Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 30 van 43

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43
[1] Toen Mira behouden bij de haar nog niet zo geheel en al bekende Heer in de hut aankwam, stond Hij op en zei op een ietwat ernstige toon tegen haar: 'Hoe kom jij, Mira, nu hier, terwijl Ik je niet heb laten komen omdat je eerder niet wilde komen toen Ik je wel heb gewenkt? Bovendien heb Ik Henoch ook een gebod gegeven, dat een vrouw niet over de drempel van de hut mag komen, - en toch kwam je binnen! Hoe komt dat?'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Toen nu alles was geregeld, begaf de Heer Zich met het drietal naar buiten naar een met bomen omgeven plek. Die plaats was aan de middernachtelijke zijde begrensd door een ontoegankelijke rotswand, waarin zich een groot hol bevond, zoals bij de plaats waar de reeds bekende draak verscheen aan de boden die met Henoch huiswaarts keerden, naar de hoogte.
Hoofdstuk 15: De Heer roept Satana in haar gedaante als draak in het bijzijn van Kisehel, Henoch en Lamech. De brutale woorden van de draak en zijn voorspelling van de kruisiging van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar het zal niet beter met mij gaan, hoewel ik je nu de waarheid bekende, zolang mij deze grote macht wordt gelaten, zolang, wat de materie betreft, de hele zichtbare wereld, dat wil zeggen aarde, zon, maan en alle eindeloos vele sterren en eveneens talloze zonnen, werelden en eindeloos verschillende soorten wezens, volledig aan mij ondergeschikt moeten blijven en ik hun heer moet zijn.
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Ik zeg je: datgene en het middelpunt van de aarde zijn even bekende dingen voor jou, en je weet van het ene even weinig als van het andere!
Hoofdstuk 26: Kisehels dwaze gedachten over de paring van Satana met God. De lichtende opheldering over het wezen en het doel van Satana. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Toen Naëhme dat bekende, voelde zij een zacht waaien en zei daarop:
Hoofdstuk 34: Henoch en degenen die hem begeleiden komen voor Hanoch aan. Lamech bewondert het mensenwerk in Hanoch en Henoch geeft wijze raad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Ja, zij zouden dagenlang het schouwspel van de golven gadegeslagen en zich geheel verloren hebben in die aanblik, als Adam Lamech niet had aangestoten om zijn blik ook op de ons reeds bekende water sproeiende kegels te richten!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Daarom liet hij dan ook weldra het ochtendmaal bereiden, en toen dat genuttigd was, werd de weg ingeslagen naar de hoogte en van daaruit naar de bekende grot.
Hoofdstuk 93: Van de berg weer huiswaarts. Het gezegende maal in Adams hut. Adam bespreekt met Henoch het feest van de sabbat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Volgens Adams plan in de bekende grot aangekomen, riep Lamech plotseling uit: 'Omwille van de almachtige God! Wat is dat? Is dat ook een werk van mensenhanden?
Hoofdstuk 94: Het bezoek aan de Adamsgrot. Lamechs verwondering en lofprijzing van de liefde van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar de reeds bekende raadgever, die de volkeren van buiten tot hun hoogste aanvoerder hadden benoemd, zei tegen de leiders van de tien steden:
Hoofdstuk 135: De nederlaag van het leger der Hanochieten. De woorden van de listige leider van de overwinnaars. Koning Uraniëls vredesonderhandelingen. Invoering van de vruchtenmarkt buiten Hanoch. De raad van duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Deze raadsheer werd - ondanks dat hij overal voor het volk alle schandelijkheden bekende die hij (ze grotendeels op zich nemend) had laten plegen - met groot gejuich opgenomen en nagenoeg in alle straten op handen rondgedragen, wat men nog nooit had meegemaakt, en van steniging was al helemaal geen sprake, want hij goot immers overal waar hij maar kwam olie en kostelijke balsem in de gewonde harten van de inwoners van de grote stad.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Als de ongelukkige ondervraagde bijvoorbeeld heel oprecht bekende dat hij zeer arm was en naar deze grote stad kwam om hier misschien ondersteuning te vinden, dan verklaarden de priesters dat hij daardoor de doodstraf verdiend had, maar dat het van de goddelijke heerser van deze stad alsook van de hele wereld afhing of hij hem het leven wilde schenken of niet.
Hoofdstuk 200: De 'arbeid' van de nieuwe koning. De onmenselijke behandeling van de arme vreemdelingen in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Honderden en honderden van dergelijke mooiste godinnen zwermden, op de reeds bekende manier begeleid door ondergodinnen, door de gangen van het labyrint; sommigen dansten, anderen stonden in de meest verlokkende houdingen, enkelen zongen en weer anderen vervolgden meer rustig hun weg voorwaarts.
Hoofdstuk 257: Koning Gurat en zijn zwager Waltar in de tuin van de tempel der liefde. De zeven schoonheidsgodinnen als vrouwen van Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Waar waren ze dan mee bezig? - Zij scherpten de punten van hun zwaarden en lansen, verwarmden die boven een vuur van kolen en doopten dan de nagenoeg heet gemaakte spitsen in het reeds bekende gif!
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen Drohuit deze woorden van de generaal had vernomen, verstomde hij en klaagde en huilde niet meer en bekende ook geen zonden meer ten gehore van het grote gezelschap dat zich in de zaal bevond, wat bij velen een gelach teweegbracht omdat zij inzagen hoe scherp Fungar-Hellan de gevangene in de kooi had getroffen.
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de stoet met boetelingen in het gevolg van alle uiterst bekwame spionnen en hun wachters en ook Fungar-Hellan zelf met al zijn ambtenaren van het hof de plaats hadden bereikt waar vroeger de tempel stond, en waar zich op enige afstand ook de bekende opening in de rotswand bevond, liep de overste van de spionnen naar Fungar en zei:
Hoofdstuk 312: Fungar-Hellan voor de grot in de rots. De inlichtingen van Mahal en de vrijgelatenen over de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43