Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 29 van 184

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[13] Wij zullen ons er van nu af aan beslist aan houden, daar twijfel ik niet aan. Maar dat ligt niet aan ónze inspanning, maar alleen aan de ontferming van God. -Zeg me nu, of je met deze geringe wijsheid tevreden bent!"
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "Ik dank je, mijn geestelijk zeer ontwikkelde vriend en broeder Philopold! Je hebt mij nu iets onthuld, waarvan Salomo in zijn hoogste wijsheid waarschijnlijk nooit heeft gedroomd. Het geheel is echter zo bijzonder buitengewoon, dat iedere denker daar meteen vanaf het begin aan zou moeten twijfelen, omdat in ons uiterlijke mensenverstand geen vonkje van een nog zo gering vermoeden daarvan aanwezig is. Maar toch kan ik daar thans niet in het minst meer aan twijfelen. Want als het niet gebaseerd zou zijn op jouw nuchtere, eigen ervaring, zou je mij dat ook onmogelijk hebben kunnen vertellen, omdat een mens zoiets, zolang de aarde mensen draagt, nog nooit heeft kunnen bedenken. Jij zou dat ook nooit bedacht hebben als je niet door deze enorme ervaring zover was gekomen. Want geen mens zuigt zoiets uit zijn duim; het is een hoogst wonderbaarlijke openbaring van boven en ik neem deze als zichtbaar waar aan, alsof ik het zelf had beleefd.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] O, broeder Philopold, wat een nooit te vergelden verdienste heb je je door mij verworven! Hoe kan, hoe moet ik het je belonen?! Vriend, als ik, vanaf nu gerekend, nog zoveel jaren zou leven als Methusalem en mij alle tempels en catacomben van de aardse, menselijke wijsheid ten dienste zouden staan, zou ik uiteindelijk van alle waarheden die jij mij nu hebt geopenbaard, nauwelijks zoveel weten als wat ik daarvan wist toen je begon met mij die wondere zaken te onthullen! Er verging nu slechts een klein uur, en ik sta er nu zo door en door verlicht bij als Mozes op de Sinaï, toen de vlammen van Gods licht zich hoog boven zijn hoofd sloten en hij letterlijk met lichaam en ziel door en door met de goddelijke wijsheid werd doordrongen!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Ja, deze wijsheid is heus een rijk maal, dat Ik hier door jullie voor de volkeren der aarde heb bereid, -ja, met het merg van de hoogste wijsheid en van de eeuwige waarheid worden jullie hier gevoed en verzadigd.
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Want wij kennen intussen alle kunsten van de magiërs en er is er geen die veel nieuws brengt. Maar deze daden hier vereisen meer dan alleen maar een magiër uit Egypte of uit Perzië, deze vereisen Gods scheppende almacht en een nooit te doorgronden diepe wijsheid. Zij vereisen het oer en basisrecht van de goddelijke geest, wiens wil alle geesten en alle werelden beteugelt, zoals een goed paardemenner zijn span, dat hij meer of minder intoomt, waardoor hij de nog losbandige dieren zijn wil ter navolging kenbaar maakt.
Hoofdstuk 228: De toekomst van Jezus' leer volgens Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom geloof ik dan ook dat de hoogste liefde en wijsheid van de Heer, ook meermalen midden op het heldere middaguur van onze geestelijke aarde der menselijke kennis en wijsheid, donkere en duistere wolken voor het heilige aangezicht van de zon van onze geest zal laten komen, om de mensen des te meer te laten dorsten naar het licht. Door het verlies van het licht onderkennen wij pas hoe groot en onschatbaar de waarde van het echte levenslicht is.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar Hij zal slechts drie dagen in zekere zin schijndood blijven, natuurlijk alleen lichamelijk, zal dan opstaan en dáárdoor pas alle kwaad en haar oordeel vernietigen. Hij zal al Zijn apostelen pas daarna de juiste macht geven en hen voorzien van alle kracht van Zijn geest, Zijn wijsheid en liefde.
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MUREL zegt, erg verbaasd over de bijbelse wijsheid van Mathaël: "Nee, geëerde vriend, die wijsheid zou ik nooit of te nimmer achter jou hebben gezocht! Ah, op die manier, waarvan ik nu inzie dat die de enige ware is, zou ik van jou de hele Schrift wel uitgelegd willen hebben! Ja, er is veel voor nodig aleer een mensenziel zo diep is doorgedrongen in de wijsheid! Maar hoe ben jij nu zover gekomen?
