Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1405 resultaten - Pagina 30 van 94

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[11] Zelfs de ziel van de mens, als de hoogst gepotentieerde vermenging van mineralen-, planten en dierenzielen, heeft geen herinnering aan haar vorige bestaansvormen, omdat de specifieke zielsdelen in de eerder genoemde drie rijken geen eigen en strikt afgezonderde intelligentie bezaten, maar ten behoeve van hun soort alleen een soort intelligentie, die aan het algemene goddelijke leven in de ruimte ontleend was. Weliswaar zijn in een mensenziel al die talloze specifieke voor-intelligenties met elkaar verenigd, en dat leidt ertoe dat de menselijke ziel uit zichzelf alle dingen zeker kan herkennen en verstandig kan beoordelen, maar een specifieke herinnering aan de vroegere niveaus van bestaan is niet denkbaar of mogelijk, omdat in de menselijke ziel maar één mens ontstaan is uit de eindeloos vele afzonderlijke zielen.
Hoofdstuk 29: De verhouding tussen de wezens en de universele intelligentie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, wat de eindeloze ruimte als materie in zich bevat, is gericht en daardoor gefixeerd door de macht van Gods wil! Wanneer dat niet zo zou zijn, zou er zich geen zon, geen maan, geen aarde en al helemaal geen schepsel in de grote eindeloze ruimte bevinden; dan zou alleen God bestaan, Zijn grote gedachten en ideeën aanschouwend.
Hoofdstuk 34: Het wezen van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] De stukken van de planeet vielen verder uiteen in de zeer brede ruimte tussen de banen van Mars en Jupiter .Een groot aantal kleinere brokstukken verdween ook via de beide banen, en sommige vielen op Jupiter, sommige op Mars, en enkele zelfs op deze aarde, op Venus, op Mercurius en ook op de zon.
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] (De Heer: ) 'En zelfs de mensen, die wat hun lichaam betreft reusachtig groot waren, werden bij het barsten van de planeet in grote aantallen de vrije ruimte in geworpen, evenals ook de andere schepselen. Sommige verdroogde lijken zweven nog rond in de wijde etherruimte, andere zitten en liggen dood en helemaal verdroogd in hun huizen, die op de grotere brokstukken van de planeet nog bestaan; enkele van die lijken vielen zelfs ook op deze aarde, waar ze echter reeds na enkele honderden jaren ontbonden, en zo ging het ook op andere planeten.
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een volmaakt mens zal natuurlijk nooit in een schijndood terechtkomen; maar een materieel en genotzuchtig mens gemakkelijk, omdat zijn ziel vaak met een te grote liefde aan haar vlees hangt. Wanneer zo'n mens koud en stijf wordt, geen adem en polsslag meer heeft en geen teken van leven geeft, is de ziel toch nog in het lichaam en doet angstige pogingen om het weer tot leven te wekken, wat haar na enige dagen meestal ook lukt. Maar als zo'n mens te snel in de aarde begraven wordt en vervolgens in het graf ook naar het lichaam weer levend wordt, dan kunnen jullie je wel voorstellen dat het voor hem, al is het ook maar voor enkele ogenblikken, een toestand van zeer grote vertwijfeling moet oproepen. Als jullie echter volgens Mijn leer leven waarin jullie vooral de naastenliefde onder elkaar moeten beoefenen, dan is het zeer zeker ook een daad van ware naastenliefde, dat jullie er goed op toezien dat er geen schijndode verbrand of begraven wordt. Als jullie merken dat iemand schijndood is, breng hem dan in een ruimte met goede en frisse lucht, bid voor hem en leg hem de handen op, dan zal het beter met hem gaan!
Hoofdstuk 84: Het verbranden en balsemen van lijken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Uit die nu aangeduide variaties, die tussen meer of minder tot in het oneindige gaan, ontstaan ook de eindeloos vele en uiteenlopende vormen in de materiële schepping, evenals uit zeven enkelvoudige basiskleuren een eindeloze verscheidenheid aan alle mogelijke kleuren, en uit de zeven enkelvoudige tonen in de zuivere muziek een nooit eindigende verscheidenheid aan melodieën en verrukkelijke harmonieën gecreëerd kan worden.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de mens dient zich daarbij geduldig en met volledige overgave aan de wil van God te gedragen en daarbij ook te denken: dat gebeurt volgens Gods wil om bestwil van de mens! Want alles wat er op aarde, op de maan, op de zon en op alle sterren gebeurt, gebeurt allemaal uitsluitend om bestwil van de mensen; want de mens is de enige reden en het enige doel van de hele schepping in de eindeloze ruimte.
