Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 29 van 120

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[5] Met die manier van verspreiden zal Mijn leer, die weer nieuw en rein vanuit de hemelen wordt gegeven, veel sneller en doeltreffender bij alle mensen op de hele aarde gebracht kunnen worden dan zoals nu door boodschappers in Mijn naam van mond tot mond.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De Farizeeër vervolgde: 'Luister! De goud en zilverkloof, die jou zo beangstigde en waaruit je geen uitweg meer kon vinden, toonde je de toestand van je ziel die met louter begeerte naar goud bepantserd is en die ondanks al haar denken en zoeken geen uitweg uit die toestand meer kan vinden naar de vrije ruimte van de zuivere en levende waarheid vanuit God. De mijnwerkers, die jij de genoemde metalen in grote klompen uit de bergen zag halen, zijn je eigen onverzadigbare begeerten naar dergelijke aardse schatten. En de mijnwerker die tegen je zei dat er geen weg meer uit die kloof leidde en die jou ook niet zachtzinnig vertelde dat je zeker te gronde zou gaan, is je eigen geweten dat jou - als het ware voor de laatste keer - zeer ernstig vermaande, omdat je geen acht meer sloeg op zijn zachtere vermanende stem.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als men met jou sprak, wist jij alles veel beter dan wie ook; maar als men vanwege je dikwijls niet lofwaardige handelwijze aan je vroeg, of jij dat zelf eigenlijk wel als een onbetwistbare waarheid geloofde, dan zei je: 'Niemand heeft ooit God gezien of Zijn stem gehoord, maar in alle tijden zijn er mensen met verschillende talenten en vermogens geweest; en Mozes en alle profeten waren ook maar mensen, met wie wijzelf nooit hebben gesproken. Wat zij hebben geleerd en opgeschreven was goed voor hun tijd; maar sindsdien zijn de tijden geweldig veranderd en wij en onze behoeften daarmee en daarin ook, en daarom zijn Mozes en de profeten in heel veelopzichten niet meer nuttig voor ons. En wie dat niet inziet vanuit zijn zelf opgedane ervaringen, bedriegt zichzelf, doordat hij ter wille van het bereiken van de hemel, die ons eens te wachten staat maar waar men niet de minste zekerheid over heeft, zijn aardse levensgeluk met voeten treedt!' Je ziet, vriend, dat ik ook nog een goed geheugen heb!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar ik ben van mening dat zulke gedachten alleen kunnen ontstaan rn het gemoed van iemand die vanuit een bepaalde hoge dunk van zichzelf in wat hij uitoefent steeds liever de eerste en hoogst aangeschrevene wil zijn dan de minste en een ondergeschikte. Iemand die al meer dan gelukkig is dat hij in zo'n gezelschap de minste der minsten en de dienaar der dienaren van de Heer kan zijn, zal zich daar echter nooit over beklagen en zich niet in het geheim gekrenkt voelen vanwege het feit dat hij zichzelf in dat gezelschap als de minste beschouwt!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Voorzover ik nu de betekenis van de leer van Heer ken, waarover ik veel gesproken heb met Kisjonah en met Philopold van het naburige dorp Kane, dat in de landpunt ligt die van Samaria een heel eind ons land insteekt, maar ook nog maar een paar weken geleden met twee vanuit Jeruzalem uitgezonden leerlingen, die ik in Kapernaüm trof, is de zin van die leer de grootste deemoed, zachtmoedigheid en zelfverloochening, zonder welke eigenschappen van het gemoed geen ware en zuivere liefde voor God en de naaste denkbaar is.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] De waard zei: 'Vriend, als de Heer mij zo'n getuigenis zou geven, zou ik in mijn hart tegen Hem zeggen: 'O Heer en Meester van het leven, ik dank U, helemaal verpletterd door Uw heerlijkheid, dat U mij hebt laten zien wat een grote zondaar ik in Uw ogen nog ben; maar ik vraag U: betoon mij genade en barmhartigheid en drijf de duivel van hoogmoed, leugen en bedrog en ellendige zelfzucht uit mij, en vervul mij met de geest van de ware deemoed, zachtmoedigheid, zelfverloochening, de ware liefde voor U en onzelfzuchtige liefde voor mijn naaste!' En ik geloof dat de Heer zeker niet zou weigeren mij die genade te betonen, als ik Hem daar vanuit mijn volle levensernst om zou vragen.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar waaruit bestaat die macht van God in de mens? Die bestaat uit de ware en zuivere liefde voor God, uit de alles overtreffende wijsheid daarvan en daardoor uit de juiste liefde voor de naaste, en verder uit zachtmoedigheid en deemoed evenals zelfverloochening tegenover de bekoringen van de kant van de wereld. Wie in dat alles sterk is geworden, heeft de macht van God reeds in zich en is door de eenwording van de machtsgeest uit God met de ziel volledig één geworden met God en heeft zichzelf daardoor verheven boven de dwang van tijd en ruimte en daarmee ook boven ieder gericht en iedere dood. Hij is een zelfstandig heerser geworden in en vanuit God en hoeft de 'toorn Gods' -die bestaat uit Zijn almachtige en alles vermogende wil, waarvan de onbuigzame ernst ieder schepsel zijn vastheid in tijd en ruimte geeft -eeuwig even weinig meer te vrezen als God Zichzelf hoeft te vrezen, omdat de mens één is geworden met God op de manier die Ik jullie nu duidelijk heb uiteengezet.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Zijn troon is de zuivere liefde, en Zijn over alles stralende glans is de eeuwige, levende waarheid; aan wie in Hem gelooft, Hem boven alles liefheeft en Zijn geboden houdt, geeft Hij vanuit Zichzelf het eeuwige leven.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu zei Ik tegen de ouders van het meisje: 'Dit kind zal nog een licht voor jullie worden! Maar als ze jullie vanuit Mijn geest in haar het een en ander zal verkondigen, doe dan niet zoals drie dagen geleden in de buurt van Damascus! Maar nu moeten jullie bekers nog een keer gevuld worden, en jullie moeten die ook voor de tweede keer leegdrinken!'
