Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9883 resultaten - Pagina 30 van 659

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[6] Kijk daar eens, twee in het wit geklede monniken komen ons reeds tegemoet. Jullie vragen: zijn dat soms dominicanen of cisterciënzers? 0 nee, geliefde vrienden, broeders, dat zijn enkel paradijselijke augustijnen, want in het paradijs trekken ze hun zwarte togen uit en trekken daarvoor in de plaats witte aan. Wat kijken jullie nu zo oplettend naar dat paleis daar? Ik weet al wat jullie opvalt; de daar rondspringende engelen met de aan hun schouders aangebrachte vleugels, gemaakt van witte veren. Jullie vragen wel of ze ook kunnen vliegen. O nee, dat kunnen ze helemaal niet, want de vleugels zijn niet aan hen gegroeid maar slechts, zoals jullie gewoon zijn te zeggen, kunstmatig aangebracht als voor het theater. Dat springen moet de levendigheid van deze engelen voorstellen en hoe deze bereid zijn om deze paradijsbewoners op hun wenken te bedienen. Kijk, zo'n half dozijn komt de twee op ons afkomende paradijsbewoners al achterna gerend en jullie zullen spoedig zien dat deze engelen zelfs van knuppels en sabels voorzien zijn om eventuele ongevraagde gasten op een niet erg paradijselijke manier uit het paradijs te verdrijven.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Ik zeg jullie: voor geesten onder elkaar is zoiets heel goed mogelijk. Jullie zullen zelf ook wel eens hebben ondervonden dat wanneer je je fantasie een beetje laat werken, het voor jullie heel gemakkelijk was en nog is, om je bijvoorbeeld de gestalte van een of ander jullie welbekend dier of van iets anders, zo monsterachtig groot voor te stellen dat je er tenslotte bijna zelf van zou schrikken. Welnu, wat voor jullie op aarde slechts in de fantasie van jullie geest mogelijk was en voor elk mens op zijn manier mogelijk is, dat is hier in het rijk der geesten voor iedere geest ook mogelijk, maar het openbaart zich dan als verschijningsvorm. Zulke verschijnselen worden hier echter 'drogkunsten' genoemd, vooral boze geesten bedienen zich daarvan wanneer ze een of andere stiekeme streek willen uithalen. Omdat ook deze geesten zich op een dwaalspoor bevinden en daardoor vaak nog kwaadwillig zijn, kunnen zij zich ook wel van een meer onschuldige drogkunst bedienen om ons als vermeende vijanden af te schrikken. Zodra zij zich er echter van overtuigd hebben dat wij niet schrikken van hun bedrog, zal dit alles weer heel vlug tot zijn vorige toestand ineenschrompelen. Dan zullen zij ook geen tweede poging meer wagen.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: zie je, ik wist wel dat het hierop uit zou draaien. Jij wilde naar de aarde gaan om jouw kerk op het goede pad te brengen. Zeg eens, hoe had je dat willen aanpakken als het jou aan het allernoodzakelijkste en meest wezenlijke voor zo'n onderneming ontbreekt?
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk eens naar boven; er komt zojuist een goeddoorvoede krokodil tevoorschijn, die naar verhouding dezelfde grootte heeft als de overige voorwerpen. Hij spert zijn muil wijd open als wilde hij een halve schepping verslinden. Maar daar er niets in zijn muil vliegt, doet hij die weer heel bescheiden dicht. Kijk, daar meer op de achtergrond komen verscheidene tijgers, hyena's, leeuwen, luipaarden en beren tevoorschijn; nog verder op de achtergrond zien jullie enorme reuzenslangen kruipen. Kijk nu hoe al deze dieren met angstaanjagende sprongen en grimmig gekronkel elkaar plotseling te lijf gaan alsof ze elkaar willen verscheuren. Daar helemaal in een hoek komt een grote apenkop tevoorschijn die kijkt of we nog niet geschrokken zijn. Maar wij schrikken niet en daarom beginnen deze dieren zich dan weer terug te trekken.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] O vriend en broeder, je kunt beslist niet beseffen en begrijpen wat het voor een arme zondaar betekent om voor de onverbiddelijke rechterstoel van Christus te verschijnen! Ik zou me nog liever voor eeuwig zo diep mogelijk in deze grond willen laten begraven, dan slechts één ogenblik naar het aangezicht van de eeuwig onverbiddelijke, strenge maar rechtvaardige Rechter te moeten kijken. Bewijs ons, als we het ook maar enigszins waard zijn, daarom deze laatste liefdedienst, dan zullen we ons ook voor eeuwig met het uitgesproken goddelijke oordeel tevreden stellen; maar behoed ons voor de aanblik van de onverbiddelijke Rechter!
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Ja, dat noem ik nu een ware mensenvriend. Iemand op aarde bijstaan is makkelijk genoeg, omdat ieder mens daar volkomen vrij is, maar hier in dit huiveringwekkende, onverbiddelijke geestenrijk dat bijna geheel verstoken is van alle liefde, genade en ontferming, is het heel wat anders om zo'n edele vriend te vinden waarachter men bij zo'n naderend, ontzettend gevaar bescherming kan zoeken. Daarom vraag ik je nog eens in naam van al deze broeders, mij te willen zeggen wie deze man is. Misschien zal hij ook tegenover ons zo genadig en barmhartig zijn en ons beschermen wanneer de Heer met een schrikaanjagend, toornig gelaat als Rechter zal verschijnen!
