Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 29 van 103

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[4] Maar onze Thomas kon toch niet nalaten een opmerking te plaatsen omdat hij door Mij wist, dat Judas Iskariot zich in het nieuwe dorp duchtig te goed gedaan had aan de daar aanwezige wonderwijn. Ditmaal deed Judas Iskariot echter net of hij Thomas helemaal niet gehoord had, maar hij ging toch, nadat hij een flinke beker wijn leeggedronken had, naar buiten, en wij zagen hem deze nacht niet terug. Buiten had hij een burger aangetroffen die met hem sprak over de gebeurtenissen van deze dag en hem toen ook mee naar huis nam, waar hem een goede en rijkelijke avondmaaltijd ten deel viel.
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK beval hun echter op te staan en zei tegen hen: 'Leer datgene wat jullie nu gezien en uit de mond van jullie mannen gehoord hebben, ook met alle geduld en zachtmoedigheid aan jullie kinderen en bedienden, en later ook aan de kinderen van andere ouders. Vestig op die wijze een ware levensschool in Mijn naam, die jullie ook van je mannen zullen horen, dan zullen jullie omspoeld worden door de hemelse zegen -zoals een eiland in de rivier omspoeld wordt door het water van de rivier, en voor het voedsel van haar planten, struiken en bomen onafhankelijk is van wereldse regen uit een duistere wolk die het licht van de zon wegneemt. Denk daaraan en handel daarnaar, dan zullen jullie vanuit de dood van deze wereld tot het leven van de geest doordringen, zoals Ik in Mijn aards-menselijke deel Zelf doordrongen ben van de goddelijke geest! En als jullie werkelijk in Mijn naam zullen geloven, zullen jullie in alles door God geholpen worden; want Ik ben de levende band tussen God en de mensen'
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Nu bent u bij ons, arme sterfelijke mensen, gekomen en u heeft ons ook een eeuwig leven aan gene zijde beloofd! Wij twijfelen er geen ogenblik aan dat u ons dat ook op een heel begrijpelijke wijze zult bewijzen, -maar zeker ook alleen maar voor de tijd dat wij in deze wereld blijven leven! Zijn we eenmaal gestorven, wel, dan hebben we natuurlijk geen bewijs meer nodig; want leven we verder dan is ieder ander bewijs overbodig -en, leven we niet verder dan is het nog overbodiger! Hoofdzaak is, dat wij arme mensen in ieder geval tijdens de duur van ons leven op deze aarde, door wat voor blind geloof dan ook, daar vast aan blijven geloven; want dat kruidt dan tenminste voor een deel van de mensen van deze aarde de korte spanne van hun leven en maakt voor hen hun lijden verdraagbaar. Het best er aan toe zijn altijd de dwazen en blindgelovigen, en grote ervaring leert dat men kan zeggen dat de goden iemand die zij met wijsheid begiftigden wel erg hebben moeten haten.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Zo werd dan deze niet onbelangrijke zaak geregeld en het ergste deel van het heidendom van dit plaatsje op een betere en lichtere weg geplaatst.
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Deze plaats was belangrijk, omdat de tempel voor heel veel heidenen die van tijd tot tijd een pelgrimstocht daarheen maakten, een tweede orakel van Delphi was, en deze priesters en priesteressen waren daar al erg rijk van geworden. Van daaruit kon dan ook over een groot deel van de Aziatische Grieken en Romeinen een beter licht uitgestort worden, en daarom bleef Ik hier ook wat langer dan in de eerder bezochte plaatsen van het kleine en eigenlijke, alsook van het grote en oneigenlijke Galilea.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen de rijke man zag dat hij met geweld niets tegen de vele arbeiders kon uitrichten, bezon hij zich en zei: 'Wees kalm! Ik zie het onrecht in dat ik jullie heb aangedaan, en ik zal jullie van nu af aan helemaal behandelen alsof jullie mijn eigen kinderen zijn, en ik schenk jullie het algehele lees en verzamelrecht, en jullie behoeven mij, als degene die dit land met veel moeite en veel angst en zorgen ontdekt heeft, slechts het tiende deel van al het verzamelde af te geven, waarvoor ik jullie echter zoveel mogelijk toevlucht en bescherming zal geven.'