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] Wat verliest een mens die wijsheid vanuit God heeft eigenlijk, als hij door blinde wereldse dwazen veracht en op de een of andere manier vervolgd en tenslotte zelfs gedood wordt? Hij verliest niet alleen niets, maar wint er alleen maar bij, omdat hij door zijn geduld alleen maar steeds inniger verbonden raakt met de geest Gods en zich zodoende in zichzelf ook in alle waarheid meer bewust wordt van het zalige, eeuwige leven!
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[27] Maar wat winnen de wereldse lieden die de wijze die zijn wijsheid vanuit God heeft verachten en vervolgen? De eeuwige dood en het gericht ervan! Als de tempel jullie niets beters kan bieden dan de bevrediging van jullie lichaam, als jullie de slechte doeleinden ervan dienen, dan zijn jullie werkelijk zeer betreurenswaardige mensen, en een blinde bedelaar op straat is er beter aan toe dan jullie!'
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De schriftgeleerde zei tegen de spreker: ' Deze opmerking van jou is echt heel opmerkelijk; maar wat denk je dan van de drie bliksems, die wij allemaal vanaf het dakterras vanuit de hemel hebben zien schieten, precies in dat gezelschap dat zich toen langs de oever bevond en zich nu, precies drie jongemannen rijker, aan het ochtendmaal tegoed doet? Wij hebben niemand bij het gezelschap zien komen -behalve op het laatst één enkele huisbediende, die het gezelschap aan het ochtendmaal riep; ook gisteren hebben wij geen van deze drie jongemannen gezien.Waar vandaan zijn ze bij het gezelschap gekomen?'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[27] Ik zei: 'Vriend, als de overste het schenden van de sabbat volgens zijn geweten en vanuit zijn geloof werkelijk als een zonde beschouwt, komt de zonde voor zijn rekening, aangezien hij die voor geld door anderen laat begaan; maar als hij geen geloof heeft en tegenover het volk toch doet alsof hij vast en zonder twijfel gelooft wat hij volgens de Schrift voor de schijn als een uiterst strafbare zonde zegt te beschouwen en daar scherpe strafpreken over houdt, dan is hij door zijn voor geld gegeven toestemming om een zonde te begaan niet alleen een even frequente sabbatsschender als de velen aan wie hij voor geld toestemming heeft gegeven de sabbat te schenden, maar hij begaat daardoor de nog veel grotere zonde van leugen, huichelarij en inhaligheid, omdat hij zijn geloof ter wille van zijn hebzucht heeft opgegeven.
Hoofdstuk 109: De ware sabbatsheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] 'Mensenkind, profeteer tegen de profeten van Israël en spreek tot degenen die vanuit hun eigen hart en inzicht profeteren: Hoor het woord des Heren! Zo spreekt de Here Here: wee de dwaze profeten die hun eigen geest volgen, zonder nog ooit een visioen gehad te hebben en een roep te hebben gehoord!
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Zijn zulke leringen en valse profetieën van jullie niet te vergelijken met die dochters, die vanuit hun slechte hart profeteren en zeggen: 'Hier heb je zachte kussens als aangename steun voor je armen, waarmee je nu goed kunt rusten, en bovendien zachte kussens voor je hoofd, opdat je zonder zorgen kunt slapen, in plaats van moeizaam te bedenken en te onderzoeken wat volgens die lastige wetten in de ogen van God en de mensen goed is?'
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...