Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 30 van 1166

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[20] IK zei: 'Met niets van deze aarde kun je Mij belonen, want Ik neem van niemand betaling aan. Maar Ik zal je door Mijn leerlingen hier een nieuwe leer over God en het leven van de zielook na de dood geven; neem die aan en leef er met je hele huis naar. Mocht je echter meer van Mij willen weten, ga dan binnenkort eens naar Chotinodora, daar zul je wel uitvoeriger ingelicht worden. Morgen blijf ik echter ook nog hier, dus we zullen hier nog nader met elkaar kennis maken.'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'O nee, vrienden, ook voor hen werd door de jullie nog onbekende god gezorgd! Zij kwamen ook behouden over het gebergte in de omgeving van de Eufraat en met hulp van een terugreizende handelskaravaan in Chotinodora. Jullie zuster is daar nu de brave vrouw van de jullie bekende tollenaar Jored. Hij had al wel een paar vrouwen, maar hij nam ook haar ondanks haar armoe vanwege haar schoonheid als vrouw; zij is nu zijn lieveling, hoewel zij hem nog geen kind schonk. Maar hij heeft kinderen van de andere vrouwen, waarvan jullie zuster echter net zo houdt alsof het haar eigen kinderen zijn. Ik ben meer dan drie dagen in zijn huis geweest en het hele huis heeft Mijn leer aangenomen; maar Ik wilde hem niets vertellen over alles wat hier nog op hem wacht. Het zal hem des te meer plezier doen wanneer hij dit alles binnenkort door jou, Mijn hoofdman, te weten zal komen. Tot op heden weet hij nog niet wie zijn liefste vrouw is en waar zij vandaan komt, want noch de vrouw, noch jullie reeds zeer bejaarde moeder, die heel stil bij hem woont, hebben -uit vrees voor mogelijk verraad -hem ook maar iets verteld over wie zij zijn en waar zij vandaan komen.
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Toen vermanden zij zich en aten en dronken de Romeinse wijn. Iedereen werd al gauw erg vrolijk en we bleven de hele nacht wakker, terwijl alle aanwezigen met de hoofdlijnen van Mijn leer bekend gemaakt werden.
Hoofdstuk 135: De persoonlijkheid van God. Gods wil en de wil van de mens. De kracht van de wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Kijk, onze beste vriend de hoofdman heeft erg veel gevoel voor al het mooie en daardoor ook voor het nuttige en goede! Als hij dat gevoel niet had, zouden hem ook Mijn waarheden, die de mensen tot kennis van de ene, enig ware God en tot kennis van zichzelf brengen, helemaal onverschillig gebleven zijn, en hij zou ze niet aangenomen hebben; omdat hij echter zeer veel gevoel voor schoonheid bezit -wat de aanleg van deze wondermooie tuin meer dan voldoende bewijst -, was hij ook de eerste die zich hier de mededeling van Mijn nieuwe levensleer erg aantrok en Mijn leer ook aannam en secuur opvolgde. Laat dus iedereen dat doen en dat zal hem bij God ten goede gerekend worden!
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen kwam de hoofdman met de tollenaar bij Mij en verontschuldigde zich voor zijn korte afwezigheid vanwege de noodzakelijke afwikkeling van zijn ambtelijke en maatschappelijke plichten. En datzelfde deed ook de tollenaar; vervolgens nodigde hij ons uit voor de ochtendmaaltijd bij hem thuis, en omdat de hoofdman die dag ook zijn gast wilde zijn, nam Ik de uitnodiging aan, en wij gingen naar het zeer ruime huis van de tollenaar, waar de 's avonds aangekomen handelskaravaan juist een uur geleden vertrokken was. Daar gebruikten wij het heel goed toebereide ochtendmaal, en de leerlingen onderwezen daarna de priesters in Mijn leer en legden hun de eigenlijke reden uit waarom Ik in de wereld gekomen was.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Ik zei echter tijdens de hele maaltijd verder niets meer; na de maaltijd richtten de drie wijzen zich tot de leerlingen, en deze onderwezen hen in de voornaamste grondregels van Mijn leer, die het drietal zeer aanspraken.
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Dat was dan toch zeker ook een heel goed werk! Laat daarom iedere ware navolger van Mijn leer zich inspannen om zulke gevangenen uit hun nood te bevrijden als hij de middelen daartoe heeft dan zal Ik hem dat reeds hier. en meer nog aan gene zijde vergelden, zoals Ik het bij deze gelegenheid de overste met duizend pond zuiver goud, en wel reeds vooraf, ook vergolden heb, omdat Ik ook van te voren reeds heb geweten wat hij zou doen!
