Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15097 resultaten - Pagina 30 van 1007

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[2] Want men zal met een jood anders moeten praten dan met een Griek en een Romein, en met deze weer anders dan met Perzen, Indiërs en Egyptenaren, en met de Scythen weer heel anders, omdat ieder een andere voorkennis heeft. Daardoor zullen er natuurlijk allerlei vermengingen plaatsvinden en allerlei dingen zullen ook anders gekleurd worden. En als dan bijvoorbeeld na een paar honderd jaar de mensen van de meest verschillende volkeren de lessen die ze van ons hebben ontvangen, en die natuurlijk door velen opgetekend worden, met elkaar zullen vergelijken, -zullen die dan nog wel enigszins op elkaar lijken?! Of zullen de joden niet spoedig zeggen: ' Alleen wij hebben de geheel zuivere en ware leer! , En de Grieken zullen daarop zeggen: 'Neen, wij hebben de enig ware leer, zoals wij die uit de mond van de Heer hebben vernomen!' En zullen de Romeinen niet hetzelfde beweren en de Armeniërs op hun beurt ook?! Ik wil hopen dat ze in wezen allemaal niet te veel van elkaar zullen afwijken; maar wat details betreft zullen er, vanwege de volkomen vrije wil van de mensen, hier en daar waarschijnlijk toch wel behoorlijke varianten, kloven en vouwen voorkomen!
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar als hij, zoals gezegd, Rome ooit zelf heeft gezien, dan kunnen er honderden kletskousen naar hem toekomen en hem totaal nieuwe en bijzondere beschrijvingen geven van hoe de stad Rome er uitziet, hij .zal daar dan alleen om lachen en zich soms ergeren aan de leugenachtige onbeschaamdheid van sommige dagdieven die zichzelf beroemd willen maken, en van mensen die niet werken en in steden rondhangen; en hij zal ze allemaal duidelijk de deur wijzen; want in hem leeft nu werkelijk het ware beeld van Rome en dit kan door geen enkele, slechts verzonnen voorstelling verdrongen worden.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Deze mens doet dat nu en probeert ook zijn omgeving daartoe te bewegen, deels door zijn voorbeeld en deels door zijn heel eenvoudige en sobere leer; zo vormt hij zijn gezin tot een waar toonbeeld van ware en God toegewijde mensen. En wat zijn in korte tijd de vruchten van deze prijzenswaardige onderneming? De mensen leven in vrede. Niemand verheft zich boven de ander. De verstandige zet zich er voor in om met veel geduld en liefde de minder begaafde op gelijk niveau te brengen, en maakt hem opmerkzaam op alle wonderen in de schepping die hij kent, en is gelukkig dat hij de zwakkere kon helpen.
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Daaruit bestaat dus de nieuwe school van het ware leven en de enig ware kennis van God en het leven zelf, en Mijn leer heet een waar evangelie*, (* 'Evangelie' betekent: 'goede, blijde boodschap') omdat het de mensen leert gaan op de enig juiste en ware weg ter verkrijging van het ware eeuwige leven en van de enige ware liefde en wijsheid van God.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Mijn beste vrienden! Deze op zichzelf absoluut niet afkeurenswaardige principes zijn Mij heel goed bekend. Ze kunnen en moeten overal waar een volk in groepen met elkaar samenleeft, bestaan en gehandhaafd worden, maar steeds in de voor het leven edelste zin van het woord. Opdat ze echter alleen in deze zin in de samenlevingen van mensen bestaan en nooit onderschat en overdreven worden, moeten ze vergezeld gaan van een houdbare en zeer betrouwbare regulator. En waaruit moet deze regulator bestaan? Uit niets en niemand anders dan alleen uit de ware en zuivere naastenliefde, waarvan de verstandige belangrijkste grondregel als volgt luidt: Voor zijn naaste wenst en doet de mens van harte precies alles waarvan hij redelijkerwijs en wijselijk kan wensen en willen, dat anderen het ook voor hem zelf willen doen en overhebben.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wie goed bij deze grondregel stilstaat, zal gauw zien dat hij als geen ander alle mensen zal aansporen tot een zekere ijver en ook tot ware en edele spaarzaamheid voor het leven; want als het mij onaangenaam is, dat een ander niets uitvoert terwijl ik werkzaam ben, dan moet ik ook niet terwijl een ander werkt, werkeloos toezien!
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als iedereen dit uit ware, edele naastenliefde voor het leven doet, dan zullen er in een samenleving spoedig nog maar heel weinig mensen zijn die men 'armen' zou kunnen noemen. Behalve mensen die lam zijn, gebrekkig, blind, doof en melaats, zullen er weinigen meer zijn die de gemeenschap tot last zijn; maar deze moeten dan wel met een vreugdevol hart voorkomend verzorgd worden.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Jullie zien nu, dat de ware, edele en laten we zeggen verstandige naastenliefde voor dit aardse leven de betrouwbaarste maatstaf is om na te gaan, of en hoe zuiver het er in de ziel uitziet. Gebruik deze daarom vóór alles, dan zullen jullie hiervan spoedig de zegenrijkste vruchten oogsten voor de schuren van het eeuwige leven in het licht van Mijn geest binnen in jezelf! - Mathaël, hoe denk je nu over het zuiver houden van deze leer die Ik nu aan jullie heb gegeven? Is ze zo voor alle mensen tot aan het einde aller tijden zuiver te houden of niet?"
