Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 29 van 85

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[1] Nikodemus zei: 'Heer en Meester van eeuwigheid, nu zie ik pas werkelijk volledig in dat U alleen waarachtig Christus bent, de Gezalfde van God die in Zijn volheid in U woont! Want zo heeft nog nooit een profeet op deze aarde onderwezen. Nu U ons echter al zoveel onthuld heeft, zou U ons, als dat Uw heilige wil is, ook nog opheldering kunnen geven over de hemelladder van vader Jacob, waarop ook engelen tussen hemel en aarde opstegen en neerdaalden. Uit dit visioen werd me nooit goed duidelijk, wat Jehova, die boven aan deze ladder gezien werd, Jacob heeft willen zeggen. Want Jacob heeft deze droom beslist veel beter begrepen dan ik, omdat ons tot nog toe geen verdere uitleg over dat visioen van hem is overgeleverd. -Heer, terwille van mijn grote liefde voor U , vraag ik U daarnaar!'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Dus achter de substantie van de ether is het voor jouw zintuigen niet zichtbare geestelijke vuur een eeuwig heersende kracht, die van God uitgaand, eeuwig de oneindige ruimte vult en aan één stuk door werkt en schept. God Zelf echter is de eeuwige Oergeest en de eeuwige Oermens in Zijn centrum en vult de eeuwig uit Hem voortkomende oneindigheid met Zijn verheven gedachten en ideeën, die van Zijn liefde vervuld tot een aan Hem gelijk levensvuur worden, en door Zijn wijsheid tot geordende vormen en door Zijn wil tot van elkaar afgescheiden en op zichzelf bestaande wezens worden, waarin het vermogen gelegd wordt zichzelf als zodanig eeuwig voort te planten, verder te ontwikkelen en zich mettertijd op de ladder van Gods eeuwige orde te verenigen en op te klimmen tot een evenbeeld van God.'
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, daar duikt zelfs in de organische materie iets zuiver geestelijks op en laat aan de ontwaakte en scherpzinnige waarnemer zien, dat het enkel in zoverre het iets zuiver geestelijks is, werkelijk 'iets' is, en dat datgene wat de zintuigen van de uiterlijke mens als 'iets' zien en beschouwen, eigenlijk helemaal niets is en dat alleen maar datgene wat in de zaadkorrel verborgen ligt, een werkelijk 'iets' is, omdat het iets zuiver geestelijks is. Dit bevindt zich in het voor jouw oog nauwelijks zichtbare, uiterst kleine omhulseltje in het kiemhuisje dat door de hele zaadkorrel omsloten wordt. Dit zuiver geestelijke, dat in het genoemde omhulseltje ligt opgesloten, is een met liefde, licht en wilskracht vervulde gedachte of een idee, die volkomen geïsoleerd is van de talloos vele andere gedachten en ideeën, die ieder op zichzelf net zo afgebakend, afgezonderd en geïsoleerd zijn.'
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Johannes zei nog: 'Heer, wat voor geesten regeren dan nu in Uw opdracht de oneindigheid van Uw scheppingen? Het is duidelijk dat U de hoofd en oerregeerder bent; maar aan Uw zijde staan, net als onze Rafaël, talloze legioenen zeer machtige engelen. Zijn zij het, die U bij het verzorgen van Uw eindeloze scheppingen volgens Uw wil dienen, of zijn er nog oneindig veel meer? Wat zullen die dan doen als wij eenmaal de genade ontvangen om aan Uw zijde de oneindige schepping mee te verzorgen?'
Hoofdstuk 129: Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'O Mijn lieve Johannes, je weet nog maar weinig van de dingen van Gods rijk en je bent er nog echt kinderlijk in! Is de geest van Mijn Vader die in Mij is, dan niet de regeerder van eeuwigheid tot eeuwigheid? Alle engelen zijn vervuld van deze geest, die overal alles in alles is en moet zijn! Als jullie volmaakt zijn, kunnen jullie dan soms door een andere geest dan de Mijne volmaakt worden?
Hoofdstuk 129: Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar jullie aardse beproevingstijd is nu ten einde en nu zullen jullie ook op deze aarde nog eens gelukkig zijn, en jullie zeven kinderen, die nu nog zo zuiver als engelen zijn, goed opvoeden, opdat zij als mannen later niet onrein worden. En hierbij zeg Ik jullie nu ook: Sta op en wandel!'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen renden de kinderen nogmaals naar buiten en vonden in een mand een aantal broden en kruiken wijn van de beste soort. Zij brachten hun vondst ook direct naar de hut, om zich ermee te verzadigden en te sterken. De ouders zeiden onder veel tranen van vreugde en dankbaarheid, dat zij zulk goed brood nog nooit geproefd en zulke goede wijn nog nooit gedronken hadden. Dat brood en die wijn moest beslist door de engelen uit Gods hemelen gebracht zijn; want op aarde zou zoiets puur hemels nooit groeien en gedijen, omdat de mensen daarvoor al te slecht en goddeloos waren.
