Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22721 resultaten - Pagina 30 van 1515

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[1] "Kijk, de zon die nu aan de hemel schijnt is in rechte lijn nauwelijks zover van ons verwijderd, als de afstand, die een ervaren ruiter in een halve dag af kan leggen. De echte zon staat in rechte lijn echter zover van de aarde verwijderd, dat, als dat mogelijk zou zijn, een ervaren ruiter , als hij zonder te rusten dag en nacht door zou rijden, die ontzettend lange weg nauwelijks in tienduizend jaar zou kunnen afleggen. Hoe ver reiken de stralen van de natuurlijke zon en hoe onmeetbaar is de ruimte die zij vullen en hoe kort zijn daarentegen de stralen van deze schijnzon! Naar het oosten komen ze niet erg ver, wat ook goed te zien is aan de grotere duisternis in het oosten, en daarom is de lucht daar niet zo oogverblindend van licht doorzeefd als bij de natuurlijke zon. Het oogverblindende, doordringende licht in de lucht, die deze aarde naar alle kanten omgeeft, maakt echter juist dat wij overdag nooit een ster kunnen zien.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MATHAËL zeg!.: "Weet je, om dat voor jou allemaal goed begrijpelijk te maken zou de tijd hier wel wat te kort zijn, en je zou zeker niet het geduld ?P kunnen brengen om tot het eind naar mij te luisteren. Daarom verschuiven we dat naar een geschiktere tijd. Maar iets daarvan kan ik je wel voor je gemoedsrust meedelen, luister daarom goed naar mij.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] OURAN zegt: "Jawel, ik begrijp dat nu wel zo half en half, maar totaal begrijpen is er bij mij voorlopig nog niet bij, want van sterren en hun bewegingen heb ik altijd al het minst begrepen. Zo kan ik het bijvoorbeeld nooit rijmen, hoe het komt dat vlak na de ondergang van de zon aan het gehele firmament een aantal bekende sterren zichtbaar wordt. Maar later komen er vanuit het oosten nog steeds meer te voorschijn, en die er waren verdwijnen dan weer in het westen. Een paar blijven er echter 's winters en 's zomers, steeds met een kleine verandering van hun eerste standplaats aan het firmament. Dat gebeurt vooral bij de sterren die aan de noordelijke hemel prijken, maar daar staat tegenover dat de sterren in het zuiden zeer veranderlijk zijn, en ieder jaargetijde zijn er andere te zien. Daartussen zijn ook nog bepaalde dwaalsterren, die de overigens welbekende en niet veranderende sterrenbeelden nooit trouw blijven, maar heel willekeurig van het ene vaste sterrenbeeld naar het andere dwalen.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe groot was de verbazing van zo'n leerling als hij daarna voor de eerste maal uit zijn slaap ontwaakte en zich in het goddelijke licht van de zon bevond! Toen hij zichzelf zag in witte kleren, die met rode en blauwe stroken waren afgezet! Toen hij de vriendelijke, eveneens prachtig geklede mensen van beiderlei kunne zag! Hoe smaakten hem de heerlijk toebereide, nieuwe spijzen! Maar wat moest zijn ziel wel voelen toen hij door heel vriendelijke mensen naar buiten werd gebracht, daar door de heerlijke turnen wandelde en hun hemelse geuren inademde, en met zijn, boven alle menselijke begrippen uitgaande van geluk dronken ogen voor de eerste maal de hele natuur in al haar uitbundigheid door de zon beschenen voor zich zag!
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zo zou ik nu bijvoorbeeld ook graag met Hem willen spreken. Daar verlang ik erg naar, maar door Zijn onvoorstelbare, geestelijke grootte kun je daarvoor geen moed opbrengen, hoewel Hij er uiterlijk als een heel bescheiden en gemoedelijk mens uitziet! Zijn uiterlijk behoudt evenwel dat bepaalde, puur goddelijk almachtige, en het is duidelijk aan Zijn ogen en Zijn voorhoofd te zien, dat hemel en aarde voor Zijn wil moeten buigen. Uit Zijn ogen schieten letterlijk lichtstralen en doorlopend roept Zijn voorhoofd dat wat nooit was, tot leven.
Hoofdstuk 98: Ouran's gedachten over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar richt je voorlopig voornamelijk op Mathaël. Hij zal je samen met je dochter het snelst een goed stuk op de juiste weg vooruithelpen! Als jij of Helena echter een speciaal verzoek hebben, kom dan gerust naar Mij, dan zal Ik altijd naar je luisteren. Maar dat overdreven eerbetoon moeten jullie weglaten.
