Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 29 van 278

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[8] Kijk, ieder blij hart dat je in Mijn naam verkwikt hebt, zal eenmaal een nieuwe hemel vol zaligheden zonder maat en tal voor je worden, en het zal je reeds op deze aarde verkwikken zoals geen ander aards geluk dat kan, en het zal in je de echte vrede te weeg brengen, -een vrede die de wereld niet kent! Ga dus nu en neem alles in ontvangst!"
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Laten we dan gaan en ons inschepen op de kleine schepen, die elk, zonder gevaar, makkelijk twaalf personen kunnen vervoeren!" - iedereen stond toen op en volgde Mij.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Ja, beste vriend Marcus, Ik moet met Mijn wil overal, waar er een worden, zijn en bestaan is, van het grootste tot het kleinste, zeg maar oneindig gevarieerd de hand in het spel hebben. Anders zou de eindeloze ruimte maar al te snel zonder wezens zijn; en dus is het best mogelijk dat Mijn wil zich nu met jou zonen bezig houdt."
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JOHANNES gaat naar hem toe en zegt: "Kijk, broeder, je hebt het nu wat moeilijk na de zachte terechtwijzing van de Heer, maar besef dat de liefde en wijsheid van de Heer heel goed weet waarom zij jou dit heeft aangedaan. Als je eens goed diep in je hart zou kijken, zou je de oorzaak zonder moeite zelf al vlug vinden!"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Vrees nu maar voor wat te vrezen is. maar dáárover hoef je je echt nooit bang te maken! Want weet je, als de zon hoog aan de hemel staat, lijkt ze veel kleiner dan wanneer zij vlak boven de horizon zweeft, en ook kan, als zij zo hoog staat, niemand naar haar kijken, omdat zij dan leder oog krenkt. Maar als zij zo laag staat, dan kan iedereen zonder bezwaar naar de komende of scheidende moeder van de dag kijken.
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar op het schip waren ook vijf gevangen genomen gevaarlijke straatrovers, die op de bergpassen tussen Judéa en Samaria hun misdadige praktijken uitgeoefend en al heel wat moorden gepleegd hadden. Zij waren als rabbi's gekleed en zagen er zo gezien heel vriendelijk uit. Toch woonde in ieder van hun harten een heel legioen vreselijke duivels, die deze vijf rovers dwongen op onbarmhartige wijze de reizigers uit te roven en ze dan, om niet door hen verraden te worden, zonder enig medelijden te doden. Zulke rovers werd echter heimelijk door de Farizeeën de hand boven het hoofd gehouden, omdat daardoor bijeenkomsten tussen de ketterse Samaritanen en de Joden op heel veel plaatsen vrijwel onmogelijk gemaakt werden. De Romeinen wisten dat echter ook en waren daarom des te vijandiger tegen zulke rovers. En zulke misdadigers verging het dan ook altijd erg slecht; want op hen werden steeds de pijnlijkste doodstraffen toegepast.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: " Ja, ja, verheven gebieder, zo is het helemaal. Ik voor mij kan er ten minste nooit zo erg uit wijs worden wie er uiteindelijk helemaal gelijk heeft. Het geheel blijft meestal onbeslist. Van de een of andere positieve leer is nooit sprake. De jonge geest probeert alleen maar verwarring in de begrippen van de leerling te stichten, en die moet die dan uit zichzelf zo goed mogelijk weer in orde brengen. Van hulp is al helemaal geen sprake, en daarom blijft het uiteindelijk altijd onbeslist. Wil de leerling de tegenwerpingen van zijn rabbi helemaal ontzenuwen, dan moet hij wel met zulke onwrikbare tegenargumenten komen, dat de rabbi niet meer naar links of rechts kan. Dat betekent dan dat de leerling helemaal gelijk heeft, maar zonder zulke tegenargumenten heeft de leerling steeds ongelijk -ook al klinken zijn beweringen nog zo overtuigend! Oh, mijn Jarah heeft haar rabbi al heel erg in het nauw gebracht. Hij zou er op het laatst zelf niet meer uitgekomen zijn als het meisje hem niet geholpen had, zoals hij zelf toegaf.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Vaak heb ik kinderen gezien, die al in hun prilste jeugd blijk gaven grote geestelijke gaven te bezitten. Wat zou er uit hen hebben kunnen groeien als men bij hun opvoeding rekening gehouden had met hun gaven, en hen overeenkomstig onderricht zou hebben gegeven! Maar men leerde hen, net als de zwakkeren, manden vlechten en liet hun geest op die manier verkommeren! En dat vind ik een groot onrecht! Want wat zou iemand, die zijn geestelijke gaven had kunnen ontwikkelen, de mensheid niet een diensten hebben kunnen bewijzen! En -wat is hij zonder ontwikkeling waard? Hij vlecht manden en vangt daarna vissen en mosselen!
