Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 29 van 825

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[4] Vandaar dat hij ook nooit treurig was en niemand iets verweet als hem iets onaangenaams overkwam. Want voortdurend rustte zijn oog op Mijn hart en zodoende bespeurde hij in de verborgen leiding van Mijn liefde zeer goed hoe deze door ieder, nog zo vreemd schijnend middel de kinderen altijd zo volmaakt wist te leiden als voor het verkrijgen van het eeuwige leven het beste was. Ja, hij ging in zijn liefde voor Mij zo ver, dat hij er zelfs op rekende en met de grootste zekerheid vaststelde, hoe, wanneer, waar en waartoe iets te voorschijn zou komen en met welke afloop. En zodoende was hij in zekere zin ook de eerste profeet op aarde en grondvester van de tot aan Mijn nederdaling als mens in stand gehouden zogenaamde profetenscholen, die alleen maar daaruit bestonden dat hun leerlingen nagenoeg reeds vanaf hun geboorte in Mijn liefde werden opgevoed. De wereld werd aan hen afgeschilderd als een vaste grond voor Mijn liefde, als een schoolgebouw, waarin alle mensen uit eigen beweging door een korte afzondering van Mij in hun innerlijke leven een groot verlangen naar Mij moeten krijgen. De bekoring van de buitenwereld is er slechts vanwege de verzoeking, opdat de mensen zich uit zichzelf op Mijn liefde zullen richten. En zodra iemand geen genoegen meer aan de wereld zal beleven, maar slechts aan het steeds groeiende verlangen naar Mij, dan zullen terstond zijn innerlijk oog en oor ontsloten worden en hij zal, hoewel nog in zijn sterfelijke en evenzeer tot verleiding verlokkende lichaam, dadelijk weer de heilige Vader horen en nu en dan te zien krijgen.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, zo was het en zo is het nog met jou! Je hebt de schaduw van het leven en van de ware liefde slechts in de middag in jezelf waargenomen; daarmee tevreden, wilde je wel de eeuwige liefde tegemoet treden omdat je heimelijk bij jezelf dacht dat nu ieder woord van jou reeds van boven zou moeten komen. De Heer liet het alleen daarom toe dat je zou vallen, opdat je nu goed zult begrijpen dat het moeilijker is het allerhoogste goed van Jehova's eeuwige liefde te bemachtigen, dan in driemaal zeven dagen de hele oogst binnen te halen!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] O Seth, er zullen eens tijden komen, dat onze verre nazaten onder bergen van wetten zullen leven en zij zullen als een gloeiende steen diep in de aarde tevergeefs naar vrijheid smachten! En jullie broeders zullen diegenen die slecht luisteren in stenen holen stoppen en hen van alle vrijheid beroven. Dan zullen er zoveel zonden zijn als het zand in de zee en het gras op aarde!
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Kijk naar de halm, waaraan de door vruchten en leven zwaar geworden aren vrolijk wiegen, en zie uit hoeveel duizenden en duizenden buisjes deze bestaat, waardoor de aar louter voedsel uit de schoot der aarde opzuigt! Kijk naar de lange, hangende bladeren aan de halm en zie hoe mooi en hoe buitengewoon doelmatig zij zijn gevormd en voorzien zijn van talloze kleine, spitse uiteinden om hierdoor de spijs van de hemel op te nemen, opdat daardoor de spijs uit de aarde zelf levend zal mogen worden! Kijk naar de bruinachtige ringen aan de halm, die gemaakt zijn opdat, naar mate het leven van de nieuwe vrucht zich hoe langer hoe meer opgeheven en vrijgemaakt heeft uit het slijk van de dood van de aarde, ten eerste het zuivere leven gevrijwaard zal worden voor achteruitgang veroorzaakt door het diepe slik, en ten tweede dat de aan de aarde ontnomen voeding zal worden verfijnd en veredeld en zich om tot leven te komen, volkomen zal vermengen met de enige leven gevende spijs uit de hemelen! Kijk naar de vele lange, spitsvormige blaadjes van het kaf, hoe zij zich allemaal zorgvuldig naar het licht wenden om de zuivere genadespijs van Gods zon begerig in zich op te zuigen, opdat de in nieuwe hulsjes ingesloten vrucht des levens door geen andere spijs meer gevoed zal kunnen worden dan alleen door die van de genade uit de zon! Kijk naar de weldra daarop volgende, zich vlijtig wiegende bloesem, die rijkelijk voorzien is van het uit de hoogste hemelen aangereikte manna, dat als een fijne dauw te beschouwen is en de vrucht het eigenlijke zich voortplantende eeuwige leven geeft! Zie hoe dan, wanneer zich dat allemaal heeft voorgedaan, alles van de halm dat aan de aarde ontnomen is, begint te verwelken en in zekere zin afsterft; maar hoe meer het aardse afsterft, des te meer bestendigt en bevrijdt het leven zich uit de eveneens stervende aar en uit zijn stervende hulzen!
