Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 30 van 63

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[8] Je bent niet in staat te geloven dat er een God bestaat, als je Hem niet reeds tevoren uit alle kracht van een kinderlijke hart hebt liefgehad. Wie zegt: 'Ik geloof aan een God!' maar Hem niet kan liefhebben, die is een dode leugenaar en heeft het leven niet; want God is het eeuwige leven Zelf, - Zijn liefde is dit leven. Hoe kan iemand het leven anders begrijpen dan door het leven zelf?! Omdat alleen de liefde het leven is, zoals het in God eeuwig is uit Hemzelf en evenzo in de mens door Gods erbarmen, hoe kan de mens dan zeggen dat hij aan een God zou geloven, terwijl hij die in zijn liefdeloze toestand toch duizendvoudig verloochent; dat is geen leven, maar slechts een zekere beweeglijkheid van de door God geschapen natuur, die tot het opnemen van het leven van liefde uit God dient.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "Luister, lieve broeders en zusters in God, onze God die een machtige Heer is over alle dingen en ons aller meest liefdevolle, heilige Vader, en ook in Adam, die de geschapen eersteling is vanuit Gods almachtige, eeuwige liefde en ons aller lijfelijke vader:
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] "Mijn grote God en Heer, Schepper van alle dingen en heilige Vader van alle geesten en mensen! Hebt U mij dan geschapen om me te kwellen vanaf het begin tot op dit uur?
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Zie, ik wil, kan en moet je nu zeggen dat jij je in jouw aartsvaderlijke wijsheid geweldig vergist hebt omdat je de Heer in je hart beschuldigd hebt als zou Hij een lichtzinnig spel met ons hebben bedreven en zou Hij ons alleen maar hebben geschapen om tot een slechts Hem plezierend speelgoed te dienen!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij geschapen en nu zo geheel en al verlaten?
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar je hoogmoed kon ook daar de allerhoogste liefde van de eeuwige, almachtige, oneindig heilige, grote God versmaden! Je verliet op schandelijke wijze het door Mij voor jou geschapen huis en wilde Mijn werk vernietigen, jij ellendige leugenaar, en Mij, je God en Schepper, te schande maken, jij boze satan!
Hoofdstuk 115: De slang in de boom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] U bent ook in staat om uit stenen en uit verscheurende dieren woorden des levens te verkondigen; waarom zou U dat dan niet door mijn mond doen, die U daartoe hebt geschapen?
Hoofdstuk 118: Het doel van het aardse leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] En Asmahaël greep Henochs rechterhand en zei toen hardop tegen hem: "Henoch! Hij die uit het niets jouw hand heeft geschapen, sterkt haar nu in het aangezicht van de vaderen. Ga nu naar de 'Verdorde aardhand' toe en verlevendig deze dode hand, opdat zij een gemakkelijke brug voor ons zal worden en tot een geëffend pad naar diegenen die onze hulp het meest nodig hebben; want niet voor de gezonden, maar omwille van de zieken ben Ik in jullie midden! Amen."
Hoofdstuk 123: Bij de 'Verdorde hand der aarde' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Als Hij vreugde zou beleven aan het doden, zou Hij dat reeds van eeuwigheid af aan hebben gehad; en zou Hij op deze manier een vriend van de dood zijn, waarlijk, je kunt ervan verzekerd zijn, dan zou Hij ook heel beslist niet alleen geen aarde, geen maan, geen zon en geen sterren met al hun grote scheppingswonderen geschapen hebben, maar ook niet eens een zonnestofje!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Wanneer meer dan drievierde deel daarvan niet pas geschapen werd, dan weet ik in alle ernst tenslotte niet waar ik aan toe ben; want ik droom, of ik moet er honderd voor één aanzien! Want hier bevinden zich net zoveel mensen als er zand in de zee en gras op het oppervlak van de aarde is!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Laat datgene wat niets was, eeuwig niets blijven; want het is beter in eeuwigheid niet te bestaan dan naast jou een ellendig, beperkt bestaan te moeten leiden! Waarom wil je me nu verbeteren, nu ik toch al eenmaal ben, die ik ben?! Indien je me beter had geschapen, dan zou ik ook beter zijn! Maar daar ik nu eenmaal zo ben, - is het dan niet jouw schuld dat ik zo ben?! Verbeter daarom eerst jezelf en zie dan wat je van mijn verbetering kunt en wilt terechtbrengen!'
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Voor jou zijn God en mens om het even! Waarom zou je je ook druk maken over wie er nu met je spreekt, hetzij een God, je Vader, of een mens zoals jij; want jij hebt jezelf immers niet geschapen, maar dat deed een voor jou onzichtbare, volkomen onbekende God! Als Hij je dan zo ellendig en tot zonden geneigd heeft gemaakt, dan moet Hij Zich ook maar tevreden stellen met jou zoals je bent, daar Hij je niet volmaakter gemaakt heeft en Hij moet van het verprutste werk niet verlangen meer volkomen te zijn dan het schandalig genoeg uit de hand van de slecht gehumeurde Schepper is voortgekomen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Jij houdt Mij het moeilijk te bewandelen pad van de goddelijke wil over de oneffen geschapen aarde voor en getuigt van jouw goede wil getrouw te wandelen, als dat maar mogelijk zou zijn. Alle schuld van jouw val heb je op Mijn schouders geladen en Ik moet gefaald hebben en jij eigenlijk niet in het minst, omdat Ik jou zo en niet anders geschapen heb! Moest je nu anders worden, dan moest er ook een middel zijn waardoor het voor je mogelijk zou worden overeenkomstig de goddelijke wil te handelen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Waarlijk, naast een god zoals jij je die voorstelt en die je iedere sabbat door aanbidding vereert, zou een geschapen bestaan zonder twijfel niet alleen het meest ellendige bestaan zijn, oneindig jammerlijker dan dat van een vertrapte worm in het gloeiende zand, - maar Ik zeg je, het zou ook voor jouw droomgod volslagen onmogelijk zijn; want zo'n onvolkomen god zou niet alleen niet in staat zijn knoeiwerk te leveren, maar het zou hem waarlijk nog slechter afgaan dan jou, want je bent uit jezelf nog niet in staat om ook maar één atoom te scheppen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O vader, kijk, kijk: Hij, die eertijds door Zijn machtige woord hemel en aarde en alle dingen daarop heeft geschapen, Hij - 0 welk een aanblik! - Hij helpt nu Henoch dit kleine offeraltaar te bouwen!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...