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Jullie denken nu: 'Hoe kunnen die paar letters zo'n hele zin voorstellen?' Dat zal je zo wel duidelijk worden! -De u werd bij de oude Egyptenaren voorgesteld door een half-kringvormige lijn, die van boven open was en waarvan de einden gestrekt waren (U) en stelde een vat voor om al het goddelijke dat van boven naar de mensen op aarde komt in op te nemen. Het spreekt vanzelf dat de ouden daar voornamelijk geestelijke gaven van het licht voor de ziel der mensen mee bedoelden.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] De N werd door een soortgelijke naar beneden gekeerde halve cirkel voorgesteld {n) en was het teken voor de dode, geheel geest en lichtloze materie. De ronde daken van vele huizen en vooral van de tempel kregen daarom de vorm van de omgekeerde halve boog om aan te geven, dat op die plaatsen het goddelijke zich met de materie verbindt, daarin een tijdelijk leven schept en zich op bepaalde ogenblikken aan de mens openbaart. Daar kwam dan ook de oude sleutelvraag uit voort: ' Je u n o ?', omdat de o stond voor de gehele zuivere godheid.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] HELENA zegt: "Ik verzoek u, beste Mathaël, ga toch verder. Ik zou zo wel ononderbroken, dagenlang naar u kunnen luisteren! Uw verhaal is weliswaar niet zo vol beelden en zo opgesmukt als bij Homerus, maar het is wijs en waarachtig, en dat is meer waard en vele malen aantrekkelijker dan alle betoverende, bloemrijke taal van de grote minstreels! Ga dus alstublieft ongestoord verder met uw verhaal!"
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Omdat het hete Afrika eigenlijk het vaderland van de leeuw is en omdat ook Achter-Egypte al vaak door deze koning der dieren werd overheerst, is het te begrijpen dat het helemaal niet zo moeilijk voor hem was om tot Midden en Onder Egypte door te dringen en daar onder de vredig weidende kudden verwoestend huis te houden. Zoals de strenge kou de wolven naar de door de mensen bewoonde streken drijft, zo drijft de grote hitte van Juli de leeuw naar de wat koelere, noordelijker streken waar hij kans heeft op buit.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Men moet zelf nooit teveel over een bepaald onderwerp zeggen, maar ook anderen aan het woord laten en naar ze luisteren. Want geen mens op de hele wereld is zo wijs, dat hij niet zo nu en dan ook zelfs van een minder wijze wat kan leren, laat staan van iemand die wijzer is dan hij! En daarom, liefste Helena, zul je me wel vergeven dat ik nu een poosje zelf niets zeg, maar naar de anderen luister, -vooropgesteld natuurlijk, dat ze iets willen zeggen."
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar kijk nu toch eens naar de stad! Ik geloof dat het steeds feller gaat branden. Straks brandt de gehele, grote stad nog af? Onze Raphaël zou daar wel kunnen helpen als hij dat zou willen!?"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Ik zou mij natuurlijk in Jeruzalem in alles hebben laten inwijden en als ik daar iets bevredigends had gevonden, zou ik het van daar meteen naar mijn volk hebben gebracht. Dat wij hierheen zijn gekomen, meteen naar de smid zelf in plaats van naar de leerling smid -wat.nu door alles wat wij beleefd, gehoord en gezien hebben wel aan geen twijfel meer onderhevig is - dat is een vrije en uitzonderlijke genadedaad van God de Heer, waarschijnlijk omdat wij in alle ernst het goede wilden, waarvan wij nooit willen en zullen zeggen dat wij dat verdiend hebben. Maar daardoor zullen wij thuis des te gemakkelijker kunnen werken, omdat wij daarbij blij Iedere gelegenheid geheel op de hier ondervonden, goddelijke hulp kunnen rekenen!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk, de natuurwetten zijn ook door God gegeven en kunnen slechts samen met de natuur worden opgeheven. Maar zolang er een natuur bestaat, zolang blijft ook de onveranderlijke natuurwet. Daar kunnen geen uitzonderingen op zijn, want een nog zo kleine uitzondering zou een onberekenbare storing teweegbrengen in de gehele aard der dingen, die allemaal als schakels van een ketting aan elkaar vast zitten. Als er ook maar één schakel stukgaat is de ketting haar bindende werking kwijt! Dit zijn nu mijn redenen waarom het mij voorshands niet zo goed mogelijk is om te geloven dat jij werkelijk lichamelijk naar een paar vaste sterren bent gereisd.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Je moet daar echter niet boos om worden, want ik wijs het toch nog niet volledig af. Alleen kan ik het naar aanleiding van de genoemde redenen, die toch ook niet uit de lucht zijn gegrepen, niet als overtuigend voor mij aannemen. Maar misschien heb je doorslaggevende, ware bewijsgronden voor datgene wat mij nog niet helemaal duidelijk is! Als je die hebt, zeg ze mij dan en ik zal in het vervolg aan niets van wat je zegt meer twijfelen!"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...