Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 30 van 33

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33
[2] Keizer Jozef komt naar voren en zegt tegen Mij: 'Heer, ik ben enkele keren over deze berg gereden en heb opdracht gegeven het een en ander aan deze weg te verbeteren want voor mijn tijd kon men menige weg niet zonder levensgevaar met een wagen berijden. Toentertijd protesteerden de mensen heftig en schreeuwden zich hees. De zogenaamde wijzen zeiden: 'Ja, ja, maak de weg maar mooi effen, glad en breed, zodat de duivel minder moeite heeft op zulke helse wegen rond te rijden!' In mijn tijd zag men namelijk een brede weg nog heel vaak aan voor een, die naar de hel zou leiden. In Wenen waren er zelfs mensen die in een brede straat geen woning zouden hebben betrokken, al zouden ze er voor betaald worden. Het aanhalen van deze dwaasheid van de mensen is voldoende om te laten zien wat een moeite het mij heeft gekost om de mensen tot andere inzichten te brengen.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Mathilde richt zich nu op, kijkt vreugdedronken om zich heen en herkent in de officier haar leraar Peter. Nog met haar knieën op de grond rustend, roept ze uit: 'O God, o Vader, U bent toch werkelijk al te goed en liefdevol! Niet alleen hebt U mij hier als onwaardige zondares onuitsprekelijk zalig gemaakt door een overvloed van Uw genade, liefde en erbarming, maar ik mag hier ook voor Uw heilige aangezicht de leraar ontmoeten, die mij reeds op aarde de wegen naar U heeft getoond. Ik word nu door U voor mijn verdere ontwikkeling aan deze leraar toevertrouwd. Hoeveel heerlijks en verhevens zal ik door hem ervaren; ik zal steeds zuiverder worden om waardiger Uw goddelijk mooie aangezicht te aanschouwen! Nog ben ik weliswaar hier in de stad, waarin ik naar lichaam en ziel ongelukkig ben geworden, maar de plaats maakt mij niets uit, want Uw zichtbare, heilige aanwezigheid is voor mij de hemel. Waar V bent, o Heer, daar is ook de hoogste hemel! Mijn hart, mijn hele wezen zij alleen aan U, o Vader, gewijd! Uw heilige naam Jezus worde geheiligd!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Nu wendt Cado zich tot Minerva en zegt: 'Hoelang nog, Satana, zul je ons geduld misbruiken? Wil je zelf helemaal niets anders doen dan wat slecht en kwaad is? - Kijk, als de Godheid zo'n grote diamant zou hebben geschapen, dat een bliksemschicht een miljoen aardjaren nodig zou hebben om van de ene pool naar de andere te vliegen - en daarbij ook een heel klein kolibrie-vogeltje zou hebben geschapen dat tot taak had iedere duizend jaar één keer naar deze diamanten bol toe te vliegen en er slechts één keer met zijn snavel tegenaan te pikken - dan zou het vogeltje de bol allang hebben vernietigd. Aan jou werden al duizenden van zulke tijdsruimten besteed en je bent nog steeds helemaal dezelfde die je was bij het begin aller tijden! Geen geest kan begrijpen wat een geduld de Godheid jou steeds heeft bewezen en welke wegen er werden ingeslagen om jou te louteren, maar het is werkelijk afschuwelijk om te bedenken dat dit alles tot nu toe tevergeefs was! Ik meen dat het nu tijd wordt om je hele wezen in die orde te brengen, die door God al eeuwigheden geleden voor jou is uitgestippeld!'
Hoofdstuk 44: Minerva's satanische verzoekersleer. Cado's treffende rectificatie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maak toch eens een einde aan de praktijken van satan! Met het verdwijnen van zijn invloed op de sfeer van het menselijk handelen moet de mensheid meer geneigd zijn tot het goede en het ware; zoniet, dan zal de mensheid zich steeds dieper in het verderf storten. Wel zijn Uw raadsbesluiten onnaspeurlijk en Uw wegen ondoorgrondelijk. Het is niemand bekend hoe U te werk gaat om tenslotte alles naar de beste bestemming te leiden. Voor vele wezens is wel een zeer lange tijdsduur vereist voor ze hun uiteindelijke bestemming bereiken. Dus het bekorten van de lange weg en de tijdsduur, zoals U, o Heer, het Zelf aan Uw volkeren hebt beloofd, is wel de vurigste wens van ons, die God goedgezind zijn!
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Minerva kijkt Cado nu echt vriendelijk maar toch nog met heersersogen aan en zegt: 'Cado, heb je je ernstig voorgenomen om mij over te halen? O, laat jouw hoop maar niet te voorbarig zijn, want machtige, grote geesten hebben het met mij geprobeerd en zijn tenslotte met spot en schande onverrichter zake vertrokken. Hoe kom je erbij om mij te willen winnen voor jouw hart en tenslotte zelfs voor de door mij boven alles gehate hemelen, die ik beter ken dan jij, arme blinde duivel! Ieder wezen moet trouw blijven aan zichzelf. Het moet ofwel een volmaakt sterke duivel zijn, of integendeel een domme hemelbode. Wanneer een duivel zoals jij tevens ook een soort engel wil zijn, moet die mij tegenstaan, ofschoon hij andere eigenschappen bezit, waarvoor ik terechte achting heb. Mijn beste Cado, als je mijn hart wilt winnen, moet je het anders aanleggen! Werkelijk, ik ben niet afkerig van je. Wil je mij echter winnen, dan moet jij mij volgen en naar mij toe komen, maar niet verlangen dat ik dat doe!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Deze van enorme pijn huilende Cado zou zeker voor eeuwig verloren zijn, als hij niet het vermogen zou hebben om pijn te voelen. Zo zal hij in zijn hoogmoed misschien nog geruime tijd weerstand bieden. Als de pijn hem echter al te geweldig aangrijpt, zal hij tenslotte handelbaarder worden en zich op betere wegen begeven.
