Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 30 van 92

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[8] Juist daarom waarschuw Ik jullie dan ook voor alle hartstocht, want die is op zichzelf een gevolg van het wakker schudden van verschillende vlees en bloedgeesten. Als die eenmaal wakker zijn, voegen zich daarbij ook al gauw nog onreine zielen van gestorven mensen, die zich vaak nog in deze onderste aardse sfeer bevinden; en als dat gebeurt, is zo 'n mens in volle ernst bezeten. -Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar juist omdat jullie mensen van deze aarde uit de zuivere liefde in God zijn voortgekomen, dus zelf de liefde in God zijn, mogen wij wijsheidswezens jullie niet in het minst storen in jullie vrije ontwikkeling uit jullie oerliefde van God, en jij, aardse broeder, zult nu iets beter begrijpen waarom wij, engelen van God, jullie niet zichtbaar mogen begeleiden. Want wij mogen de in jullie godsliefde sluimerende wijsheid en macht slecht zachtjes en heel ongemerkt wekken, maar jullie nooit ook maar een vonk van onze eigenlijke wijsheid inblazen; want dat zou jullie wijsheid niet wekken, maar alleen maar verstikken
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ja, als Ik nu bijvoorbeeld naar Perzië zou gaan, of naar Indië of Athene of naar Rome, en daar zulke tekenen zou doen als Ik hier al bij jullie heb gedaan, dan zou daar geen mens ooit iets anders durven doen dan wat Ik had voorgeschreven. Zulke puur aardse zielen zouden daar duidelijk in hoge mate hun vrijheid kwijt zijn, en met het beproeven van hun vrije wil zou het dan voor lange tijd helemaal gedaan zijn. Maar Mijn tekenen schaden jullie niet in het minst, omdat jullie absoluut niet lichtgelovig zijn; want voor men jullie zover heeft dat je vast en zeker gelooft, moet men jullie ook al veel hebben laten zien, en zelfs dan zitten jullie nog vol met allerlei twijfels en vragen nu eens dit en dan weer dat. Wie dat echter bij Mij doet, heeft geen gedwongen geloof, maar een vrij geloof; want hij eist volledig in te zien en te begrijpen wat hij gelooft, en wat hij niet inziet en begrijpt, gelooft hij ook niet.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Dat is ook al zo bij jullie aardse mensen het geval. Want wat zou er van een kind terechtkomen als jullie het vanaf de voedster direct op een hogere school zouden doen, waar wijze en hooggeleerde leraren hun goed voorbereide leerlingen de hoogste en voor gewone mensen volledig onbegrijpelijke wetenschappen en geheime kunsten zouden doceren? Zo'n kind zou uiteindelijk wel woorden van de leraar na kunnen zeggen, maar de diepe zin en betekenis daarvan nooit kunnen begrijpen. Laat daarom de kinderen eerst door de voedster opvoeden en door allerlei spelletjes tot het eerste kinderlijke denken brengen. Van jaar tot jaar wordt het kind dan rijper en meer geschikt voor een hoger onderricht.
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE ENGEL zei: 'Dat zijn slechts bepaalde aardse zielen die daar in zekere zin losgemaakt worden van hun te grote liefde voor de wereld, opdat zij dan geschikt worden voor een hogere geestelijke vorming. Kijk, hier op de andere zijde van deze aarde ziet het er al vrolijker en natuurlijker uit! Dat zijn de werkelijke bewoners van deze maanaarde.'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En kijk, je was dus al een keer op zo'n mooie wereld, iets watje nu in je geest heel goed beseft en waarbij je je ook alles herinnert watje voor ongeveer vijftig aardse jaren allemaal hebt gedaan! Maar om te zorgen dat je verlangen om hier te blijven niet te veel ontwaakt, zullen we meteen weer naar onze aarde van God gaan.'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ENGEL zei: 'Ja, aardse broeder, dat alles en nog eindeloos veel meer, groter en wonderbaarlijker! En Hij, de verhevenste, eeuwige geest, heeft nu terwijl Hij ook een mens van jullie aarde is, dit teken gedaan opdat ook jullie Hem waarachtig erkennen, volgens Zijn woorden leven en dan als Zijn kinderen meer dan zalig zullen worden. En ga Hem nu allemaal uit de grond van je hart ervoor danken dat Hij jullie zoiets groots geopenbaard heeft, en jullie heeft laten zien dat Hij alleen de Heer is van alle dingen en al het leven!'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En de avond tenslotte, als zinnebeeld van de aardse dood en het vergaan van alle dingen, kan op een juist aanvoelend hart geen andere dan slechts een duistere indruk maken, hoewel de avond ook net zo noodzakelijk is als de ochtend en de middag. Want als er voor de mens geen levensavond zou zijn, dan zou voor hem ook de eeuwige levensmorgen nooit te voorschijn komen en tot eeuwige waarheid worden.