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ja, de weg naar de levensvervolmaking is voor iedereen dezelfde. Hij lijkt volledig op het uitstromen van het licht uit de zon en het neervallen van de regen uit een wolk. Maar zie dan eens naar de eindeloos verschillende uitwerkingen van hetzelfde zonnelicht en dezelfde regen zowel in het rijk van de mineralen als ook in dat van de planten en dieren! Als je nu reeds bij de wezens in de materie een eindeloze verscheidenheid kunt opmerken, dan vind je in het volmaakte rijk van de zaligs te engelen nog een des te grotere verscheidenheid. En dat heeft Gods hoogste wijsheid en liefde zo ingesteld opdat de zaligheid van de geesten des te groter zal zijn.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wie dus door het vaste en levende geloof, door de liefde tot God en de naaste en door de onwankelbare hoop, alle slechte hartstochten van zijn lichaam kan bestrijden, en zodoende meester is geworden over zichzelf, die zal dan ook weldra heer over de hele zichtbare natuur worden, en dan bevindt hij zich, omdat hij volkomen heer over zichzelf is geworden, ook reeds in de eerste graad van de waarachtige innerlijke levensvervolmaking hoewel het hem nog meermalen niet ontbreken zal aan allerlei verzoekingen, die hem zullen prikkelen tot het begaan van de een of andere lichte zonde.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Laat ons nu, grote, eeuwige God, Heer en Schepper, ons enige tijd verlustigen in het aanschouwen van Uw aangezicht! Want luister jullie schepselen, jullie mensen, allemaal: eeuwigheden na eeuwigheden zijn er verlopen, en ontelbare schepselen zijn er uit Hem ontstaan, die Hij als Zijn gedachten bezag, en die weer in Hem terugkeerden. Maar nooit zag het oog van een schepsel zijn oneindige, eeuwige Schepper, en nu het Hem volgens Zijn eeuwige raadsbesluit behaagde, Zichzelf in Zijn hele eeuwige wezen voor Zijn schepselen zichtbaar en tastbaar te maken, is Hij, de Eeuwige, "Oneindige, zonder aan macht en grootte in te boeten, als zichtbare God in de gedaante van een mens bij jullie, en jullie zien Hem en spreken met Hem -en begrijpen en bevatten toch niet Wie jullie in je midden hebben! 0, bedenk wat ik jullie nu gezegd heb en zeg dan allen: O Heer, ik ben uit mijzelf eeuwig onwaardig met U onder één dak te zijn; maar spreek slechts één woord tot mij, dan ontvangt mijn ziel uit Uw woord het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Kijk, M 'n beste vriend, zulke ideeën over God, die puur van de uiterlijke wereld afkomstig zijn, moet je laten varen! Ze zijn ten eerste verkeerd, en ten tweede helpen zij je niet om steeds dichter bij God te komen, maar zulke verkeerde ideeën zouden je alleen maar steeds verder van God verwijderen, en mettertijd zelfs zo dat je van pure verkeerde eerbied Hem helemaal niet meer zou durven liefhebben, - zoals er nu in groten getale mensen en volkeren op aarde zijn, die, terwijl ze zelf toch zichtbare werken van de goddelijke liefde en wijsheid zijn, het volkomen verkeerde geloof en ook de even verkeerde mening hebben, dat God zo eindeloos boven Zijn schepselen verheven is, dat alleen maar een allerhoogste priester Hem op bepaalde tijden met bepaalde gebeden tijdens de schitterendste en luisterrijkste ceremoniën mag naderen. En na zo'n toenadering houdt de opperpriester zich voor zo oneindig verheven en geheiligd, dat niet eens een onderpriester, laat staan een ander, ongewijd mens -in zijn nabijheid mag komen, daar men van mening is dat niets onheiligs de hoogste heiligheid van God mag en kan naderen, omdat daardoor de hoogste heiligheid van God ontheiligd zou worden, -wat men voor de arme en blinde mensen als een zonde heeft aangemerkt, die zo groot is, dat die met de vuurdood bestraft moet worden. O wat een vrijwillige en meer dan domme blindheid van de mensen!
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Hier heeft zij alleen maar te maken met haar onzichtbare gedachten en Ideeën, die zij gemakkelijker kan bestrijden en waarvan zij zich ook kan ontdoen; maar waar gedachten en ideeën zichtbare realiteiten worden zeg eens -hoe zal de zwakke ziel daar dan haar zelfgeschapen wereld bestrijden? Als bijvoorbeeld hier iemand alleen al door de gedachte aan de mooie jonge vrouw van de buurman met een brandende hartstocht vervuld wordt, hoe zal het hem dan vergaan als zijn gedachte helemaal volgens zijn wens en wil in volle, zij het schijnbare, werkelijkheid voor hem zal staan?!
Hoofdstuk 156: Over het klooster - en kluizenaarsleven. Het doel van verleidingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Wat Ik eenmaal gezegd heb, is voor de eeuwigheid gezegd; want deze hele zichtbare hemel en deze aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden eeuwig nooit.
Hoofdstuk 158: Over de juiste wijsheid en voorzichtigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] 'Tot nu toe waren jullie', zei Ik verder tegen de jongeren, 'zo rein als Mijn engelen in de hemel, en dat was ook de reden waarom Ik jullie Zelf uit de harde banden van de slavernij heb bevrijd. Blijf echter ook in het vervolg zo rein, dan zullen Mijn engelen jullie begeleiden en tegen alle tegenspoed beschermen, en zij zullen jullie voorgaan en leiden op de levenswegen die naar Mijn hemel leiden! - M'n lieve kinderen, hebben jullie dit goed begrepen?'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Toen zeiden allen, speciaal de zeven eersten: 'O lieve Vader en Heer, dat hebben wij nu heel goed begrepen en we zullen ons er ook nauwgezet aan houden! Maar hoe zien Uw engelen er dan uit en waar zijn Uw eigenlijke hemelen?'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...