Hoofdstuk 117: Het verhaal van de rijke man en zijn werklieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ogenblikkelijk zagen allen in de vrije, hoge ruimte van de zaal boven de tafel de zon, de maan en de aarde, en ook alle andere planeten met hun manen, en alles bewegend als in werkelijkheid. Aan de verbazing kwam geen einde, en Ik legde het hun twee uur lang heel nauwkeurig uit, en toen begrepen zij alles, wat hun veel plezier deed. Behalve het wiskundige deel liet Ik hun echter ook de bewoonbaarheid van de zon en alle planeten en hun manen zien, en heel uitvoerig de bewoonbaarheid van onze aardse maan, en zei toen in het bijzonder:
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De priesters hadden hun namelijk op de man af verteld, dat Ik wat Mijn geestelijke deel God Zelfben, de Enige en Enkele, en dat Ik een uiterlijk lichaam heb om Mij voor de mensen zichtbaarder en toegankelijker te maken. Zij zeiden dat Mijn lichaam weliswaar net als het lichaam van ieder mens begrensd is -, maar dat Mijn geest alles doordringt, dichtbij en veraf, en daarom slechts hoeft te willen om dichtbij en veraf te laten gebeuren wat Ik maar wil. Als ik iets wil, is het er al en blijft het bestaan zolang Ik het wil laten bestaan. Als Ik het echter niet meer verder wil laten bestaan, bestaat het ook niet meer, en wel alsof het er nooit geweest is. Ook weet Mijn innerlijke, goddelijke geest alles, hoe verborgen ook; ja, Ik ken volgens hen zelfs de allergeheimste gedachten van alle mensen op de hele aarde en weet ook alles wat er waar dan ook nog zo verborgen gebeurt.
Hoofdstuk 119: De eerbied van de priestervrouwen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Nog maar net had Ik dit gezegd, of ons vaartuig dreef al op het rustige deel van de stroom, waar de rivier erg breed en ook erg diep was. We waren nauwelijks twee morgen op dit rustige deel verder gedreven, toen onze beide schippers de roeiriemen ter hand namen om stroomafwaarts te roeien; maar Ik zei tegen hen dat zij dat nu niet moesten doen.
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE SCHIPPERS zeiden echter: 'Heer, dit is een onveilige plaats, waar je gemakkelijk door gemene rovers aangehouden wordt die ieder vlot dat zij inhalen veel te veel schatting laten betalen! Als wij ons vaartuig echter sneller later gaan, halen zij ons voor de volgende stroomversnelling niet in, en dan zijn we al veilig omdat zij zich niet voorbij dit rustige deel wagen.'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE WAARD, die natuurlijk ook bij ons was, zei: 'Heer en Meester, ik vind het erg jammer dat mij niet de genade ten deel kan vallen u allen in mijn huis te herbergen! Maar laat in ieder geval een aantal van uw leerlingen mijn gast zijn.
Hoofdstuk 135: De persoonlijkheid van God. Gods wil en de wil van de mens. De kracht van de wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] DE PRIESTER zei: 'O verhevene, dat is voor ons een heel moeilijke zaak, omdat wij volgens onze voorschriften eigenlijk nooit van deze wijsheidshoogte af mogen dalen naar de laagvlakte! Want symbolisch woont de wijsheid steeds alleen maar op de zuivere hoogte en daalt nooit in de vuile laagte af, zoals ook het verstand van ieder mens in zijn hoofd zetelt, in het hoogste deel van zijn lichaam.'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] DE REUS EN met hem ook zijn niet minder krachtige NEGEN BROEDERS zeiden: 'Heer, leen ons dan slechts een klein deel van Uw almachtige genade, dan zullen wij voor altijd een einde maken aan hun gemene praktijken!'
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE HOOFDMAN was erg blij over de openhartigheid van de tien en zei: 'Dat jullie daarin volkomen gelijk hebben, spreekt vanzelf; maar wanneer jullie al, zoals ik vast heb kunnen stellen, alle hoofdbeginselen van de leer volledig onder de knie hebben en precies weten watje te doen en te laten hebt, zou het volgens mij voor jullie ook tijd zijn om je onder de heidenen begeven en hun mogelijkerwijs ook over het grote genadelicht van God te vertellen dat jullie ten deel is gevallen. -Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar toen zei DE REUS: 'Beste vrienden, hoewel ik nog maar pas leerling van deze Meester en Godmens ben, deel ik deze mening niet! Hoe gaat het dan met een kind, waarin vaak ook al heel vroeg een kwade wil tot uiting komt? Moet het niet de wijze wil van zijn ouders gehoorzamen, en zijn eigen wil tenslotte alleen maar gebruiken om datgene te doen wat zijn ouders willen? En als het mettertijd meer en meer gewend geraakt is aan de wil van zijn ouders, wordt het zelf wijs, weet dan wat juist en goed is en verafschuwt uit zichzelf het kwade, verkeerde en onrechtvaardige. Daardoor komt het pas tot het ware zelfbewustzijn en tot de ware, redelijke zelfstandigheid. Zou het kind echter ooit zover gekomen zijn als het niet de wil van de wijze ouders tot de zijne gemaakt had?!
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...