Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 30 van 120

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[23] Wat de Heer nu echter doet vanuit Zijn geheel eigen macht, dat zal Hij altijd doen wanneer er zich een farizeeërdom zal ontwikkelen op dezelfde wijze als het zich in Jeruzalem heeft ontwikkeld!
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Kijk naar die tempeljoden, de Farizeeën en schriftgeleerden! Hoe waren ze in de tijd van de eerste richters en ook nog in de tijd van de eerste koningen en hoe zijn ze in deze tijd? Ze zijn in alle dingen blind, dom en bovendien vol hoogmoed en alle mogelijke boosheid, en ze haten degenen die vanuit de hemelen het licht van het ware leven terugbrengen, en geen van hen gelooft in de Heer, maar haat en vervolgt Hem alleen maar waar en hoe hij maar wil en kan.
Hoofdstuk 123: Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Wat bij een juiste en doelmatige bereiding door de mond in de mens komt om zijn honger te stillen, verontreinigt hem nooit; maar wat er vanuit het hart uit de mond komt, verkleed in woorden of gedachten -zoals leugens, boosaardige kwaadsprekerij, meineed, smerige en obscene taal, vloeken, lasteringen, het schenden van eer, verleiding tot hoererij en echtbreuk, en tot allerlei zonden en kwaad verleidende woorden -dat verontreinigt werkelijk de hele mens. Maar wat bij een goede en doelmatige bereiding als voedsel voor het lichaam de mens binnenkomt en langs de natuurlijke weg ook weer uit het lichaam verwijderd wordt, verontreinigt de mens, zoals reeds gezegd, niet.
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Want ik ben zelf allang van mening dat alle materie in zichzelf ook geheel geestelijk is en door de wijsheid en almacht van God in allerlei vormen zichtbaar en voor onze uiterlijke zintuigen voelbaar wordt, en de reme en vanuit God machtige geesten zullen de materie overeenkomstig de volle innerlijke waarheid waarschijnlijk alleen maar zien zoals ze is, en niet zoals ze zich aan onze afgestompte zintuigen voordoet.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] O, de verspreiders van deze leer, die nu werkelijk lichamelijk vanuit de hemelen op ons toekomt, zullen het niet gemakkelijk hebben, ook niet als ze met de macht van deze drie jongemannen begiftigd zouden zijn! Want men zal hen uitmaken voor overspannen bedriegers en bovendien voor magiërs uit de school van de Essenen en derhalve ook voor leugenaars, bedriegers en volksopruiers en hen vervolgen en martelen.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De mens kan God alleen maar met de ogen van zijn geest zien, enkellangs de zuivere en waarachtige weg van inzicht in de geschapen dingen en Zijn liefdevolle en wijze orde daarin, en Hem dan ook boven alles liefhebben; en wie God boven alles liefheeft, kent vanuit die liefde ook zichzelf en zijn naaste en zal Gods evenbeeld in zijn naaste evenzeer liefhebben en achten als in zichzelf.
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Laat degene voor wie dat niet duidelijk is zich maar een pasgeboren kind voorstellen, dat van zijn ouders alleen maar lichamelijke verzorging, maar niet de minste opvoeding zou krijgen, noch van de ouders noch van iemand anders. Het zal zo weliswaar opgroeien, maar in het gebruik van zijn ledematen zelfs veel dommer zijn dan het van nature domste dier.
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Stel je nu eens een afgelegen land op deze aarde voor, dat met dergelijke mensen zonder onderricht en opvoeding bevolkt is! In duizend jaar zullen ze uit zichzelf vrijwel geen verstand krijgen en niet eens een andere taal hebben dan de dieren in de bossen en de wildernis, zoals er in deze tijd dergelijke mensen op aarde inderdaad bestaan en nog lange tijd zullen bestaan, als bewijs van het feit dat een mens zonder opvoeding en onderricht uit zichzelf niets kan weten en ontdekken.
