Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 29 van 92

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[3] O, als die vele duizenden, die zich nu al maanden lang rond de grote burcht ophouden vanwege hun hoop op hulp, dat eens wisten -hoe haastig zouden ze dan die dode burcht verlaten en zich hierheen begeven, waar de grote Heer en Meester nu Zelf als mens onder de mensen woont en Zijn vrienden eeuwig leven geeft en de kracht om alle ziekten te genezen! Zou het voor die vele lijdenden en ontroostbaren niet een boodschap zijn die puur uit de hemelen komt, als wij, die genezen zijn, hun het bericht mogen brengen waar de ware, levende wonderburcht zich nu bevindt?!'
Hoofdstuk 202: De genezing van de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Toen zei de jood: 'Geloof en vertrouwen geef alleen de enig ware éne God van de joden de eer; volg ons, zo goed en zo kwaad jullie kunnen dan zullen jullie geholpen worden! Want waar wij genezen werden , bevindt zich nu de ware, levende wonderburcht.'
Hoofdstuk 202: De genezing van de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Er is geen volk op de hele aarde, waaraan God Zich niet op de juiste tijd geopenbaard zou hebben; maar dan hadden de ouders volgens Gods wil hun kinderen voortdurend zodanig moeten opvoeden, dat ze uitsluitend in het levende geloof aan de ene, ware God gebleven waren en daardoor ook bleven handelen volgens Gods bekende wil. Maar omdat de juiste deemoed en zelfverloochening uit liefde tot God maar al te gauw te lastig werd voor de mensen, zoals Ik al gezegd heb, lieten ze die achterwege en vervielen ze tot liefde voor de wereld en eigenliefde. Dat verduisterde hun zielen, waardoor die zich dusdanig met de dode materie verenigden, dat zij al het zuiver geestelijke kwijtraakten; en daarna is het voor de valse profeten heel gemakkelijk geweest om de toch al sterk verduisterde mensen nog duisterder te maken dan ze door hun traagheid vanaf hun geboorte reeds waren.
Hoofdstuk 196: Gods openbaringen bij de volkeren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Omdat Ik dat wel zag, zei Ik tegen hen: 'Ja, vrienden, wanneer jullie je tegenover Mij steeds zo zullen gedragen, zullen we niet goed zaken met elkaar kunnen doen! Wie heeft jullie wel zo'n belachelijke en zinloze eerbied voor God ingeblazen? Dat hebben jullie van de heidense afgodenpriesters geleerd! Maar God verlangt van de mensen echt niet meer dan dat ze in Hem geloven als de ene, enig ware en eeuwig levende God, Zijn naam niet ijdel in de mond nemen of zelfs lasteren, Hem dus erkennen als de goede Vader en Hem liefhebben boven alles en hun medemensen als zichzelf Alles, wat meer is dan dat, is uit den boze, evenzeer als dat wat minder is! Leg jullie overdreven eerbied voor Mij dus af, en spreek vrijuit en openhartig met Mij! Of bevalt het jullie soms, als jullie zien dat ouders hun kinderen zo opvoeden, dat die in alle eerbied voortdurend voor hen, hun ouders namelijk, moeten kruipen?! Wat wordt ervan zulke kinderen? Niets anders dan lafhartige en uiteindelijk toch zelfzuchtige en heerszuchtige kruipers, van wie geen medemens ooit iets goeds kan verwachten
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom ben Ik nu, zolang jullie nog in het gericht van de wereld leven, wel jullie Heer en Meester; maar wanneer jullie zelf in Mijn geest vrij en bewust ziende geworden zullen zijn, dan pas zullen jullie in mij God herkennen en 'Heilige Vader' tot Hem roepen. Maar dan zullen jullie niet, zoals nu, met de mond roepen, maar in jezelf, vanuit de levende geest; want God is in Zichzelf geest en kan daarom ook alleen maar in de geest en de levende en lichtend vrije waarheid aangeroepen en aanbeden worden! -Als jullie dat nu begrepen hebben, verander dan onmiddellijk jullie houding, spreek vrijuit en openhartig met Mij, en zeg wat men hier voor jullie kan doen!'
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Bezoek thuis ook geen afgodentempel meer, en als men jullie ter verantwoording zal roepen, zeg dan dat jullie nu de ene, enig ware en levende God gezocht en ook gevonden hebben, die jullie getrouw, openlijk, duidelijk en levend getoond heeft wat jullie moeten doen! Als men jullie daarna met rust zal laten, blijf dan, maar als men jullie zal dwingen, trek dan verder! Want Degene die jullie hier helpt, kan jullie ook altijd en overal helpen, als jullie in Zijn naam geloven en Hem volkomen vertrouwen! Als jullie dat begrepen hebben, kunnen jullie deze herberg nu weer verlaten!'
