Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 29 van 1112

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[9] Maar de mens, voor wie Ik alles heb geschapen, voor wie Ik zoveel groots heb gedaan, en nog eeuwig zal doen, ja voor wie Ik onophoudelijk zorg, en voor wie Ik al Mijn wijsheid en liefde inzet, meer dan een met liefde vervulde bruidegom voor zijn allerlief ste, dierbaarste bruid, deze mens vindt overdag nauwelijks een uurtje voor Mij en dan alleen maar op de manier zoals een slonzige kookster vaak heel gedachteloos zout in het eten doet, omdat ze dat gewoon is te doen, of om tenminste te kunnen zeggen dat ze zout in de soep heeft gedaan ook al smaakt deze vaak niet veel beter dan puur lauw water zonder kraak of smaak. - Werkelijk, Ik zeg jullie, door zo'n verering wordt jullie God niet dikker en daardoor jullie eigen leven ook niet krachtiger. Want het leven van jullie houten huis - en kamercrucifixen, die jullie door een erbarmelijk lichaam toont hoezeer jullie verering en jullie godsdienst op die van de joden lijkt, die tenminste de levende aan het kruis hebben geslagen, terwijl jullie hier veel te lui en te lauw voor zouden zijn en er genoegen mee nemen, dat iemand jullie zo'n volbrachte houten kruisiging verkoopt, die dan juist geschikt is om in Mijn plaats de atomen van jullie verering aan te nemen. O, jullie dwazen! Jullie vereren dus het bewerkte hout, steen of metaal, net zoals de hond een hoeksteen vereert, die een voorganger heeft besnuffeld, zo drukken jullie je lippen op het hout en denken, als jullie daarbij nog een zogenaamd 'Onze Vader' en 'Weesgegroet' hebben gebrabbeld, of als jullie in een stenen kerk vol beeldhouwwerk bijna een uur lang gedachteloos en uitgedost, met een verguld gebedenboek in de hand hebt doorgebracht, dat je Mij gediend en Mij boven alles vereerd hebt. O, jullie dwazen. Geloven jullie dan dat Ik in hout ben, in steen, in metaal of enig ander ijdel houtsnijwerk dat gemaakt is door meubelmakers, beeldhouwers, draaiers, bankwerkers, slotenmakers, smeden, metselaars en schilders? Waarlijk, Ik zeg jullie: al die vereerders, als ze zich tenminste hier op aarde niet anders zullen bedenken, zullen mettertijd aardig lang op de maan naar school moeten gaan en daar onder de grootste geestelijke en ook lichamelijke moeilijkheden moeten ervaren, dat de levende God beslist geen welgevallen heeft aan zo'n onzinnige verering, want die is veel slechter dan die van de blinde heidenen, die hun afgoden tenminste uit vrees, al is het dan niet uit liefde, een werkelijk offer brengen terwijl jullie Mij de levende God, vereren alsof Ik helemaal niet bestond, of alsof Ik waarlijk alleen maar van hout was of, in een gunstiger geval, oudbakken of pas gebakken uit meel.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Wat de laatste vraag betreft, jullie gedachte als zou de maan het slaapwandelen veroorzaken, is volkomen onjuist. Dit wordt in de tijd dat het volle maan is alleen maar veroorzaakt door het intensiever worden van het magnetisch fluïdum van de aarde zelf. Als de maan zich in het volle licht van de zon bevindt, drijft het licht het magnetisch fluïdum van de maan als het ware weer naar de aarde terug, waardoor de aarde dan weer hoger geladen wordt en mensen, wier bloed door inwerking van water, lucht of etenswaren meer metalen bevat, hebben dan de natuurlijke mogelijkheid in zich, juist dit terugstromend fluïdum geleidend op te nemen.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Voorwaar Ik zeg u: de oude verbondsark, vol van de Geest Gods, staat in Mij nu voor en zegt u midden in het gezicht, dat er zich in uw nieuwe verbondsark geen zonnestofje groot aan enige Geest uit God bevindt, maar wel een overvloed aan de oude boosaardige geest, die nieuwe geruchten en verzinsels uitbroedt in uw eigen harten. En dat vervloekte water zijn de kwalijke tranen om de vele verliezen aan wereldse roem, waarvan gij voor uzelf al grote winsten had verhoopt; en degenen die u verrieden aan de Romeinen zijn -als het u gelukt was hen in uw handen te krijgen -voor het merendeel aan dat vervloekte water allerellendigst dood gegaan!
Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[14] In de leeg geworden larve komt na de uittreding van het leven dadelijk de vochtigheid van de lucht en hij valt dan, nadat veel van zulke larven zich verenigd hebben, als regen op aarde neer. Nu pas begint een werkelijk aards dierenleven en wel in de tussenruimten van de met water gevulde hulsjes. Want als de verloste* (** D.w.z. door een hogere ontwikkeling vrijgekomen.) en vrij geworden geesten ui het laagste plantenrijk dat bemerken, treden ze (volgens Mijn ordening) dadelijk uit hun hulzen en verenigen zich bij miljoenen met dit als het ware elektrische dierenleven en vormen de bekende infusoriën diertjes. Je kunt je daar zelf van overtuigen: leg één of andere plant in het water en laat haar daar enige tijd in liggen. Breng dan een grote druppel onder een microscoop en je zult dan op een punt dat zo groot is als een zandkorrel een menigte vrij levende en zich bewegende diertjes ontdekken. Dat is dus de eerste diersoort, die in voor jullie waarneembare materie tevoorschijn komt.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[17] Zo gaat het trapsgewijs steeds omhoog, totdat weer duizend soorten doorlopen zijn. Dan komt er weer een indrukwekkend proces dat zichtbaar is en da t zich aankondigt door stormen en hevige bewegingen in het water, waarbij zulke geesten machtig worden en hun tegenwoordigheid door de wind laten voelen. Daar heeft dan een deling plaats. Enkele verenigen zich tot allerlei aardwormen en andere tot wonnen in het water. En de verdere verwekking gebeurt dan doormiddel van zichtbare grotere hulzen, die jullie 'eitjes' noemen en waaruit dan weer dezelfde soort voortkomt, om daarna weer veelvuldige lagere klassen op te nemen.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Er zijn in de zee zoveel diersoorten, dat men zich zou kunnen afvragen op welke manier deze allemaal tot de trap van de duif kunnen komen. Maar van de poliep zijn er zeer veel verschillende soorten en voor elke diersoort in het water vindt men overeenkomstige poliepen. En deze poliepen zijn doorgaans niet, zoals natuuronderzoekers denken, een allerlaagste soort in de dierenwereld, maarveel meer rustige zuiveringsinrichtingen, die altijd alles verteren wat ze te pakken krijgen. En zo vormen ze een middenklasse tussen de wormen en alle mogelijke vissoorten. Want door hen wordt de wereld van de wormen tot een hogere trap bevorderd.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] De zuurstof namelijk, of het zure uit het water, verbindt zich met het gelijksoortige minerale uit de stenen. Ook het bijzonder zware vet uit het gas wordt afgescheiden door een buitengewoon fijn organisch filter. Het zuivere gas echter stroomt in talloze kleine organen in de schacht van d e veer; deze organen worden van tevoren gevormd door nevenorganen uit het afgescheiden vet, vermengd met andere uit het bloed opgenomen vloeistoffen. Er bevindt zich namelijk in de schacht een zogenaamde 'ziel' of 'veermoeder', die uit vele aan elkaar gerijgde blaasjes is gevormd.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] In het water van de zee huist een eigenaardig wezen, dat jullie de naam 'poliep' geven. Dit dier, dat zich op een bepaalde plaats vastzet als een soort boom, grijpt met zijn vele slurfarmen de wormen en waterinsecten, die in zijn buurt komen en verslindt ze in grote hoeveelheden; daardoor groeit hij dan vooral diep in de zee aan tot de grootte als van een boom. Als nu zijn verteringsorganen steeds vaster zijn geworden, begint hij, weer gelijk een boom, gedeeltelijk af te sterven en leeft alleen nog maar met de laatst gegroeide slurven voort, tot hij wegens gebrek aan voedsel eindelijk sterft. Daarna gaat zij n hele vormloze wezen over in een ontelbaar aantal kleine, rode wormpjes, die afsterven, nadat het poliepenlichaam is opgeteerd.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Dan verenigt hun leven * ('D.w.z. wat de ziel betreft. Men moet bij deze verenigingen steeds aan de zielen van de schepselen denken, minder aan het lichamelijke. Want alleen de eerste leven als delen van de ziel in de schepselen van de hogere klasse voort. De lichamen worden in hun atomen opgelost en dienen de hogere klasse slechts gedeeltelijk tot de opbouw van het lichaam. ) zich tot een nieuw, waaruit een soort vis ontstaat. Deze vis is bekend onder de naam inktvis (sepia). Hij kiest zij n woonplaats bij voorkeur nog steeds in de grootste diepten van de zee. Zijn voedsel bestaat uit een soort zwartbruine wormen. Wil hij eten, dan vertroebelt hij het water met een zwarte vloeistof, die een verdovende werking op die kleine diertjes uitoefent. Heeft de inktvis nu jarenlang duizenden van zulke wormpjes verteerd, dan sterft hij af en de in hem krachtiger geworden levens van de mestwormen verenigen zich tot het leven van een nieuw wezen. Dat is de zogenaamde vliegende vis.