Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3048 resultaten - Pagina 29 van 204

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[17] Zo kan ook niet ontkend worden dat bepaalde helderzienden en profeten zelfs wonderen hebben gedaan. Maar daar staat tegenover, dat anderen door inblazing van de kwade geesten en door hun daardoor geprikkelde, wereldse verstand veel namaakwonderen hebben uitgedacht en daarmee gehele volken jarenlang om de tuin hebben geleid. Zij leefden daarbij goed en zorgeloos, tot dan door ware zieners een eind gemaakt werd aan hun lage praktijken.
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS zegt: "Jawel, jawel! Maar, liefste Jarah, weet je, het is juist dáárom wat moeilijk, omdat, zoals ik al heel duidelijk begin te voelen, je hart werkelijk te veel zuivere wijsheid bevat. O, verder ben je uitermate aanvallig en lief en men zou dagenlang naar je kunnen luisteren, maar vragen aan je stellen of vragen van je krijgen, is toch wel Iets geheel anders. Het vragen gaat snel genoeg, maar daarna komt het antwoord en dat ziet er bij mij nog maar povertjes uit!
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] FLORAN zegt: "Heer van al het leven! Wie zal dan niet blij met U zijn?! Maar ik ben een zondig mens en Uw heiligheid zegt mij: 'Ga weg van Mij!' Ziet u, daarom ben ik niet blij! Ik zou nu zonder zonde waardig voor U willen staan, maar dat is onmogelijk, want ik heb gezondigd, ben daarom een zondaar en schaam mij nu erg voor Uw heiligheid. Maar daarvan beschuldigt mij geen vrolijk hart, maar een bitter berouwen dat is niet erg geschikt om een hart vrolijk te maken. Toch ben ik ook weer mans genoeg en bezit een verstand dat mij een verontschuldiging voor mijn zonden ten opzichte van U geeft en mij ook toont dat ik een mens ben, bestaande uit zeer veel elementen, die zijn voleinding pas dan bereikt, als de vele elementen door de zondige gisting zijn gelouterd en een zuivere, kostelijke wijn voor iedereen zijn geworden, zoals bij jonge wijn in een zak.
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[33] De jonge koning was echter eerst een aankomend tempeldienaar en moest als zeer talentvol mens in de wereld missie gaan bedrijven. Op de grens tussen Judéa en Samaria viel hij met nog vier gezellen in handen van rovers en werd gedwongen, samen met zijn gezellen, hun medeplichtigen te worden. Dat veroorzaakte zoveel woede en vertwijfeling bij de vijf, dat zij hun zielen diep in hun geest verborgen. Hun lichamen werden door de uiterst hardnekkige, uit de hel afkomstige, kwade geesten volledig en actlef in bezit genomen. Slechts een grote, Romeinse patrouille was in staat de vijf duivels, zoals het volk hen noemde, te overmeesteren. Slechts onder zeer sterke bewaking en zwaar geketend konden zij eergisteravond hierheen worden gebracht. Volgens de strenge, Romeinse wetten wachtte hen in Sidon alleen maar de pijnlijkste doodstraf.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zoals je daarbij een steen tamelijk precies van buiten en van binnen kunt Ieren kennen, zo kun je ook een hele wereld Ieren kennen! Onze Mathaël is in deze vaardigheid heel ver gevorderd en ook Mijn leerling Andréas, die bij de Essenen was, is een bekwaam apotheker, waarvoor hij in Egypte heeft geleerd. Deze beiden kunnen je de materie van een hele wereld heel bekwaam en waarheidsgetrouw duidelijk maken. Natuurlijk bevat het inwendige van de materie nog heel veel wat een scheikundige nooit zal ontdekken, maar de eigenlijke elementen waaruit een stof bestaat kan hij herkennen. De aard der elementen zal hij echter nooit ontdekken, omdat zij met het geestelijke zijn verbonden en alleen door een zuivere geest geheel en al waargenomen kunnen worden. Want in de elementen ligt oneindig veel verborgen!
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Geloof echter niet, dat hier een bepaalde hoogmoed uit mij spreekt, het is de zuivere en eenvoudige waarheid. Want als ik ook maar het kleinste spoort je trots zou bezitten, zou ik niet op deze plaats naast de Heer van alle heren en de Meester van alle meesters zitten! Daarmee, mijn overigens beste vriend Cornelius, zat je er wat naast!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het licht komt wel van ver, maar de warmte wordt pas hier opgewekt. Deze ontstaat doordat bepaalde natuurgeesten in de lucht, in het water en in de aarde door het licht geactiveerd worden. Deze activiteit veroorzaakt datgene wat wij als warmte, en bij nog grotere activiteit van de eerder genoemde geesten, als hitte waarnemen en ook zo noemen. Net zoals het licht oneindig versterkt kan worden, zo kan ook de warmte en de hitte groter worden.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar, hoewel ik veel weet, heb ik er nog nooit van gehoord. Bij ons heidenen was er juist van het tegendeel sprake en daarom moet men veel bewondering hebben voor grote geesten zoals Plato, Plotinius en Phrygius, evenals voor een aantal hoogstaande mannen uit Rome, die slechts met meer dan heroïsche moeite en inspanning, pal tegen de wetten van het veelgodendom in, het toch zover gebracht hebben om U, de ene en alleen ware God, behoorlijk op het spoor te komen.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Plato ontdekte, dat de enige en alleen ware God, ook al was Hij dan onbekend, de zuivere liefde moest zijn. Hoe meer hij over de onbekende God nadacht, des te warmer werd het in zijn hart en toen hij merkte dat deze weldoende warmte toenam en een dokter hem zei, dat dat een ziekte was, lachte Plato en zei: 'Als dat een ziekte is, zou ik nog wel meer van die ziekte in mijn hart willen hebben, want die doet mij onvoorstelbaar meer goed dan welke nog zo hoog geroemde gezondheid!'