Hoofdstuk 96: Asmahaëls spreekt over het woord Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Aan het volgende merkte ik het verschil wel heel duidelijk: bij jouw betoog ontdek ik altijd helder in mijzelf, dat jouw woord een waar licht is. Wie daarnaar handelt, kan en moet tot leven komen. Ook gelijkt jouw altijd milde woord op de morgenschemering, die toch ook de zekerste verkondigster van de komende dag is, zoals jouw woord de verkondiger van leven is, dat zeker hierop volgt.
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, Jared, niet alleen jou komen veel dingen ongerijmd voor, ook voor God zijn er een massa ongerijmde daden van de zijde van de mensen. Wees daarom niet bezorgd om Mij, maar wees blij en vol goede moed; want jij hebt het leven in je opgenomen! Amen."
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En Methusalah antwoordde zijn zoon: "Mijn lieve zoon, wie jou op elk van je vragen een antwoord zou moeten geven, die zou daartoe ook met tien tongen en evenveel longen voorzien moeten zijn; want jouw leven is niets dan één grote, uitgestrekte vraag, - en er groeit op aarde nu nog geen boom die dermate groot en sterk zou zijn dat daaraan een zodanige vrucht tot rijpheid zou kunnen komen die een toereikend groot antwoord zou bevatten voor jouw vraag!
Hoofdstuk 114: Het ongeduld van Lamech. Het antwoord van Methusalah - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Opdat je echter ook een woord van Mij zult ontvangen om overeenkomstig jouw wil iets in Mijn naam te doen, moet je naar Henoch gaan en hem verzoeken bij Me te komen; want Ik heb hem iets te zeggen dat noodzakelijk is voor alle vaderen. Want als hij Mij liefheeft, moet hij immers voor alles naar Mij toe komen, opdat Ik hem dan pas volledig op kan nemen en hij dan één zal worden in de liefde tot Mij en alle leven dat daaruit voortvloeit, zodat hij pas daardoor een held zal worden zoals jij, om dan in het aangezicht van de vaderen Mijn wil te voltrekken. Amen."
Hoofdstuk 123: Bij de 'Verdorde hand der aarde' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "O Adam! Geloof je dan in je hart, waarin jouw zeer verzwakte geest woont, dat de Heer op een koning uit de diepte of op jou lijkt, zodat er dan vele wezens nodig zouden zijn om Hem te benaderen?! Zie, Ik heb geen bewakers en ook geen deurwachters nodig en ook geen in volgorde gerangschikte, eerstgeboren hoofdstamkinderen, via welke iemand pas aan Mij voorgesteld moet worden; ook eis ik niet dat iemand eerst wel een uur lang plat op zijn gezicht voor Mij moet liggen, opdat hij daardoor waardig mocht worden dan voor Mij, zijn God en Schepper, overeind te komen; maar alles wat Ik in liefde verlang, is een getrouw, tot Mij gekeerd liefdevol en deemoedig, door berouw gelouterd hart en met zo' n hart hoeft geen mens een omweg voor Mij te maken, omdat Ik zondermeer voor hem toch altijd al zijn Allernaaste ben en moet zijn! En als het niet zo zou zijn, wie zou er dan wel in staat zijn ook maar een flits van een ogenblik lang zijn leven te behouden, omdat immers alle leven het allernaast en allernauwst uit Mij voortkomt en ook in eeuwigheid nooit ergens anders vandaan kan komen!