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ja, de eerste mensen, die ook 'kinderen Gods' genoemd werden, zijn aanvankelijk in alles vanuit de hemelen onderricht. Maar de mensen werden gewaar dat ze wijs en verstandig geworden waren, en daardoor werden ze ijdel, ingebeeld en hoogmoedig en daardoor ook steeds meer op de wereld ingesteld en zelfzuchtig. Ze hadden het onderricht uit de hemelen niet meer nodig en begonnen zich daar zelfs voor te schamen, en ze stelden zich vijandig op tegen degene die hen daaraan herinnerde.
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Het is dus volslagen onzinnig als zulke mensen zeggen: 'Ja, als bijvoorbeeld mijn gestorven vader als zichtbare geest terug zou komen en tegen mij zou zeggen: 'Kijk, zo en zo is het!', dan zou ik het geloven!' Maar nu komt die geest van zijn vader, overdag of 's nachts in een heldere droom, en hij onderricht zijn zoon. De zoon beschouwt zijn visioen dan als een product van zijn fantasie en gelooft daarna vaak nog minder dan eerst. Wat voor nut had dan die gewenste verschijning van zijn vader vanuit de wereld aan gene zijde?
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Dat soort duivels kunnen natuurlijk niet over de onmetelijke kloof tussen Mij en hen heenkomen; maar omdat Ik nu Zelf in deze wereld ben gekomen, die op zichzelf vol gericht en derhalve vol duivels is, heb Ik door een vleselijk lichaam aan te nemen vanuit de diepste diepte van Mijn erbarmen voor een bepaalde tijd een brug over de genoemde kloof gebouwd, zonder welke brug geen mens van deze aarde ooit de ware en volle zaligheid zou kunnen bereiken. Het spreekt dan ook vanzelf dat een duivel evenals een mens, al is hij nog zo slecht, Mij over deze brug kan benaderen en Mij in zijn volslagen blindheid ook kan verzoeken en op de vreselijkste manier kan vervolgen, alhoewel ze niets kunnen uitrichten tegen Mijn macht, maar alleen zelf meer en meer te gronde gaan. Dat zul je zeker wel begrijpen?
Hoofdstuk 134: De Heer vertelt over Zijn verzoeking in de woestijn (Matth. 4:1-11) De Heer in Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Wat jij in je vraag als een prijzenswaardige wens hebt uitgedrukt, werd ook altijd toegelaten, en de eenvoudige en in hun zeden nog zuivere en onbedorven mensen van de oertijd zijn in alle dingen door zuivere geesten onderricht, omdat ze voortdurend omgang met hen hadden. De geesten toonden de mensen hoe ze metalen uit de aarde moesten graven en hoe ze allerlei nuttige werktuigen en gereedschappen konden maken met behulp van het vuur, waarvan ze ook van de geesten geleerd hadden hoe ze dat moesten maken. Want van wie anders hadden de eerste mensen, die wat begripsvermogen betreft volledig aan kinderen gelijk waren, dat allemaal moeten leren dan .van die van wijsheid vervulde wezens, voor wie alles duidelijk is vanuit Gods licht in hen?
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu zei de dienaar enigszins verlegen: 'Ja, dan zouden de heren even naar buiten moeten komen; want vanuit deze zaal kun je hem niet zien, omdat de ramen zich niet aan de oostkant, maar precies aan de andere kant bevinden.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de vissen op hun plek gebracht waren, begaf Ik Mij met de eerdergenoemde vrienden en met de twintig vissers weer naar het ons reeds bekende terras, waar wij het opgaan van de zon afwachtten. De ochtend was volkomen zuiver en helder, omdat een vanuit het zuiden waaiende wind de nevel van het meer en ook van de omringende bergen wegvaagde, en daarom was er naar alle kanten een prachtig uitzicht, dat met name onze vissers niet genoeg konden roemen.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, zo blijkt reeds in de dode materiële wereld dat er om vuur en licht te maken een zekere activiteit aan vooraf moet gaan! Aan het licht van het leven van de ziel moet dus des te meer een zekere activiteit voorafgaan; hierdoor wordt de liefde gewekt, die het levenselement is, en uit de toegenomen werkzaamheid hiervan ontstaat dan pas het licht van de ziel, en dat is de wijsheid, die zichzelf en alle dingen vanuit zichzelf ziet, beoordeelt en ordent.
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...