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als het onjuist geweest zou zijn dat ik naar de Samaritanen werd uitgezonden, zou Gods wijsheid niet mij hebben moeten tuchtigen, maar alleen diegene die mij gezonden had. Omdat zij echter mij, de onschuldige, greep, ben ik vanaf dat moment de grootste vijand van Jehova, door Wie u, bittere geest, naar mij toegezonden schijnt te zijn!'
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] MATHAËL zegt: "Net als je bij jezelf zo'n rustgevende overtuiging voelt dat je nu al alles begrijpt wat je maar ziet, komt er meteen weer iets waar je nog nooit van hebt gedroomd! Uit alles zie ik dat er zo'n onmetelijke volheid en diepte ligt in de goddelijke wijsheid, dat een geest deze nooit volledig zal kunnen begrijpen! Wij zullen daarom eeuwig steeds een overvloed van nieuwe dingen moeten Ieren en begrijpen! Maar dat is ook heel goed zo!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik zou het helemaal niet prettig vinden als alles mij nu net zo duidelijk zou zijn als de Heer Zelf. Als er in de gehele oneindigheid niets meer zou zijn dat ik niet zou kennen, zou ik van het leven gauw genoeg hebben. Maar nu zijn er zo oneindig veel diepzinnige en zeer versluierde zaken, dat wij daarmee in der eeuwigheid niet klaar zullen komen. Ik moet nu openlijk toegeven dat daarnaast en daarbij, Gods zaligheid zeker niet benijdenswaardig zou zijn, als wij als Zijn schepsels en kinderen alles zo.duidelijk inzagen als Hij Zelf, en Zijn eeuwige en oneindige volmaakte wijsheid zou Hem ontzettend gaan vervelen, als Hij die alleen maar voor Zichzelf kon gebruiken!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar Hij vulde daarom de oneindige ruimte met talloze werken die Zijn eindeloze wijsheid en macht weergeven, en Hij schiep denkende en ook met veel wijsheid begaafde wezens. Deze wezens, die steeds in hoge mate onder de indruk zijn van de diepe wijsheid en macht van God, onderzoeken en bewonderen zonder ophouden de goddelijke wijsheidsdiepte en macht van de ene Schepper en komen bij iedere nieuwe ontdekking weer helemaal in de ban van de bewondering en aanbidding en intense liefde!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Daarop zegt MUREL: "Dat is niet de ware reden, maar het is omdat jullie dan kunnen zien hoe ik dit alles nu heb begrepen! Ik stel mij een mens voor die alle wijsheid bezit en zich helemaal alleen op deze aarde bevindt. Hij zou graag de andere mensen, als die er waren, zijn volle vertrouwen schenken. Hij zoekt de aarde tot in al haar hoeken secuur af en vindt geen levend en denkend wezen. Zijn grote wijsheid wordt hem tot last, want wat hij ook maakt en doet, het wordt door niemand gezien en bewonderd. Hoe zou het zo'n mens bij het verglijden der tijden te moede worden! Zou hij niet vertwijfelen? Zou de verschrikkelijkste verveling hem niet geheel verteren?
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] En aan de hand van deze waarnemingen kan ik dan ook gevoeglijk aannemen -dat wil zeggen volgens onze menselijke begrippen -, dat het voor God de Heer tenslotte toch wel erg saai moest worden, hoewel Hij toch de gehele oneindigheid vol onovertrefbare, wondere werelden om Zich heen zou hebben, maar waarop geen levend wezen zou bestaan dat Degene, die het uit Zijn liefde had geschapen, zou kennen en liefhebben, en dat veel plezier zou beleven aan de talloze wonderwerken van Zijn wijsheid, macht en kracht. Maar om Hem te kunnen kennen en lief te hebben, moet de Schepper het schepsel -en de Vader het kind -zó tegemoetkomen en Zich zó aan hem openbaren dat het voor het schepsel en vooral voor het kind mogelijk wordt de Schepper, de Vader, als zodanig te kennen.
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Zo is alles dus nu zoals het zijn moet en het hangt nu alleen van ons mensen af, de aanbevolen levensmiddelen heel nauwgezet te gebruiken, en dan is het grote, dubbele doel bereikt, namelijk: Het kind heeft zijn eeuwige, heilige Vader herkend, het ziet Hem met liefdevolle ogen en verheugt zich buitengewoon over Hem, en de Vader verheugt Zich er ook buitengewoon over dat Hij nu niet meer alleen is, maar in het stralende midden van Zijn kinderen, die Hem kennen, loven, boven alles liefhebben en steeds opnieuw Zijn wondere werken met verbazing aanzien, zeer bewonderen en Zijn oneindige macht en wijsheid prijzen! En zowel voor de Schepper als voor het schepsel moet dat een overvloeiende bron van zaligheid zijn! - Heb ik nu fout of goed geoordeeld?"
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...