Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 29 van 222

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[1] "Kijk, jij bent de verantwoordelijke persoon voor alle wetten; alle macht en alle gezag van Rome in geheel Azië en een deel van Afrika en toch bepaalt hier Mijn wil of de misdadigers veroordeeld of vrijgelaten worden en tegen Mijn wil kun je niets doen.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Toch ben jij geen machine, omdat je inziet dat hetgeen je op Mijn aanraden doet alleen maar geheel volgens de orde van God en dus juist is; en begrijp je iets nog niet, dan vraag je het en dan handel je naar eigen inzicht. Dat is dan geen dwang van buitenaf, maar van binnen uit en behoort helemaal tot de vrije levensorde.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt MARCUS weer, die zijn geduld wat begint te verliezen: "Ik weet waarachtig niet wat ik met jullie aan moet. Ik kan er wel niet zoveel tegen inbrengen, maar helemaal gelijk geven kan ik jullie ook niet. Jullie klachten zijn wel niet helemaal ongegrond, maar jullie schijnen het geheel toch in jullie ongelukkige opwinding zwarter te zien dan het in werkelijkheid is. Als je zelfs mij echter voor een duivel aanziet, zeg me dan eens of dit hele gezelschap soms uit enkel duivels bestaat!"
Hoofdstuk 24: De helderziendheid van de genezen bezetenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Satan moet derhalve toch een latent genoegen scheppen in het goede en wil daarom de gehele goede levenskracht aan zich ondergeschikt maken. Maar juist door dit voortdurend pogen neemt hij steeds meer van het goede in zich op en maakt daardoor, zonder het te willen, zijn slechtheid steeds minder slecht. Daardoor komt er in zijn levenswezen steeds meer orde, meer kennis en zuiver inzicht en hij zal er op 't laatst niet meer omheen kunnen zichzelf geheel over te geven, omdat hij door zijn aard en door zijn neiging onmogelijk kan verhinderen dat hij voor een deel voortdurend overwonnen wordt.
Hoofdstuk 25: Mathaël's opvatting over de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Dan zegt de vlakbij staande CYRENIUS: "Kijk, ik ben de Romeinse opperstadhouder van geheel Azië en een deel van Afrika, evenals van Griekenland! Ik heb jullie nu leren kennen en ik heb vastgesteld dat jullie geen gewone mensen zijn. Ik neem jullie onder mijn hoede en het zal jullie nooit aan iets ontbreken en er zal ook wel een voor jullie geestkracht passende bezigheid gevonden worden.
Hoofdstuk 26: Toespraak over de strijd in de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Want als Mijn wil je dwingt, ben je een gebonden slaaf, als je eigen wil je echter dwingt, ben je vrij; want je wil doet voortaan dat wat je verstand, het licht van de ogen van je ziel, slechts als waar en goed ziet! Maar met de wereld zou het anders zijn als zij gedwongen werd om Mijn wil op te volgen; zij zou vooraf niet beseffen wat alleen maar goed en waar is en haar manier van doen zou dan op dat van de dieren blijken en eigenlijk nog minder zijn dan dat. Want het dier staat op een dusdanige trap dat een dwang die in zijn aard is ingeprent, geen verdere morele schade kan veroorzaken aan zijn ziel, omdat de ziel van een dier nog lang niet toe is een vrije morele wet. Maar de ziel van de vrije mens zou door een innerlijke, mechanische dwang in haar wezen zeer grote schade lijden, omdat het onder het oordeel staande dierlijke geheel in tegenstelling tot haar vrije zedelijke natuur zou zijn.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ook de dertig Farizeeën en levieten bekijken nu de rollen en de eerdere woordvoerder, die Hebram heette, zegt: "Ja, wat ik nu heb gezien en gelezen is woordelijk wat hier besproken werd. Maar hoe het de engel mogelijk is in een oogwenk verscheidene rollen correct en goed leesbaar geheel te beschrijven, gaat ons helemaal niets aan en daar zou ik dan ook mijn hoofd niet over willen breken, omdat ik bij voorbaat er van overtuigd ben dat dat niets op zal leveren. Want wij stervelingen zullen de onsterfelijkheid pas dan geheel begrijpen als wij eens geheelonsterfelijk zullen zijn. En daarom zullen wij de handelingen van de geesten ook dan pas geheel begrijpen als wij eenmaal zelf geheel zuivere geesten zullen zijn; maar in ons lichaam zullen wij dat nooit kunnen.
