Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6469 resultaten - Pagina 29 van 432

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[12] Bedenk dat dus goed en handel ook daarnaar, dan zullen jullie overal zegen verbreiden, al is het dan niet altijd geestelijk, dan toch lichamelijk, zoals Ik het Zelf gedaan heb en nog altijd doe. Want vaak heeft een puur lichamelijke weldaad bij een ongelukkige meer invloed op zijn hart en zijn geest, dan honderd van de beste zedenleren. Daarom moet men ook bij de uitbreiding van het evangelie eerst door middel van lichamelijke weldaden de weg naar het hart van de ongelukkigen banen, en pas daarna aan de gezonde zielen het evangelie prediken. Men moet echter niet de prediking vooraf laten gaan, en daarna de ongelukkige toehoorders met een teken in een duidelijk gericht, dus -in een nog grotere ellende storten, dan hun eerste lichamelijke ellende was.
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar omdat de gehele, vooral oude, priesterstand door Uw buitengewone daden en leringen ongetwijfeld zoiets in U ziet, stelt ze alles in het werk om U -indien mogelijk -te gronde te richten! Als dat niet zou lukken, omdat U werkelijk degene bent waarvoor zij U houdt, dan zal zij hierna voor haar boze bemoeienissen in zak en as boete doen en met grote vrees de almachtige slag afwachten, waardoor ze van oudsher vreest alles te verliezen en die ze altijd al gevreesd heeft, want anders zou ze niet bijna alle profeten gestenigd hebben. Kijk, dat is de reden waarom ik liever verklaarde dat U een landloper was, dan Degene, die U echt bent! Want ménsen kunnen hun doden nooit in het leven terugroepen; dat kan alleen maar Gods geest, die volgens mij algeheel lichamelijk in U woont en werkt."
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JAÏRUS zegt, zelf helemaal ontroerd, tegen zijn vrouw: "Wees getroost, geliefde vrouw! Dit meisje is niet alleen het evenbeeld van onze allerliefste Sarah, maar zij is het in alle ernst zelf! De Heer Jezus, vol van de goddelijke geest, heeft haar nu voor de tweede maal opgewekt, zoals Hij haar slechts een paar weken geleden ook uit de dood heeft opgewekt. Dat zij er nu zo blakend van gezondheid uitziet, komt door Zijn onbegrijpelijke, goddelijke kracht. Stoor haar echter niet bij het eten, want ze heeft nu toch wel lang gevast!"
Hoofdstuk 13: Het gesprek tussen Jaïrus en zijn vrouw over Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ik zeg u: God is een geest, en zij die Hem willen dienen, moeten Hem in de geest en in de volle, levende waarheid van hun hart dienen, maar niet in de materie met de materie. Want de materie is niets anders is dan de wil van de almachtige Vader, die voor een bepaalde tijd vaste vorm heeft aangenomen!
Hoofdstuk 18: Het wezen van God en het dienen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dat deze Nazareese burgers echter zo goed als geen beschaving hebben, is ook wel duidelijk gebleken toen ze bijna allemaal uit zuiver dierlijke nieuwsgierigheid, meer om aan te gapen dan voor menselijk kontakt, naar de school zijn gelopen, waar ze mij noch iemand van de andere hooggeplaatste heren en gebieders ook maar met het minste gebaar hebben begroet! Als ezels, ossen en domme schapen kwamen ze naar binnen gedromd en deden alsof alleen zij de heersers der aarde waren! Ik kan het deze mensen echt niet als een zonde aanrekenen, want ze zijn ruw, dom en ongeschoold, en ik geloof dat U, o Heer en Meester, Die hen nog duizend keer beter kent, het hen ook niet als een zonde zult aan rekenen!"
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toch mag Ik niemand dwingen te geloven, omdat iedere dwang een geestelijk oordeel zou zijn, dat net als het ongeloof de dood ten gevolge zou hebben, -en daarom is het hier zelfs voor God moeilijk om zo te werk te gaan dat de mens geen schade lijdt aan zijn ziel! Als de mens door de een of andere nog zo onopvallende macht gedwongen wordt, valt hij in het oordeel; wordt hij echter in het geheel niet gedwongen, dan blijft hij ongelovig en twijfelt overal aan en bewijst daardoor juist, dat zijn geest helemaal dood is. Wie of wat moet dan zijn geest tot leven brengen?
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Ik zeg: "Vriend, je wil is goed, maar het vlees is zwak! Jouw goede voornemen zal binnen een eeuw wel uitgevoerd worden, en daarvoor zul je nog veel goeds als voorbereidend werk tot stand brengen, -maar wees in de geestelijke levenszaken nergens zo voorzichtig mee als met het Romeinse 'moet'; want dat schaadt de mens altijd meer dan dat het hem kan baten! Want ieder 'moet' is een oordeel en duldt geen vrijheid, terwijl de vrijheid bij de zuiver goddelijke levenszaken toch het enige goed bemeste veld is, waarop het zaad van het leven kan kiemen, opgroeien en uiteindelijk tot een gezegende en rijpe levensvrucht uitgroeien!