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar het was altijd al zo en het zal ook waarschijnlijk nog altijd zo blijven, dat de zuivere waarheid nooit algemeen ingang kon vinden omdat in de loop van de tijd haar di rekte dienaars, door lage belangen geleid, haar zelf de weg afsneden, haar in een labyrint zetten en de aanvankelijk geheel rechte en open weg in duizend en meer bochten wrongen, die, omraamd en omgeven door duister metselwerk, de zoeker nooit het centrum lieten vinden waar de oude tempel van de waarheid stond.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ik vind, dat als zelfs de eenvoudigste mens al een bepaalde reden moet hebben voor welke simpele handeling dan ook, omdat hij anders geen hand zou uitsteken, men des te meer mag veronderstellen dat God een heel gegronde reden moet hebben gehad, om Zich als de eeuwig alleen ware en zuivere, almachtige Geest in de beperkte vorm van het lichaam op te sluiten, en zo, als Schepper van alle dingen, een medeschepsel te worden van Zijn schepselen, die wij mensen zijn.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dat had Ik luid gezegd, zodat ook de gasten van de andere tafels het hoorden en onze STAHAR, de overste van Caesarea Philippi verhief zich heel ernstig van zijn plaats, kwam naar Mij toe en zei: "Heer! Ik hoorde alles, wat er hier aan deze verheven tafel gesproken en beoordeeld werd, veel wonderbaarlijks, verhevens, zeer wijze zaken, heel waarachtige en in iedere opzicht onweerlegbare zaken. Overal straalde Uw zuivere goddelijkheid als een zon midden op de dag naar buiten en alle engelen van de hemel zouden niets anders kunnen zeggen.
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar de ENGEL zegt: "Vriend, dat is ons altijd met des Heren hulp heel goed mogelijk, -maar het hoe daarvan aan u uitleggen, is helemaal onmogelijk. Iedere volmaakte geest bezit de eigenschap om niet alleen zo'n geschrift, maar om iedere handeling waar kracht bij aangewend wordt, ook al is deze nog zo groot, in een oogwenk uit te voeren. Als u een berg of een heel omvangrijk gebergte verwoest of vernietigd wilt hebben, of een meer drooggelegd, of een zee tot land gemaakt, of een gehele aarde vernietigd of de duizendmaal duizend maal grotere zon, of als u mij naar een van de verst verwijderde sterren zou sturen en een bewijs zou vragen dat ik daar werkelijk geweest was, dan zou ook dat in een zo kort moment gebeuren, dat u niet met uw zintuigen zou kunnen waarnemen dat ik ook maar even afwezig zou zijn geweest. Wel, hoe dat gebeurt en kan gebeuren, kan slechts de zuivere geest begrijpen!
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De weg, die de Heer nu Zelf gaat, zal nog de weg van alle oergeschapen geesten van alle hemelen worden. Dat zal natuurlijk niet van vandaag op morgen gebeuren, maar geleidelijk aan, gedurende een steeds doorgaand verloop der nooit en te nimmer ergens eindigende eeuwigheid, waarin wij uit God als in een oneindig grote kring op en neer en heen en weer gaan, zonder ooit aan de uiterste rand te komen. Maar ook al laat iets nog zo lang op zich wachten, het gebeurt uiteindelijk toch, omdat het getrouwen waarachtig thuis hoort in de grote orde des Heren. Wat zich eenmaal daarin bevindt, gebeurt ook, - het 'wanneer' is echt niet zo belangrijk! Is het eenmaal gebeurd, dan is het er, alsof het er al altijd was.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MARCUS zegt: "Ja, als het zo zit, o Heer, laat U er dan nog maar tienmaal zo hard op los slaan! Het is dan ook de zuivere waarheid! Met die rijke Grieken was werkelijk niet meer te praten en van naastenliefde was allang geen sprake meer. Wat je aan hen vroeg, moest rijkelijk met goud en zilver betaald worden, maar kochten zij iets van ons, dan moest je daar altijd ruilartikelen voor aanvaarden. O, daarom is dat nu heel goed en deze geweldige storm doet mij veel plezier! O, nu kan hij minstens nog wel tienmaal zo erg worden!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...