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De liefde is een oneindig groot doel, dat nooit door het verstand of door de wijsheid kan worden bereikt. Maar de liefde begint bij dit doel, en om dat te bereiken zullen geleerden en wijzen tevergeefs hun zeilen hijsen. Ja, de liefde is de meest innerlijke en sterke verrekijker van de geest, de enige waarmee je in Mijn goddelijke wonderdiepten kunt kijken, terwijl verstand en wijsheid niet eens in staat zijn om de zoom van Mijn opperkleed aan te raken. Daarom zijn jullie, jij en jouw broeders, ook zalig, omdat jullie de liefde in je dragen. En deze liefde heeft Mij ook naar jullie toegebracht en zij heeft dit water nu veranderd in een stevige brug, waarover Ik jullie nu zal leiden als de enige ware Leider en enige ware Vader en Broeder in jullie liefde voor Mij en in Mijn liefde voor jullie. Denk derhalve nooit ofte nimmer aan een andere dankbetuiging, want jouw liefde houdt alles in zoals Mijn liefde voor jou en voor jullie allen alles inhoudt. En zo gaan we dan nu over deze brug; volg Mij dus!
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Laten we echter eens overdenken wat de Heer de prior in diepste wezen met het veelzeggende `misschien' over het `dragen' heeft willen zeggen, dan zullen we in deze zaak meteen meer samenhang en duidelijkheid ontdekken. Wat wilde de Heer de prior daarmee dus zeggen? Luister, de Heer wilde de prior daardoor het volgende zeggen:
Hoofdstuk 101: Leiden, trekken en dragen in geestelijke betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] De prior en zijn broeders kijken nu eens naar de omgeving, dan weer naar de Heer en dan weer, en bijna het meest naar de mooie hemelse bruiden. De prior is daarom ook niet zo vlug klaar met zijn antwoord en overlegt bij zichzelf als volgt: hier zou het goed toeven zijn aan de zijde van zo'n hemelse bruid en in zo'n prachtig eigendom, waar je bovendien als het ware de gebraden vogels in de mond vliegen! Werkelijk, het is toch voor een onsterfelijke geest eeuwig volkomen onmogelijk om zich de hemel nog hemelser voor te stellen. Voorwaar, en nog eens driemaal voorwaar, als hier een echte goede raad niet duur is, dan is hij het in eeuwigheid niet. Als ik eraan denk, hoe het voor iemand zou zijn om zo'n hemelse bruid te omarmen en aan zijn onsterfelijk hart vol hemelse, vurige liefde te drukken, dan begint het me te duizelen en zou ik heel graag, ja, ik zou zelfs oneindig graag voor de Heer mijn krachtigste `ja' uitspreken, vooropgesteld dat deze eindeloze heerlijkheid in alle opzichten ook duidelijk een stevige basis heeft.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Hij heeft daarmee in bedekte termen niets anders willen zeggen dan: Ik zal jou een bestemming geven die volkomen met jouw vrije keuze overeenkomt, waarbij Ik er ook op bedacht zal zijn dat je Mij eens in jouw hart hebt gedragen. Op het moment van jouw overgang naar je eeuwige bestemming zal Ik je helemaal onvoorbereid in een situatie brengen, waarbij zal blijken in hoeverre je Mij in jouw hart hebt gedragen en nog draagt en in hoeverre lk dientengevolge ook jou zal dragen. Ik zal echter op dat moment Mijn oog enigszins voor jou sluiten, zodat jij dan volkomen vrij uit jezelf kunt handelen. Pas na die handeling zal Ik jou aanzien en je, ofwel zegenen voor je hemelse bestemming of lk zal je, als jouw heiligste, liefdevolste Vader in Mijn handen nemen en als een volmaakt kind naar Mijn woonplaats dragen!
Hoofdstuk 101: Leiden, trekken en dragen in geestelijke betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Ook heeft menigeen de volgende wens: als toch eens een pest in het land zou uitbreken die behalve mij alle mensen in het zand liet bijten, dan zou ik de natuurlijke, universele erfgenaam van het hele land zijn. Als er dan mensen uit een ander land zouden komen die mij mijn universele erfrecht zouden willen betwisten, dan zou de pest hen meteen aan de grens moeten pakken en wurgen!
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ik ben van mening dat uit deze teksten reeds overduidelijk blijkt wie er door de Heer met 'eigenlijke naaste' wordt bedoeld. Daarom zullen we eens kijken welke betekenis daarachter zit.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Daarom zullen we eens kijken of er geen uitgebreidere teksten te vinden zijn. Hier is er een en deze luidt als volgt:
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Maar laten we bij dit nu gelukkige gezin eens zo'n jaar later gaan kijken; we zullen dan bij hen evengoed alle luxe ontdekken die men altijd in de huizen van de rijken kan vinden. Deze familie wordt bovendien ook hardvochtiger en zij zal zich nu in het geheim proberen te wreken op al degenen die tijdens de vroegere armoede niet naar haar hebben omgekeken. Het 'God zij dank' zal verdwijnen en equipage, bedienden in livrei en dergelijke komen er voor in de plaats.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Jij zegt nu: goede vriend, deze tekst zou ik ook willen horen. Je krijgt hem dadelijk, beste vriend! Wat zei de Heer eens toen Hij een kind langs de weg vond, het opnam, aan Zijn hart drukte en liefkoosde? Hij zei: 'Als jullie niet worden als dit kind, dan zullen jullie het hemelrijk niet binnengaan!'
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...