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Daarom is het beter over zo'n fenomeen helemaal niet na te denken! Er zijn toch zaken en verschijnselen in de natuurwereld die geen sterveling ooit geheel zal begrijpen. En als de dwaze mens daarover zou gaan nadenken, zou hij al gauw gek worden! Voor de hemelse geesten zal het zeker zonder meer duidelijk zijn en ons kan het op den duur ook duidelijker worden dan nu. Maar zouden wij het nu meteen willen begrijpen, dan raakten wij stellig met onze gedachten in de knoop. Daarom kijk ik graag naar een wonder, maar ik heb er helemaal geen behoefte aan om er verder over na te denken. Ook al zou men er echt iets van begrijpen, dan zou men het toch niet na kunnen doen en als men dat niet kan, heeft men aan een half inzicht toch nog niets!"
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] HEBRAM zegt: "Goddank, ja, beste hoge vriend en beschermer! Als een verschijnsel maar belicht en verlicht wordt, wordt het wonderbaarlijke ervan tenslotte iets geheel natuurlijks! Als wij ons in het vervolg soms weer over een wonderbaarlijke omstandigheid te zeer zouden verbazen, moet die verbazing op rekening van onze domheid geschreven worden! Want slechts domheid kan zich over iets verwonderen dat zij onmogelijk kan begrijpen. Ware wijsheid verwondert zich zelfs in de verste verte niet, omdat zij precies weet waar het om gaat. Maar wij met z'n dertigen zijn nog erg dom en er kon ons dus nog wel eens veel verwondering te wachten staan aan de zijde van onze grote Meester, Heiland en met recht onze beloofde Messias! -Maar nu maakt Hij aanstalten om op te staan en te gaan en dus zullen wij ons ook daartoe gaan klaarmaken!"
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] EEN van de vijf zegt: "Ja, er gaat mij nu een licht op! Het lijkt wel alsof Ik een boze droom heb gehad en uit deze droom herinner ik mij nu, dat ik door een roversbende gevangen werd met nog vier anderen. Wij werden in een donker hol gebracht en daar in handen van duivels overgeleverd. Die bewerkten ons eerst van buiten, om roofmoordenaars van ons te maken, wat zij ook waren. Omdat wij ons daar erg tegen verzetten, namen de duivels bezit van onze lichamen. Toen verloren wij zo goed als geheelons eigen bewustzijn en een duivelse hunkering en aandrift maakte zich van onze harten meester en wij waren voor ons zelf zo goed als verloren. Wat wij toen in die verschrikkelijke toestand allemaal uitgevoerd en ondernomen hebben, daar weten wij niets van. Ik kan mij alleen nog herinneren dat wij pas kort geleden door Romeinse krijgslieden zijn gevangen genomen. Wat er echter daarna met ons gebeurd mag zijn, is mij in ieder geval geheel niet beken.d en ik weet beslist met hoe wij hier zijn gekomen en waarom eigenlijk! Men moet ons erg mishandeld hebben, want we zitten nog vol wonden en builen, die zover ik voel nu in ieder geval geen pijn meer doen. Ach, God, het moet ons toch wel erg slecht zijn vergaan!?"
Hoofdstuk 22: De wanhoop van de genezen bezetenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zoals gezegd, moeten jullie daarom wat redelijker zijn in jullie uiteraard heus niet geheel onjuiste opvatting. Dan is het wel zeker dat je binnenkort heel blij zult worden."
Hoofdstuk 26: Toespraak over de strijd in de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Je ziet wel de mooie golving van de zee, maar de.dood brengende monsters onder de lieflijk spelende golfjes zie je niet! Jij ziet overal een verheven leven aan het werk, wij zien niets dan de dood en een onophoudelijke achtervolging van al het goede en betere leven. Jij ziet alleen maar vriendschap en ten opzichte van het geringe aantal vijanden dat je ziet, heb je ook macht genoeg om te denken dat zij voor jou geheel onschadelijk zijn; wij zien daarentegen niets anders dan vrijwel zuivere, voor het grootste deelonoverwinnelijke vijanden!
Hoofdstuk 26: Toespraak over de strijd in de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ook vóór dit bestaan waren wij er al, maar toen in de vorm van de nog onontwikkelde, koude levensdampen in het koude, rustige water . Zo heeft ook de hoogste levenskracht in God een dubbel bestaan, ten eerste een stil bestaan dat zich alleen maar bewust is van het bestaan en ten tweede een vrij bestaan dat lijkt af te stammen van een innerlijk bezigheidsprincipe dat zich volkomen bewust geheel en al doorgrondt!
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Jij lijkt op een mens die 's morgens nog lekker slaapt en door zijn reeds lang wakker zijnde vrienden gewekt wordt, waarop hij eerst heel geërgerd reageert; pas als hij met wat moeite helemaal wakker wordt, ziet hij de weldaad van het geheel wakker zijn en vervolgens verblijdt hij zich over zijn lichte en vrije leven.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ik heb ze thans echter geheel gezuiverd en in hen het enig ware, onbedrieglijke levenslicht ontstoken en daarmee de weg versperd waarover mogelijkerwijs de uitgedreven, slechte gasten hen nog eens een nadelig bezoek zouden kunnen brengen.
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...