Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9032 resultaten - Pagina 29 van 603

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[10] Als zulke mensen dan goed gaan gisten, hebben ze behoefte aan vrienden die hen weer tot rust zouden kunnen brengen; ga dan naar hen toe en predik hen het evangelie, en ze zullen naar je luisteren, en nooit hun trotse en woedend om zich heen slaande staart tegen je opheffen!
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wel, om deze reden is het goed dat onze gasten gedurende deze nacht een bepaald gistingsproces doormaken; daardoor zal hun geest meer gaan werken, en dan zullen wij het morgen met zo moeilijk met hen hebben. Zie je dat nu in?'
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Na gedane arbeid is een matige rust goed voor de ledematen, maar een overmatige rust is slechter dan helemaal geen rust.'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Alleen voortdurende werkzaamheid voor het algemeen welzijn van de mensen is goed! Want al het leven is een vrucht van de voortdurende en onvermoeibare activiteit van God en kan daarom slechts door ware werkzaamheid in stand gehouden worden en voor de eeuwigheid bewaard blijven, terwijl uit het nietsdoen alleen maar de dood voor de dag komt en komen moet.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Natuurlijk kun je zeggen: 'Door nood en tegenspoed ontstaan ook toorn, wraak, moord en doodslag en nijd, hardvochtigheid en vervolging!' Dat is beslist waar; maar hoe erg deze zaken ook zijn, de gevolgen daarvan zijn toch nog beter dan de luie rust, die dood is en geen goed en ook geen kwaad veroorzaakt.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Deze woorden waren echter aan Thomas gericht. Hij ging naar Maria en vroeg haar om zijn goed bedoelde mening niet onvriendelijk op te nemen. Maar Maria suste hem en was zeer vriendelijk over zijn zorg over haar en het werd Thomas weer lichter om het hart, zodat hij weldra weer helemaal gerustgesteld naar zijn plaats ging.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Alleen Matthéus zei na een poosje bij zichzelf: 'Morgen bij het krieken van de dag wordt deze leer van de werkzaamheid en de rust, zo goed dat mogelijk is, opgeschreven op een vel dat alleen voor deze leer gebruikt wordt; want deze buitengewoon belangrijke leer mag voor geen goud van de wereld verloren gaan!' En toen niet lang daarna de dag aanbrak, hield Matthéus ook zijn woord; en deze leer heeft nog lang bestaan en is door Jonaël en Jaïruth ook naar Samaria meegenomen, maar in de loop der tijd werd ze zeer misvormd en is daarom ook verloren gegaan. Zolang ze echter nog in omloop was, circuleerde ze onder het volk onder de naam 'de nachtprediking'.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Heb God met al uw krachten lief en aanbid Hem in geest en in waarheid; maar heb ook uw naaste arme broeder en zuster lief; vervolg uw vijanden niet; vervloek niet degenen die u vervloeken en doe degenen die u kwaad doen, goed, dan zult u gloeiende kolen op hun hoofden stapelen, en God zal uw werken aanschouwen en ze honderdvoudig aan u vergelden.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als u dit goed ter harte neemt en daarnaar handelt, zal het u spoedig duidelijk worden, met welke middelen Ik uw zieken heb genezen. - Nu weet u alles wat u moet weten. Vraag niet om meer, waaraan u toch niets zou hebben als men het tegen u zei.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Nu goed, dan zullen wij nu ook aan het ochtendmaal gaan!'
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Baram zegt: 'Broeder, ik weet maar al te goed dat duizend gasten per dag je voorraden in duizend jaar niet kunnen opmaken; maar ik behoor goddank toch ook niet tot de armen van dit land, dus laat me vandaag nog maar het plezier al deze gasten te verzorgen! Want ik schep er erg veel genoegen in, met dat beetje wat ik heb de Heer te mogen dienen! Morgen zullen jouw kookkachels weer net zo veel werk hebben als ooit tevoren!'
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Want als de mens eenmaal door oefening wat vaardigheid heeft verkregen in de beschouwing van zijn innerlijk, dan ontdekt hij in zichzelf ook heel gemakkelijk en heel snel welke valstrikken de satan voor hem heeft opgezet, en dan kan hij deze behoorlijk onklaar maken en vernietigen en tijdig maatregelen nemen tegen alle toekomstige valsheid van deze vijand. Dat weet de satan maar al te goed en daarom is hij zo ijverig mogelijk bezig om de ziel zelf met allerlei naar buiten gerichte begoochelingen af te leiden, en onderhand heeft hij dan niet veel moeite om onzichtbaar voor de ziel allerlei vallen uit te zetten, waarin zij tenslotte zo verstrikt raakt dat ze dan niet meer tot zelfbeschouwing kan komen, en dat is heel erg.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Meteen na Mijn woorden Iaat het ondier enige malen na elkaar Zijn ploffende stem horen, en daarna beweegt het zich weer heel rustig, maar toch tamelijk snel naar ons toe, waarbij het zijn vraatzucht maar al te duidelijk Iaat blijken door het voortdurende kronkelende slaan met Zijn lange staart, die zo sterk is als een boom. Maar de leerlingen zijn nu heel goed in vorm en laten zonder vrees en onversaagd het ondier op zich afkomen.
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar weet je, het is met jou net als met alle menselijke domheid: heimelijk schamen ze zich er voor, maar ze willen het verbergen onder allerlei prachtige wijs lijkende vragen, ze beseffen echter niet, dat ze daardoor eigenlijk pas goed hun domheid ten toon spreiden! Laat daarom Mijn goedaardige woorden een les voor je zijn, want anders kon je nog wel eens hard ergens tegen op botsen, en Ik zal je dan niet zo vlug uit de modder halen!'
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Jaïrus zegt: 'Ik heb hem toch zeer hoffelijk laten verzoeken; en Hij, die alleen maar liefde leert, en dat men zelfs zijn vijanden goed moet doen, geeft mijn aan Hem gestuurde boodschapper zo'n antwoord!'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...