Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 29 van 71

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[7] Als er nu in deze tijd, terwijl Ik nog in een lichaam op deze aarde temidden van jullie rondga en leer, al verscheidene mensen in Mijn naam beginnen rond te trekken en Mijn leer tot hun materiële voordeel verbreiden, maar daar ook hun eigen onzuivere zaad tussen mengen, waaruit tussen de magere tarwe op de akker des levens en de waarheid daarvan al gauw veel slecht onkruid zal opgroeien - zal het dan verbazing wekken als er in later tijden in Mijn naam nog meer valse en niet geroepen leraren en profeten opstaan en met machtige woorden, met het zwaard in de hand, tot de mensen zullen roepen: 'Kijk, hier is Christus!' of 'daar is Hij!'?
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar de waard, die zelf bang werd vanwege de zo plotseling opgestoken storm, zei: 'Hoe kunnen jullie, dienaren van God, dat aan mij vragen? Anders weten jullie toch altijd alles en zeggen dat God zonder jullie, die Zijn enige plaatsvervangers en Zijn dienaren en knechten zijn, niets op deze wereld kan doen. Dan zullen jullie nu ook wel het best weten waarom God deze geweldige storm zo plotseling heeft laten ontstaan en hoe het af zal lopen. Wat moet Ik, die door jullie nog steeds als een halve Samaritaan word beschouwd, dan weten, als jullie, die zo dicht bij God staan, zelf vol vrees en angst vragen beginnen te stellen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'We blijven hier aan tafel; want Mijn leerlingen slapen hier voor het merendeel toch al en de lampen beginnen uit te gaan.'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De Farizeeër zei: 'Heel goed, - maar met het bespreken zal het de rest van de nacht niet veel meer worden; want ook mijn oogleden beginnen zwaar te worden!'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Eerst zal Ik onzichtbaar komen in de wolken des hemels, wat zoveel wil zeggen als: eerst zal ik beginnen de mensen te benaderen door waarachtige zieners, wijzen en nieuw opgewekte profeten, en in die tijd zullen ook vrouwen profeteren en jongemannen heldere dromen hebben, waardoor ze de mensen Mijn komst zullen verkondigen, en velen zullen daarnaar luisteren en hun leven beteren; maar de wereld zal hen voor waanzinnige fantasten uitmaken en hen niet geloven, zoals dat ook bij de profeten het geval was.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Wat wint de sabbatsviering erbij als de Joden zich dikwijls al drie uur voor zonsopgang overmatig volvreten en volzuipen, en wel zodanig dat ze de hele sabbat nauwelijks kunnen gaan of staan en na zonsondergang weer beginnen te brassen en te zwelgen tot middernacht, zodat ze daarna ook de volgende werkdag tot geen enkel werk in staat zijn? Weet, dat zo'n sabbatsviering in Mijn ogen een gruwel is; maar als je de sabbat houdt op de manier die Ik je nu getoond heb, is dat Mijn wil en Mij dus zeker welgevallig. Denk daarom altijd bij jezelf: de letter van de wet doodt; alleen de innerlijke geest van liefde en waarheid maakt vrij.'
Hoofdstuk 109: De ware sabbatsheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Een ander groot deel van de mensen zal zich in een nog veel dichter en duisterder heidens bijgeloof bevinden dan nu alle heidenen op de hele aarde. Geruime tijd zullen ze hun leraren, vertegenwoordigers en beschermers vinden in de groten en machtigen van de aarde van die tijd; maar de kinderen der wereld, die goed toegerust zullen zijn met alle wetenschappen en andere verworvenheden, zullen het zeer duistere bijgeloof met alle geweld onderdrukken en de groten en machtigen der aarde in meer dan grote verlegenheid brengen, omdat door de wetenschap allerlei soort kennis het gewone en lange tijd met alle geweld blind gehouden volk zal beginnen in te zien dat het alleen maar geknecht is geweest ter wille van de wereldse roem en het comfortabele leven van die groten en machtigen, die zelf geen geloof hadden. En als Ik dan kom, zal Ik ook bij hen geen geloof vinden.
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen wij de zaal binnenkwamen, kwamen de tempeldienaren ons direct tegemoet, begroetten Mij en Kisjonah en wilden onmiddellijk naar de verblijfplaats van de Nazarener beginnen te informeren.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen wij bij de oever waren, waar grote golven tegenaan sloegen, zei Kisjonah, en ook Philopold, tegen Mij: 'Heer en Meester! Mijn knechten hebben in natuurlijk opzicht toch een heel juiste opmerking gemaakt - zonder goede schepen en deugdelijke, sterke netten zal er op een natuurlijke manier niet veel te beginnen zijn. Voor U, o Heer, is natuurlijk niets onmogelijk, maar wij mensen kunnen alleen iets met veel moeite tot stand brengen, als de gelegenheid en de omstandigheden daarvoor gunstig en aanwezig zijn.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Mijn beste vrienden, als jullie de mensen in Mijn naam beginnen te onderrichten en te vormen, zeg dan eerst: 'De ware vrede zij met jullie! Want het rijk Gods is bij jullie nabij gekomen!'
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Toen wilden de twee een gesprek met Mij beginnen; maar er kwam een dienaar die ons voor het ochtendmaal uitnodigde. De beide Grieken volgden ons echter tot aan het huis en wachtten tot Ik weer uit het huis zou komen; want ze wilden Mij tot iedere prijs nader leren kennen.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Hier waren de twee oude Grieken zo verbaasd over, dat ze helemaal met wisten hoe ze zouden beginnen te spreken.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] En zo zal het ook de geesten vergaan die jullie gezien hebben; als er echter enkelen onder hen zijn die door allerlei overeenstemmende, door Mij toegelaten verschijnselen het zinloze van hun streven beginnen in te zien, zullen die ook gemakkelijker opstijgen naar het licht der waarheid.'
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Toen met name de Grieken en onze Romein Rafaël zagen, verstomden ze helemaal en konden zich in hun hart maar niet genoeg verbazen over de buitengewoon mooie gestalte van de engel; bovendien had zijn korte toespraak tot Mij vol geest, waarheid en leven, zo'n diepe indruk op hun gemoed gemaakt, dat ze lange tijd geen idee hadden wat ze nu met die voleindigde engelengeest moesten beginnen.
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Of denk je soms dat de Meester, die de zichtbare hemel, deze aarde met alles wat zich daarop bevindt en de mens vanuit Zichzelf volgens Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft geschapen, zelfs het meest onaanzienlijke mosplantje soms alleen maar heeft laten ontstaan opdat Hij, de Eeuwige, gedurende een paar ogenblikken aan zo'n schepseltje genoegen zou beleven, het dan weer zou vernietigen en laten vergaan, maar onmiddellijk op een ander plekje voor Zijn plezier eenzelfde spelletje zou beginnen? O vriend, wat zou zo'n denkbeeld kleingeestig zijn!
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...