Hoofdstuk 193: De geestelijke overeenkomst van de dagtijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daarom moet een mens wel een duw krijgen om de waarheid te gaan zoeken, maar niet de volle waarheid ineens krijgen, want als deze hem opeens helemaal duidelijk zou worden, zou geen mens die verdragen zonder zijn aardse leven te verliezen. En dus zullen wij bij de mensen van deze aarde ook nog lange tijd met de hele, volle waarheid niet zo erg snel voor den dag kunnen komen. Jij bent een puur verstandelijk gevormd Romein, en Ik kan daarom met jou ook niet anders dan heel natuurlijk spreken. Maar oordeel nu zelf eens of Ik niet helemaal gelijk heb!'
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ook MIJN LEERLINGEN verwonderden zich bij zichzelf hogelijk over het verstand van de Romein en zeiden: 'Kijk nu eens hoe snel deze uitgesproken heiden alles begreep, terwijl de joden daar beneden nog steeds het bos vanwege de bomen niet zien! Het is toch wel in hoge mate vreemd dat zulke mensen zelfs ter wille van hun grote aardse belang niet vol vreugde het stralende levenslicht willen of kunnen zien!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Weten jullie wat er in de profeten staat over de verering van God in de tempel? Kijk, zo staat het in de profeten: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij!' Ik zeg jullie: Alle grote offers, inclusief de brandoffers, zijn een gruwel voor God; want Hij heeft dat alles niet nodig. Want waarom zouje God aardse dingen geven, die je toch zelf eerst van Hem hebt gekregen?! God heeft de brandlucht van geslachte dieren niet nodig; maar als jullie Vader heeft Hij van jullie, Zijn kinderen, de brandende liefde van jullie harten nodig. - Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar jullie priesters dachten er al gauw anders over. Jullie wisten dat het blinde volk altijd een grote angst had voor de buitengewone verschijnselen aan de hemel. Toen dachten jullie: 'Waar heeft het volk die kennis voor nodig? Het volstaat, als alleen wij die bezitten! We zullen zelf de verduisteringen berekenen, het volk dat daarvan niets weet dreigen en het tot grotere offers dwingen, en het zal offeren en geloven dat wij de verduistering van de maan of van de zon verdreven hebben! ' Met nog meer van die restricties van jullie hebben jullie het volk heel gewetenloos het zesde boek van Mozes ontnomen en voor jullie aardse voordeel gebruikt.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ogenblikkelijk richtte het wezen zich op en zei: 'Ik ben een dochter van Sesostris en mijn naam is Isia.Jij bent ook van dezelfde stam en je kunt mij vrijmaken uit deze vesting van ellende en vertwijfeling waarin ik al een lange aardse tijd verblijf. Vertel mij over een echte, ware God! Die alleen zal mij bevrijden van deze lange kwelling; maarjouwen mijn goden zijn alleen maar dode gedachten van de blinde mensen.'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Terwijl de groep Farizeeën zich met de leerlingen bezig hield, sprak Ik met Lazarus en zijn waard over heel gewone aardse zaken. De vele aanwezige tollenaren met hun aanhang luisterden echter aandachtig naar alles wat Ik met Lazarus en zijn waard besprak en staken daar veel uit op wat zij bij hun landbouw en hun veeteelt goed konden gebruiken.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En tegen het einde van de tijd van deze aardse bevolking -en dus niet van deze aarde -zal het precies zo gaan: De mensen zullen in die tijd weliswaar geen bergen tot hun -diepste fundamenten afgraven, zoals de goud en edelstenen zoekende Hanochieten dat gedaan hebben, ook zullen zij geen Romeinen meer tegen zich in het harnas kunnen jagen; maar zij zullen door allerlei machines, door de kracht van het vuur aangedreven, beginnen om via ongelooflijk diepe schachten en gaten in het binnenste van de aarde te dringen, waardoor zeer brandbare gassen in grote massa's naar de oppervlakte van de aarde zullen komen. En als de atmosfeer te veel met zulke gassen verzadigd zal zijn, zullen deze vrijwel rondom de hele aarde ontvlammen en alles tot as verbranden. Slechts weinig mensen zullen daarbij in leven blijven. Maar die over zullen blijven, zullen dan ook echte mensen zijn. Die zullen dan werkelijk een geheel vernieuwde aarde bewonen, en jullie en velen die na jullie komen en in Mijn naam gewekt worden, zullen hun leraars en leiders zijn.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...