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JAÏRUS, die nog erg farizeïsch denkt, zegt: "Vriend, ga je daar niet een beetje te ver? Het is wel niet te ontkennen, dat deze Jezus vol is van de goddelijke geest, meer dan er ooit een profeet vervuld was van diezelfde geest -want Zijn daden overtreffen hemelhoog alle daden van Mozes, Elia en alle andere grote en kleine profeten; maar dat in Hem nu juist de godheid zich in al zijn volheid zou bevinden, lijkt mij toch een te gewaagde veronderstelling! De profeten hebben door de goddelijke geest, die hen vervulde, óók doden opgewekt; maar zij hebben het nooit aangedurfd om het resultaat aan zichzelf in plaats van aan God toe te schrijven. Want als zij het gelukken aan zichzelf toegeschreven zouden hebben, dan zouden zij grote zondaars tegen God geworden zijn, en God zou hen de geest ontnomen hebben. Maar Jezus doet alles alsof Hij het uit Zichzelf doet en als Heer, -en dat spreekt wel voor jouw gewaagde veronderstelling, en in een bepaald opzicht ben ik het ook wel helemaal met je eens; maar zoals gezegd: zonder de voorzichtigheid uit het oog te verliezen! Want het zou ook van boven toegelaten kunnen worden om ons te testen, waarbij wij zouden moeten bewijzen, of we wel slechts aan één God geloven! Maar als in Jezus werkelijk Gods volheid woonde, dan zouden we natuurlijk onvoorwaardelijk Zijn getuigenis als een eeuwige waarheid aan moeten nemen! -Wat denk jij nu?"
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Ook zal ik het niet onbestraft laten als ik merk dat jullie het volk kwellen met onwettige afpersingen, en de goddelijke waarheid zouden vervolgen vanwege jullie schandelijke, zelfzuchtige voorschriften! Leer het volk God en Zijn wetten kennen en volgen, dan zullen jullie net zo in aanzien staan als deze goddelijke man Jezus, die beslist geen nieuwe, maar alleen de oeroude leer van God verkondigt aan de door jullie in de diepste nacht gedompelde volken. Hij is Degene, Die dat het gemakkelijkst en het best kan doen, omdat Hij - wat jullie niet begrijpen, maar wat ik, die jullie een heiden noemen, heel goed begrijp - in de geest Dezelfde is, Die volgens jullie leer, ongeveer duizend jaar geleden aan Mozes op de Sinaï voor jullie de wetten gaf! Pas er dus voor op om deze Heilige te vervolgen; want zo'n vervolging zou jullie tweevoudig het leven kosten, lichamelijk hier en geestelijk in het hiernamaals! - Hebben jullie mij begrepen?"
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Zoals de vogel niet kan vliegen zonder vleugelveren, zo kan ook de geest van de mens nooit vrij gaan handelen als zijn vleugels van de vrije kennis gekortwiekt worden door de dwang van het moeten. Een geest die niet vrij kan handelen is al dood, omdat hij datgene niet heeft wat de basis is voor zijn leven en wat zijn leven is.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Je kunt de mens duizend voorschriften geven die te maken hebben met zijn aardse levenssfeer en ze dwingend voorschrijven, daar zul je de geest van de mens veel minder mee schaden, dan wanneer je hem één enkel gebod van God hier op aarde dwingend voorschrijft.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Het vrije inzicht in het goede en ware is het levenslicht van de geest; daarmee bepaalt hij voor zich zelf aan welke voorschriften hij wil voldoen. Dat zijn dan vrije wetten voor hem, en die alleen passen eeuwig bij de vrijheid van het leven. De geestelijke wil, die door dat inzicht ontstaat, is de vrije geestelijke wet, en de eeuwige noodzaak om volgens de vrije wil te handelen is de eeuwige strafmaatregel, die maakt dat geen geest anders kan handelen, als hij tenminste vrij wil handelen.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Gods vrije wil bepaalt, volgens de eeuwig volmaakte kennis en wijsheid van inzicht in Zichzelf de wet, en bekrachtigt deze door de eigen nog altijd vrije noodzaak. Dit is de grond van alle geschapen, aardse zaken en hun voortbestaan voor zover dat noodzakelijk is voor de innerlijke ontwikkeling, stabilisering en uiteindelijke zelfstandigmaking van de geest.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De menselijke geest moet echter net zo door en door volmaakt worden als de Geest van God door en door volmaakt is, want anders is de geest geen geest, maar een doodsoordeel.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Om dat te kunnen worden, moet hem de gelegenheid worden geboden om zich in het tijdelijke net zo te kunnen ontwikkelen, als de goddelijke Geest de eeuwen door Zich in God Zelf en door God Zelf heeft ontwikkeld!
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...