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De naast hem staande oude MARCUS zegt: "Broeder, je hebt geen ongelijk dat je je daarover verheugt, want het is belangrijk om burger van Rome te zijn! Ik ben het door mijn geboorte. Maar toch moet ik jaarlijks net als de Joden een bepaalde schatting aan de tempeljoden betalen. Van de Joden nemen ze slechts de tiende, maar van ons Romeinen een schatting volgens een aan het Romeinse hof op arglistige wijze verkregen recht, -en je moet het met hen op een akkoordje kunnen gooien, om in plaats van de zware schatting, de oorspronkelijke tiende te mogen betalen. Deze plicht van de Romeinse burgers tot het betalen van een schatting, zou van Rome uit zonder voorbehoud van de tempelpriesters afgenomen moeten worden; ten eerste is de opgelegde schatting veel te zwaar en ten tweede maakt zij de tempel te machtig, -en dat is allebei slecht.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Mijn mening daarover zou daarom zijn: Hen zo gauw mogelijk alle concessies van Rome zonder uitzondering af te nemen. Anders loopt Rome gevaar in Azië weldra opstand na opstand te krijgen, en vóór er veertig zomers om zijn, zal Rome de zeer betreurenswaardige eer hebben, Kanaän en het andere Azië voor de tweede keer van a tot z te moeten veroveren! -Dat is mijn mening, die ik nu erg belangrijk vind, omdat ik de omstandigheden binnen de tempel heel precies ken, en ze daarom ook erg verafschuw."
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: "Ongetwijfeld, want zonder volledig onderricht kunnen zij in geen geval vrijgelaten worden! Ook de zeven niet, want een mens raakt de zonde niet zo snel kwijt, als de snelheid waarmee hij zich daaraan heeft overgegeven! Voor de vijf zal een periode van een ongeveer jaar voldoende zijn, en voor de zeven een half jaar. - En laten we dan nu in alle rust blij het nachtmaal tegemoet zien!"
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Bij leerlingen die in allerlei wetenschappen goed thuis zijn, is deze mallier van lesgeven wel de beste ter wereld, omdat daardoor de toch nog beperkte leerling bijzonder actief geleid wordt om zelf te denken te voelen en te vinden. Maar als men zo'n manier van lesgeven bij een leerling toepast, die nog niets weet van alle elementaire wetenschappelijke beginselen, dan zou ik toch wel eens willen zien, wanneer en hoe de leerling zich bij zo'n mannier van lesgeven, het alfabet en uiteindelijk het lezen van het geschreven woord, zonder een wonder, op een natuurlijke manier eigen kan maken!
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarvoor is de overigens goede uitleg van Ebahl niet geschikt en dus kan ik die hier ook niet gebruiken. Daarom zeg Ik U, o Heer, ook zonder omwegen, dat ik U op Uw Gordiaanse vraag geen antwoord kan geven. U zult ons allen de genade moeten bewijzen om Uw vraag Zelf te beantwoorden!"
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Maak je maar geen zorgen! Hier aan deze tafel zitten er, die je zeker zonder Mijn speciale hulp een heel bevredigend antwoord, als oplossing van Mijn vraag aan Josoë, zouden kunnen geven, want ze weten al zo ongeveer uit welke hoek de wind waait. Maar ik wil, dat bij het oplossen van mijn wel wat hoger geplaatste vraag, Mijn Jarah Josoë zal helpen! En daarom vraag Ik jou, lieve Jarah, of je in je hart een juist antwoord op Mijn vraag vindt!"
Hoofdstuk 199: De volle waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar ook al gebeurt dit, dan is dat in zijn algemeenheid, maar ook in de speciale gevallen, toch niet tegen de goddelijke orde en tegen de goddelijke wijsheid. Want kijk, als de edele vrucht rijp wordt, wordt al het stro en worden alle vruchten verzameld en in de schuren gebracht; maar het onkruid blijft achter op het veld en bemest zonder het te willen de aarde, zodat die daardoor voor een volgende uitzaai krachten krijgt, en verlangt om weldra een nieuw edel zaad in zich op te nemen en tot leven te brengen.
Hoofdstuk 202: Toepassing van de gelijkenis van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...