Hoofdstuk 124: Adam vraag naar de kinderen van middernacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Luister al mijn kinderen die door God aan mij zijn gegeven naar lichaam en ziel, maar ieder met een vrije geest uit God! Wij zijn hier gekomen met het vurige verlangen om een nieuw, vrij leven te brengen aan deze kinderen die door de hoge, diepe, huiveringwekkend doorkliefde en zich wijd uitstrekkende 'Verdorde aardhand' wreed van ons waren gescheiden, zodat wij daarlangs niet naar hen, maar zij ook niet naar ons toe konden komen. Wanneer wij dan af en toe door de rotsspleten naar beneden keken in de diepe vlakten, dan ontdekten wij niet zelden dat deze wemelden van kinderen en nog eens kinderen; en als het windstil was kon Kenans luide stem hen zelfs bekend maken met mijn wil, zodat de oudsten, de lange omweg niet schuwend, met hun offergaven bestaande uit vruchten nog voor de sabbat aankwamen en dan voor mijn woning zuchtten, in de hoop dat zij slechts één ogenblik mij te zien mochten krijgen.
Hoofdstuk 125: Adam laat de kinderen van middernacht zoeken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Zo gaat het ook als er regen uit de hemel valt: zolang het regent is ook alles vochtig; maar heeft het opgehouden te regenen en komen de zuiverende en drogende winden weer terug, dan worden zand en stenen direct weer droog en alleen de goede grond behoudt de leven brengende vochtigheid van de regen en drenkt daarmee de plantenwereld.
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Kijk, dat is zinloos; tegen jou zeg Ik nu, het is voor iedereen beter Mij in wezen niet te aanschouwen, maar alleen door de liefde in eigen hart! Want Mijn zichtbaar zijn is voor jullie een dwingende verplichting, Mijn onzichtbaarheid echter is je vrijheid van leven; maar door de dwingende verplichting kan niemand tot het eeuwige leven komen, maar alleen door de vrijheid, die de zuivere liefde tot Mij is!
Hoofdstuk 142: Over de vrijheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Ons leven lang willen wij daarvan gebruik maken, vandaar dat wij niet zelden op de hoogte zullen komen om daar in je midden voor ons en onze kinderen nieuwe warmte en nieuw licht op te doen. En zodoende zullen wij hier blijven; maar morgen, lang voor zonsopgang willen wij voor jouw woning een loflied voor de Heer aanheffen! Amen."
Hoofdstuk 145: Adams aanwijzingen voor de komende sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ik wil niets zeggen over al die vurige taferelen, niets over de rondom ons nog geheel in vlammen staande en in rook gehulde bergen, niets over het voortdurende beven van de aarde, niets over de talloze bliksems, niets over de brandende en rokende wouden, vurige winden en meer van dergelijke dingen; want de donder blijft van jaar tot jaar gelijk en zo is het ook gesteld met andere verschijnselen die in de strijd tussen de elementen ons onder ogen komen en, niet minder vreesaanjagend, ook de andere zintuigen raken. Maar luister, goede man, wanneer de zee, de eindeloos grote zee ongehoord woedend buiten zijn oevers treedt, schuimend en bruisend hoger en schrikwekkend steeds hoger stijgt en tijdens dit vreselijke rijzen de ene berg na de andere begint te verslinden en tenslotte zelfs ons, de bewoners van middernacht, door de talloze voor de golven vluchtende dieren dwingt ijlings onze woningen te verlaten, ja tenslotte de golven zelfs zover begon op te stuwen dat deze onze woningen verslonden, de dieren van het woud ons najoegen en daarenboven nog nooit waargenomen vreselijk grote monsters, die waarschijnlijk evenals vele andere dieren in het water leven, en gruwelijk met elkaar strijdend en van hot naar haar wentelend, ons een huiveringwekkende aanblik bood, - zie, dat is iets, wat we misschien wel nooit kunnen vergeten!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Ga daarom nu nog een keer naar je broeders toe! Vraag hen om vergeving en wees hun toegenegen; dan zullen zij gemakkelijk te bewegen zijn hierheen te komen en voor het ware, eeuwige leven te winnen zijn!
Hoofdstuk 174: Een evangelie voor beledigden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...