel bezorgen, maar daarmee krijg je bij de mensen toch niet de gewenste uitwerking. Want deze wijn versterkt de liefde wel, als deze zich reeds in de mens bevindt; heeft een mens echter geen liefde maar alleen het boze in zijn hart, dan wordt dat boze net zo in hem versterkt als de liefde nu in jou versterkt werd, en hij verandert in een volkomen duivel en zal met evenveel enthousiasme het boze gaan stimuleren als jij nu het goede wilt gaan bevorderen.
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Iedereen eet en drinkt nu, en zelfs Jaïruth begint diep in gedachten te eten en daarbij ook flink wat te drinken. Wanneer hij door de hemelse liefdewijn helemaal vervuld wordt van de liefde, zegt hij tegen Mij: 'Heer, Ik kreeg net een heerlijke gedachte! Ik zou graag, als dat mogelijk is, wijnstokken willen hebben van zo'n soort, dat ik uit de druiven daarvan een wijn als deze zou kunnen persen! Want als ik zo'n wijn in mijn kelders heb, dan vul ik de hele wereld met niets anders dan de opperste liefde! Ik heb het nu aan den lijve ondervonden. Ik ben weliswaar ook maar een mens die een zekere voorliefde heeft voor alles wat goed, juist en mooi is, maar ik kan niet zeggen, dat ik ooit ook maar iets van een speciale liefde voor de mensen in mij gevoeld heb.
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarom moet men bij dit sap heel goed opletten wie men ervan Iaat genieten! Maar Ik wil je toch wel een wijnberg met zulke wijnstokken schenken, als je er maar op Iet wien je dit sap te drinken geeft! De versterkte liefde kan wel veel goeds verrichten; maar het is beter wanneer de liefde door Gods woord versterkt wordt omdat ze dan blijft, terwijl ze bij het genieten van deze drank maar tijdelijk is, en dan weer vervluchtigt zoals dit sap zelf. Let daar ook goed op, anders veroorzaakje iets slechts inplaats van iets goeds!'
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Het maakt me niets uit; je krijgt wat je hebben wilt! Maar Ik zeg je: In meer of mindere mate heeft iedere wijnsoort, die op aarde verbouwd wordt, deze zelfde eigenschap. Laat maar eens verschillende mensen van je eigen verbouwde wijnen ongeveer net zoveel drinken, als jij nu van Mijn zuivere hemelse wijn gedronken hebt, en dan zul je zien, dat een deel vervuld wordt met liefde, en een ander deel zo agressief wordt, dat je ze met touwen moet laten binden! Als de aardse wijn al zo'n uitwerking heeft, dan heeft de hemelse wijn dat in nog veel sterkere mate!'
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Jaïruth zegt: 'Heer, als dat wat ik al enige malen door ernstig zelfonderzoek geconstateerd heb, waar is, dan lijkt het mij het beste om tenslotte alle wijnbouw op te geven en het genot daarvan in mijn huis helemaal af te schaffen. Volgens Uw mening, die ik heel juist en goed vind, kan de ware liefde ook door het ware woord, en dan met blijvend resultaat, opgewekt worden, en het boze moet daarbij zo ver mogelijk op de achtergrond blijven. Als dat zo is, stop ik meteen met.alle wijnbouw en leg mijzelf de verplichting op, om na deze hemelse Wijn nooit meer een aardse wijn te drinken! Wat zegt U van dit plan?'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Ik kan voorlopig met Mijn vrienden aan je goede wens met voldoen, want Ik heb in deze wereld nog veel te doen; maar twee van die jongemannen, die je zelf kunt uitkiezen, wil Ik wel bij je laten! Pas echter op dat jij en ook niemand van je familie toegeeft aan de een of andere zonde, want dan zouden ze verschrikkelijke tuchtmeesters voor je worden en weldra je huis verlaten! Want weet, dat deze jongemannen engelen van God zijn en altijd Diens aangezicht kunnen zien!' .
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Jaïruth zegt: 'Nee, die jongemannen, ik bedoel deze echte engelen van God, zien er toch zo vriendelijk en aardig uit! Mij dunkt dat het onmogelijk is om in hun tegenwoordigheid een zonde te begaan. Daarom Iaat gebeuren wat gebeure, ik houd er in ieder geval twee!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Jaïruth zegt: 'Goed dan, daarbij blijft het! Wijn zal er in mijn huis door niemand meer gedronken worden, en met de bestaande voorraad wil ik de Romeinen de reeds vermelde tienjarige belasting voor de armen van deze omgeving betalen. Maar de druiven, die in mijn wijngaard groeien, zal ik drogen en dan eten als een heerlijke zoete vrucht, en wat te veel is verkopen! Is dat zo goed?'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Hierna kies Ik meteen twee jongemannen uit, stel ze aan Jaïruth voor en zeg: 'Vind je deze beiden geschikt?' Jaïruth, die alleen al vanwege hun aanblik in de zevende hemel is, zegt: 'Heer, als U vindt dat ik de genade waard ben, dan ben ik daar tot in het diepst van mijn hart mee tevreden; ik ben mij echter erg bewust van mijn onwaardigheid voor het bezit van zo'n hemelse genade. Maar ik zal van nu aan mijn uiterste best doen, om die genade meer en meer waard te worden; en op die manier onderga ik dan Uw voor mij steeds heiliger wordende wil!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Daarop zegt Jaïruth: 'Vriendelijke jongemannen! Ik begrijp en zie heel goed en duidelijk, dat jullie een kracht bezitten die voorons sterfelijken onmeetbaar is; maar ook ik kan veel, dat zelfs jullie misschien niet kunnen; ik kan mij namelijk voor laten staan op mijn zwakheid, waarin noch macht noch welke kracht dan ook aanwezig is. Maar in deze grote zwakheid van mij ten opzichte van jullie, bevindt zich toch ook een kracht, die mij in staat stelt om de wil van de Heer te herkennen, aan te nemen en te vervullen !
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] De jongemannen zeggen: 'Ja ja, zo is het zeker en waar! Erken dus de wil van de Heer en volg deze, dan heb je onze kracht en macht al in je, en dat is niets anders dan de zuivere wil van God de Heer! Wij hebben zelf noch kracht, noch wat voor macht dan ook, maar al onze kracht en macht is alleen maar de in ons en door ons vervulde wil van God!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Jaïruth wenst wel dat Ik de hele dag bij hem zou doorbrengen, maar Ik wijs hem er op dat er nog diverse zieken in deze omgeving zijn, die Ik onderweg bezoeken wil. In plaats daarvan vraagt Jaïruth mij dan, of hij mij tenminste tot aan de stad mag begeleiden, en Ik sta hem dat toe. Hij gaat direkt op weg, maar vraagt ook meteen aan de beide jongemannen of ze hem zouden willen begeleiden!
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De jongeman zegt: ' Ja, in Sichar leven kooplieden, die niet zo gelukkig zijn als jij, ze kunnen voor zichzelf geen kasteel laten herbouwen, en nog minder een heel groot stuk grond kopen, zoals jij dat flinke stuk land aan de Rode zee in Arabië gekocht hebt. Zulke kooplieden worden daarom afgunstig op jou vanwege je aardse geluk, en ze hebben de hartstochtelijke wens om je in het verderf te storten. Dat zou hen dit keer ook gelukken, als wij niet bij je waren; maar omdat we je in de naam des Heren beschermen, zal je deze keer geen haar worden gekrenkt. Zorg echter, dat je minstens drie dagen van huis wegblijft!'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...