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Je hebt toch gasten in huis en er is weinig ruimte binnen. Bovendien ben Ik niet bepaald een vriend van de Farizeeën, schriftgeleerden, priesters en schijnvromen, daarom blijf Ik liever buiten.'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wanneer de mensen in hun blindheid 'heilig, heilig, heilig' tot God zullen roepen, zal het er onder hen ellendig uitzien! Wie zó tot God wil roepen, moet eerst zelf van deze geest vervuld raken, anders is zijn roepen zinloos en dwaas en lijkt het op de aanroep van de heidenen, die door het gericht van de zonden der wereld gekneveld en geboeid zijn en zodoende onmogelijk de eeuwige, oneindige vrijheid in God, wat nu juist die heiligheid is, kunnen vatten en begrijpen!
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Evenzo is het ook goed als een gevestigde gemeente naast het schoolgebouw voor de kinderen een vergadergebouw zet, waar ze van tijd tot tijd in Mijn naam bijeen kan komen. Maar in zo'n ruimte moet dan niet enkel en alleen de aangestelde rabbi het recht hebben om te spreken en te preken, maar ieder mannelijk gemeentelid, als hij daartoe door Mijn geest aangespoord wordt. Want in een dergelijk gebouw moet niet alleen over de Schrift en over de profeten en over Mij gepreekt worden, maar ook over andere dingen die bijdragen aan een diepere en ware kennis van God en die de liefde tot God en de naaste tot leven wekken; en dan moet diegene spreken die door Mijn geest in hem daartoe aangespoord wordt, en zowel de gemeente als de rabbi moeten naar hem luisteren. Als zij dat zal doen, op wat voor dag ook, dan heiligt zij de sabbat ook in de ware zin van het woord.
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Wat voor jullie noodzakelijk was om te weten voor het vernietigen van het vele bijgeloof, dat voortvloeide uit de natuur van de dingen van deze wereld, dat heeft men jullie dan ook niet onthouden, maar men heeft het getrouwen waar beschreven en als getuigenis van de waarheid ook op een wonderbaarlijke manier aanschouwelijk gemaakt. En dat moet jullie voorlopig genoeg zijn! Het verdere tot in het oneindige moeten jullie nu zelf trachten te bereiken en te verwerven, langs de weg die jullie duidelijk en waarachtig getoond is; dan zullen jullie het werkelijk niet meer nodig hebben om te vragen wie Rafaël is en wie zijn ouders zijn! - Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarop zei Nojed: 'Grote en werkelijk meer dan wijze vriend! Je hebt levende en lichtend ware woorden gesproken, en ik kan daar niets tegen in brengen. Maar één ding blijft daarnaast ook nog waar, en dat is het volgende: de mens kan het via de weg van absolute zelfverloochening wel zover brengen dat hij op God gaat lijken en zodoende ook machtig wordt, zoals dat met name bij de grote profeten overduidelijk is gebleken; maar toch is en blijft de mens in een bepaald opzicht slechts een in de tijd ontstane en dus met al zijn op God lijkende volmaaktheid onderdanige en beperkte, heel kleine God, terwijl Jehova eeuwig, dus zonder begin, oneindig in tijd en ruimte en derhalve door niets beperkt is. En dit meer dan eindeloos grote verschil tussen de ene en eeuwig enig ware God en de in de tijd ontstane menselijke God zal eeuwig nooit weggevaagd kunnen worden.'
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Dat is ook nog heel aards en menselijk gesproken! Want kijk, ook voor de goddelijke geest in de mens bestaat er geen vergankelijke tijd of een beperkte ruimte, en dus ook geen verleden of een verre toekomst, maar alleen een eeuwig heden! Maar in deze wereld heeft alles zijn tijd, en er rijpt geen vrucht aan de boom reeds tijdens de bloei; als jij je echter vast voorneemt om van nu af aan onwrikbaar volgens Gods wil te leven en te handelen, zul je weldra ook anders praten.
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als een goed mens door zijn ijver die maat helemaal heeft bereikt, houden alle verdere verzoekingen ook op, en dan gaat hij in het volle licht vanuit de hemelen over van het ene niveau van levensvoleinding naar een nog hoger niveau, en zo verder tot in het oneindige.
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na dit onderlinge overleg wendden de leerlingen zich tot Mij en zeiden: 'Heer en Meester, U hebt ons al verschillende keren gezegd dat het ons gegeven zal zijn de geheimen van het rijk Gods goed te begrijpen, en U hebt ons ook al zoveel dingen duidelijk onthuld, dat wij in de geest Uw oneindige schepping en nog duizend andere dingen goed begrijpen, waar nog geen enkele geleerde zich ooit een voorstelling van heeft gemaakt en waar hij zich door eigen speuren en zoeken ook nooit een volkomen duidelijke voorstelling van zal kunnen maken, om welke reden alle menselijke kennis tot nu toe dan ook stukwerk is. Zeg ons nu toch ook eens wat meer concreets over Uw wederkomst! In welke tijd zult U wederkomen, en waar en hoe? Want wij zijn van mening dat ook dat hoort bij het begrijpen van de geheimen van Gods rijk.'
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...