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Vandaar trokken wij naar de grote stad Antiochië, waar wij bijna een volle maand bleven. Antiochië was reeds zeer oud, had een uitgebreide handel met heel Klein-Azië en zelfs met Europa. Vandaar kwam Mijn boodschap tot in de meest westelijke provincies van Klein-Azië, en een kleine koning uit Lydia, Abgarus genaamd, trok van daaruit naar Antiochië om Mij te leren kennen. Hij nam Mijn leer volledig aan, liet zich zelfs dopen, bekeerde thuis zijn volk en schreef Mij verscheidene brieven, die Ik ook steeds beantwoordde; maar aan zijn hartelijke uitnodiging om bij hem te komen, kon Ik om wijze redenen geen gevolg geven.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De waard verbaasde zich over de tien nieuwe leerlingen, waarvan vooral de ware reus - die ruim negen handspannen, dus volgens de huidige maatstaven negen voet lang was - hem eerbiedige bewondering afdwong. Hij kon zijn ogen maar niet van deze man afhouden omdat hij nog nooit zo'n reus gezien had; maar de reus was ook in het spreken een reus en maakte met zijn waarachtig donderende woorden heel veel indruk. In zijn Romeinse kledij zag hij er nog geweldiger uit, en dat zette zijn woorden nog meer kracht bij.Tegenspraak duldde hij in geen geval, want ten eerste was hij nu goed thuis in Mijn leer, die hij heel overtuigend bracht, en ten tweede had hij zich ook door de omgang met de leerlingen, vooral in de afgelopen tijd met onze zogenaamde Joodse Grieken, uit de oude profeten zeer veel eigen gemaakt, en zo wist hij door zijn bijzondere redenaarstalent ieder die de goddelijkheid van Mijn wezen tegensprak, en daarmee iedere tegenstander, dermate te overdonderen, dat hun alle moed verging om zich met hem in een langere woordenstrijd in te laten.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Nu pas zei IK: 'Ja, ja, jullie hebben volkomen gelijk, en daarom kunnen jullie het voorstel van de hoofdman wel aannemen! Want door nu nog langer of korter aan Mijn zijde bezig te zijn, winnen jullie niet meer licht, liefde, geest, kracht en leven; dat krijgen jullie allemaal door het getrouwe opvolgen van Mijn leer. En als jullie bij gelegenheid een hogere kracht nodig hebben als getuige voor de waarheid van de wijsheid die jullie door Mij verkregen hebben, vraag Mij er dan in je hart om, dan zal jullie gegeven worden waarvoor je je vragend tot Mij hebt gewend!
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Want als een mens niet vrij en uit zichzelf, maar slechts als een machine door de almacht van de goddelijke wil leeft, dan is hij in en op zichzelf dood en er geen haar beter aan toe dan een steen, een plant of een dier zonder verstand. Wie echter streng volgens Mijn leer leeft en handelt, zal ook zeker kunnen verwachten wat Ik niet alleen maar nu hier, maar overal reeds heel vaak gezegd en beloofd heb. Of iemand nu hier persoonlijk met Mij meegaat of niet, maakt niets uit; integendeel, degene die slechts in de geest -zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid -getrouw met Mij zijn weg gaat, zal door God met nog meer welgevallen aangezien worden!
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen zei IK: 'Dat kunnen jullie altijd doen, hoewel het jullie niet als een bijzondere verdienste aangerekend wordt; want een ware verdienste voor Mij heeft alleen hij die in Mijn naam liefde werkt volgens Mijn leer. Want voor Mij kunnen jullie onmogelijk iets goeds doen omdat Ik van niemand een dienst nodig heb; en ook al doet iemand iets goeds voor Mij, dan kan Ik het hem altijd duizendvoudig vergelden, en bovendien kan niemand Mij iets geven wat hij niet eerst van Mij heeft gekregen.
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Dus, jullie kunnen je, als je werkzaam blijft in Mijn leer, onmogelijk ooit van.Mij verwijderen; je zou je alleen dan van Mij kunnen verwijderen als je Mijn woord zou loslaten en, net zoals velen, een pure dienaar zou worden van de wereld. Maar dat zul je nooit, en dus kun je op ieder ogenblik Mijn zichtbare persoon zonder de minste schade voor je ziel verlaten!'
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Het deed de hoofdman erg veel genoegen zulke mannen voor Rome gewonnen te hebben, die als krijgers de keizer zouden bevallen en als trouwe volgelingen van Mijn leer heel goed in staat zouden zijn deze ook op velerlei wijze aan de heidenen bij te brengen. De hoofdman bedankte Mij daar ook nog heel in het bijzonder voor en beloofde Mij vooral voor de reus gedaan te krijgen dat hij reeds als hoofdman met zijn broeders naar Rome naar de keizer gezonden zou worden.
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Deze middag bleven zij bij hem; de volgende morgen zond hij hen echter met goede leiders en speciale aanbevelingen naar Sidon naar Cyrenius, die bij hun aankomst buiten zichzelf was van blijdschap toen hij hoorde dat zij bij Mij geweest waren en Mijn leer hadden aangenomen. Hij hield hen meer dan een maand bij zich en zond hen met een goede en veilige gelegenheid naar Rome, waar zij door de keizer ook heel goed ontvangen werden en meteen hoge militaire functies kregen, en waar de reus zelfs in het paleis van de keizer als zijn lijfwacht langere tijd verbleef en veel goede dingen deed, omdat de keizer hem vaak en graag over zeer geheime zaken raad vroeg.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...