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wie echter een dergelijke genade van Mij gekregen heeft en geroepen is om voor de mensen in Mijn naam een leraar te zijn, moet wel bedenken dat hij die genade voor niets van Mij gekregen heeft en zich daarom niet moet laten betalen voor het doorgeven hiervan! Een echte leraar zal ook datgene wat hij voor niets van Mij gekregen heeft, voor niets doorgeven. En degenen die door hem onderwezen worden, moeten dan uit ware liefde tot Mij de leraar, die Ik naar hen gezonden heb, wel op eigen initiatief met alle liefde opnemen en op geen enkele wijze gebrek laten lijden; want het spreekt natuurlijk vanzelf, dat wat zij voor iemand doen die door Mij gezonden is, beschouwd wordt alsof ze het voor Mijzelf gedaan hebben!
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar wat gaat ons de Libanon aan, waarop nu al bijna geen ceders meer staan? De eigenaren ervan moeten maar zien hoe ze hem opnieuw beplanten, en de vele apen kunnen nog lang rondspringen op de dikke, nog zeer sterke takken en twijgen van de oude bescherming en zaad biedende ceders van Samuel, David en Salomo! Ik denk dat het veel beter zou zijn om ons zoveel mogelijk te bekommeren om de ware cultuur van de mensen, en de Libanon met rust te laten. Uw akker, die U waarschijnlijk ergens bij Nazareth bezit, of misschien alleen maar gepacht heeft, neem ik meteen voor mijn rekening, en morgenavond staat er geen halm meer op het open veld bloot aan de storm die op komst is! Heer, U hoeft het daarom maar te zeggen en over enkele uren zet ik meteen zonder moeite zesduizend handen aan het werk"
Hoofdstuk 127: De liefde als meest ware lofprijzing van God. De Heer geeft gelijkenissen over de aarde en het planten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] De 'ceders' staan dus voor de woorden en wetten in de Schrift. Ooit, toen de ceders op de Libanon nog jong en krachtig waren, brachten ze de mensen veel nut, en een rechter, Samuël, kon waarachtig bidden onder hun takken. Maar het aardse winstbejag van de mensen heeft de mooie Libanon bijna geheel van zijn ceders ontdaan, en op de.plaats van de oude en gezonde ceders groeide maar al te gauw allerlei wild struikgewas, en zelfs de oude nog overgebleven ceders met hun vele voos geworden takken dienen nu meer de apen dan de mensen tot beschutting en gerief, -maar natuurlijk alleen maar toevallig; want een aap kan de waarde van een. ceder niet onderkennen, en hem dus ook niet waarderen en er de doelmatigheid van bepalen.
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En dat is goed zo, want alleen mensen waarvan het verstand al hoogst wakker en helder is, kunnen zo'n diepere levensopenbaring vatten en begrijpen en dan toch hun vrijheid behouden wat hun inzicht en hun wil betreft, en alleen zulke mensen kan Ik dan ook als ware maaiers op de grote akker van Mijn mensengewassen gebruiken. En tel ze nu zelf maar, je zult er werkelijk niet te veel vinden voor de grote aarde!
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wordt dus als verbreiders van Mijn leer nergens en nooit zwak voor welk oud voorschrift dan ook, niet eens in de keus van spijzen; want wat met mate en doelmatig door de mond naar binnen gaat, verontreinigt de mens nooit; maar alleen datgene verontreinigt de mens, wat vanuit het hart door de mond naar buiten komt tot schade van de medemens! Zo zullen jullie met deze leer aan de mensen blijvend de ware zegen geven en het ware heil, dat over duizend jaar en nog eens duizend jaar even zuiver zal zijn als Ik het nu geef en gegeven heb!
Hoofdstuk 131: Handelen volgens de leer en Gods beloften. Over ceremoniële diensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Alleen.als de wet van hemzelf wordt, en onderworpen is aan de vrijheid van Zijn eigen vrije wil, dan houdt alle gericht, vloek en dood bij de mens op, en dat is nu precies waarom Ik hoofdzakelijk naar deze wereld ben gekomen, om alle mensen te verlossen van het juk van de wet, van het gericht, van de vloek en de dood, en daarom ook neem Ik vanaf nu al het uiterlijke weg en geef jullie daardoor waarachtig aan jezelf terug en maak jullie juist daardoor pas waarachtig tot ware godskinderen en tot heer over iedere wet en het gericht.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) "Je ziet dus, dat aan gene zijde alles zichtbaar wordt en ook moet worden, omdat anders de talloze verschillende verenigingen van geesten onmogelijk zouden kunnen bestaan. En nu is het dus de vraag wat voor gezicht iemand aan gene zijde zal zetten, die hier bij de mensen hoog in aanzien stond vanwege zijn wonderbaarlijke daden, en bij wie aan gene zijde maar al te duidelijk zichtbaar wordt dat al zijn wonderdaden in feite heel gewoon bedrog waren; en al was het bedrog zelf nog zo goed bedoeld, het moest wel betaald worden en het werd als echte waar aan de blinde koper verkocht -en dat vaak voorheel veel geld!
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...