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] De vliegende vis voedt zich gedeeltelijk met zee-insecten, gedeeltelijk ook met insecten, die hij in zijn snelle vlucht uit de lucht vangt. Daarom is zijn inwendige opbouw ingericht naar die van een vis en die van een vogel. Hij heeft blazen in zijn buik, die hij ogenblikkelijk met lucht kan vullen en weer leeg kan maken. Hij Iaat door een kanaaltje enkele druppels water in zijn blaas lopen; hieronder bevindt zich een donker, metaalachtig uitziend weefsel, dat een temperatuur van meer dan 800 kan aannemen. Bevindt zich nu water in die blaas, dan wordt dat door plotselinge verhitting dadelijk in damp opgelost en vult de blaas met atmosferische lucht. Tijdens dit vullen, deelt de lucht zich dooreen innerlijk elektrisch proces; het zwaardere uit de atmosferische lucht zinkt als druppels vloeistof in de blaas en wordt door een eigen kanaal dadelijk naar buiten gebracht. Het lichte gas stroomt echter de vele buisjesachtige organen binnen, die door het hele lichaam lopen en brengt daardoor de vleesmassa van de vis in een goede verhouding tot zijn natuurlijk gewicht, namelijk zo, dat zijn lichaam ongeveer in evenwicht is met de atmosferische lucht. Nu spant de vis zijn vleugels en kan zo vliegen als een vogel. Daarbij geven de vinnen de richting aan.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[16] Ook de long is zo uitgerust, dat zij n elasticiteit veel groter is dan die van welk ander dier ook. Want een vogel kan naar verhouding honderdmaal zoveel lucht naar binnen ademen als een mens. Met de lucht heeft dan een soortgelijk proces plaats als met het water in de maag. Het gas stroomt daar in de holle beenderen. De zuurstof verenigt zich met het bloed om de zenuwen, spieren, pezen en beenderen te vormen. Alleen de stikstof wordt weer uitgeademd en kan gebruikt worden voor het voor iedere vogel kenmerkende fluiten.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] In dezelfde tijd ontwikkelen zich door het darmkanaal eveneens uiterst fijne geleide organen. Zo heeft de hen (als vogelvrouwtje) twee afvoerkanalen: een om de uitwerpselen af te voeren, en een om het rijp geworden ei te leggen. Voor de uitmonding van het afvoerkanaal van de uitwerpselen verenigt zich het tweede kanaal daarmee door de eerder genoemde van het darmkanaal uitgaande organen. Zij vormen een wijde buis, die zich bij de eierstok in evenveel armen verdeelt als er trechtertjes zijn. Door dit orgaan wordt bij de paring een etherisch -geestelijke stof zeer snel in het centrum van de dooier gebracht. Deze stof is datgene, wat reeds eerder werd genoemd bij de vereniging van dierlijk leven uit het water en de aarde*. (* Namelijk levende natuurzielen-substantie)
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Soms gebeurt het, vooral in de streken waar zich veel water bevindt (hoe meer water, des te meer genade) dat Ik in een deel daarvan een grote rijpheid van de verdeemoedigde materie ontdek. Dan laat Ik daar een brede stroom van leven uit Mij naar toe vloeien. Dit bemerken de vrije, goede watergeesten en ondervinden dan een grote vreugde, die hun gemeenschappelijk leven doorstroomt. Dan maken ze zich vrij van hun gemeenschap en spelen een vrolijk spel met het water, waardoor ze het in de wijde omtrek in een rusteloos opspringende beweging brengen.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Hoe meer echter de levensstroom van boven nadert, des te hoger dragen ze de golven vrolijk omhoog. Zoals zelfs bij de mens grote vreugde kenbaar wordt gemaakt door een cirkelende beweging, zo verenigen zich ook de watergeesten en nemen het water mee in een snel golvende beweging. En als ze dan waarnemen, dat het leven van omhoog uit Mij in zichtbare wolkengestalten, de verlossende arm ver heeft uitgestrekt, dan wordt de rondgaande beweging van de vrolijke geesten dubbel zo snel en verheffen ze zich boven de waterspiegel tot aan de verlossende arm van Mijn erbarming.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Daarbij verdampt het water en bewerkt het door zijn plotselinge uitdijen een geweldige schok. Wat zich dan juist boven zo'n punt bevindt, bergen, steden, dorpen en gehuchten, wordt door elkaar gegooid en geschud.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...