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Wij zaten nog allemaal bij elkaar aan onze tafel en toen Roclus met zijn broeders ons zo aantrof, was hij daar erg blij om; alleen dacht hij dat Ik in de tijd, die hij met de Farizeeën doorgebracht had, veel heilbrengende, levende woorden gesproken zou hebben.
Hoofdstuk 212: Het etenswonder van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] De Vader in de hemel is de zuiverste, meest volmaakte en eeuwige,' meer dan levende geest, die nooit een begin gehad heeft en ook nooit een einde zal hebben. Hij heeft al sinds eeuwigheid uit Zichzelf hemel en aarde en alles wat daar op is, door middel van Zijn almacht geschapen.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar Ik zei tegen hem: 'Vriend, je kunt doen wat je wilt en wat jouw ware en levende liefde voor Mij doet, is altijd welgedaan! Maar je zult morgen al heel vroeg belangrijke dingen te doen en af te handelen krijgen, die moeilijk uit te stellen en te bespreken zijn; daarom neem Ik jouw wil, om Mij morgen nog een keer te bezoeken en een eind te begeleiden, aan als de uitvoering ervan.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] En Ik verzekerde hem daarvan en zei: 'Blijf in Mij, onwankelbaar in geest en hart door het daadwerkelijke opvolgen van Mijn leer, dan zal Ik met Mijn genade en liefde in jou krachtig en werkzaam blijven! Amen.'
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Toen zei de waard met een onverschrokken gezicht:'Maak je daar maar niet druk om! Slechts de dode, door mensenhanden gemaakte goden, die voor niemand enig nut hebben en niemand in nood kunnen helpen, zijn zeker door een ware, levende en boven alles machtige God vernietigd; en in plaats daarvan is hoogstwaarschijnlijk de ene, enig ware, levende en boven alles machtige God in ons huis gekomen, en deze dienaar van Hem, die zelf al meer dan machtig is, zal ons Hem nader leren kennen en zelfs tonen! En zo is door het verwijderen van de dode en geheel en al machteloze goden over ons huis geen onheil, maar alleen maar een zeer groot heil gekomen.
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Maar hier is geen enkele geheime en verborgen valsheid te ontdekken, en daarom is het een volkomen echt wonder van een levende God; dat geloof ik nu helemaal, en tot aan mijn dood zal ik aan dat geloof vasthouden. En proef nu allemaal van deze wijn en geef je oordeel!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Er is bijna geen Griek die in het Joodse land leeft en handelt, die niet vertrouwd is met de leer van Mozes en de andere profeten. De God nu, die door Mozes aan de Joden verkondigd werd, de God, die op de berg Sinaï onder donder en bliksem met Mozes en door hem en zijn broer Aäron sprak en later ook steeds door de mond van de profeten en vele andere wijze mannen, wiens meer dan heilige naam Jehova is, is de ene, enig ware, eeuwig levende, meest wijze, meer dan goede en oppermachtige God, die de hemel met de zon, de maan en alle sterren en deze aarde met alles wat daarin, daarop en daarboven is, uit Zichzelf heeft geschapen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Opdat dus ook de heidenen de eeuwige en meest levende waarheid, die alleen in God bestaat, zullen kennen, ben Ik ook naar de heidenen gekomen en geef Ik hun het door eigen toedoen al zo lang verloren levenslicht en dus ook het eeuwige leven terug.
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] In de psalm viel mij onder andere vooral de zinsnede op, die als volgt luidde: ' Alle goden der volkeren zijn dode afgoden; maar de Heer (dus de ene, levende God van de Joden) heeft hemel en aarde gemaakt'. Zeg mij toch of dat volgens de volle, bewijsbare waarheid ook inderdaad zo is! Want wij heidenen gaan ervan uit dat er voordat de aarde en de hemel volledig ontwikkeld waren een ongeordende stof aanwezig was, waaruit bepaalde min of meer intelligente krachten, die wij niet kennen en die later door fantasierijke mensen tot afgoden gemaakt werden, de aarde vervolgens geleidelijk aan met alles wat zij draagt en ook de hemel gevormd hebben; maar jullie laten in zes dagen ofwel tijdsperioden alles door één God uit het niets scheppen. Wat is er nu waar? Talloze mensen in alle delen van de aarde, die ons wijd en zijd bekend zijn, geloven met kleine verschillen hetzelfde als wij en ook reeds de oudste Egyptenaren als een vrijwel aantoonbare waarheid hebben geloofd; maar jullie staan even ver van ons geloof af als de hemel van de aarde! Wie heeft er nu gelijk, en welk van de twee is waar? Als u de waarheid van jullie leer kunt aantonen, dan laten ik en al mijn metgezellen ons geloof varen en worden Joden; maar anders blijven wij wat wij zijn en zullen van de zanger ook niet verlangen dat hij ooit naar Athene of Rome komt.'
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...