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Er zitten veel van die blinden langs de wegen en ook velen tasten op allerlei plaatsen rond. Maar die aan de weg zitten, slapen in, helemaal bedwelmd door de opiumdrank van hun geleerdheid en dromen dan zo, alsof ze konden zien. Ze weten in de verdoving van hun geleerde droom niet wanneer de Heer hen op de weg voorbijgaat, en ze weten ook niet dat ze blind zijn; daarom roepen ze ook niet: 'Zoon van David, help mij!'
Hoofdstuk 11: 'Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus' (Mark.10:50) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[23] Houdt u daarom niet vast aan ijdele onderzoekingen en dwaze ervaringen, want dat zal nooit vruchten afwerpen! Maak de weg, die zo gemakkelijk is, niet nodeloos moeilijk, maar laat een ieder tot Mij komen en hij zal alles in overvloed aantreffen, wat hij op andere wegen in eeuwigheid niet zal bereiken; want alleen Ik ben de deur voor altijd en eeuwig. Amen.
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[12] Deze mensen wegen nog altijd de diamanten en kiezelstenen samen op één weegschaal. Maar waartoe het gewicht van de kiezelstenen naast dat van de diamanten? Waarom met verbazing staren naar waardeloze dingen die van ver komen en aan het goud in eigen huis onverschillig voorbijgaan?
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[2] Cado zegt: 'Lieftalligste en mooiste vrouw van Gods hele schepping, stel mij niet zulke moeilijke voorwaarden, waarvan de gevolgen werkelijk niet te overzien zijn. Laat dat beroerde nieuwe Babel maar! Laat de Godheid alleen heersen; voor Haar zal het een kleinigheid zijn om alle door jou aangelegde kromme wegen te effenen. Volg jij mij maar en word voortaan gelukkig! Denk niet meer aan datgene wat je was, maar veeleer hoe gelukkig je weer kunt worden en hoe gelukkig ik zal zijn aan jouw zijde, en met ons nog talloze myriaden bij het zien van jouw oneindige schoonheid! Denk eens aan mijn verdriet als ik je zou moeten verachten vanwege je dwaze koppigheid. Ik smeek je, onbeschrijfelijke schoonheid, volg mijn raad op. Bij de almacht van de Godheid zweer ik je, dat je door mij niet bedrogen wordt. Jij centrale zon van alle licht, verlaat je wagen, werp scepter en lans weg en trek het heerlijke schild der liefde aan! Kom aan mijn hart en al het ongerief dat je ooit overkomen is zal je rijkelijk vergoed worden. Met jouw schijnmacht zul je mij nooit overwinnen, maar met de liefde zul je mij tot slaaf van jouw hart maken!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Waar is mijn gids nu gebleven? Een mooie leider is me dat; als je hem het meest nodig hebt, verdwijnt hij en nu is hij God mag weten waar. Alleen wanneer je gefaald hebt, dan is hij er in een oogwenk, - een eigenschap die ik wel het allerminst kan uitstaan. Of bij iemand blijven en hem leiden op zulke onveilige wegen zoals hier in de geestenwereld, of hij moet maar voor altijd van mij weggaan, als hij alleen maar komt, wanneer ik gezondigd heb. O, van zulke dwazen zou je er meer moeten hebben!
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] De regeringen doen wat zij willen en de religie gebruikt men nog slechts als politiek opium voor het gewone volk, om het gemakkelijker in toom te houden en voor alle mogelijke dingen dienstbaar te maken! De paus zou zelf eens moeten proberen de religie een andere, alleen geestelijke betekenis te geven, dan zal men tegen zijn verkondigde onfeilbaarheid meteen luidruchtig in het geweer komen. Hieraan kan men duidelijk zien hoe moeilijk het nu is - vooral als bisschop – de juiste weg volgens het Woord van God te bewandelen, omdat hij op al zijn paden en wegen door een legioen geheime bespieders in de gaten wordt gehouden.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[36] Te rechter tijd zal alles je duidelijk worden. Deze waarachtige belofte moet voldoende voor je zijn, anders kom je nog eens op een water terecht, waarmee je nog meer moeite zou hebben dan met het vorige! Want zolang je nog geen hemels bruiloftskleed om je lendenen hebt gegord, ben je nog geen werkelijke vaste hemelburger, doch uitsluitend een uit zuivere genade aangenomen zondaar, die hier via velerlei wegen pas een ware hemelburger kan worden. Vraag daarom nu verder nergens meer naar, maar volg Mij naar de vierde deur. Zo zij het!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Daarom zul jij, zolang je zo blijft als je nu bent, van mij geen lessen en aanwijzingen meer krijgen. Om je echter van nu af geen aanleiding tot ergernis meer te geven, laat ik je nu in opdracht van de Heer alleen. Je kunt van nu af aan vrij doen en laten wat je wilt. Maar bedenk, dat voor jou van hieruit beide wegen, naar de hemel zowel als naar de hel, even ver open staan en ook de daarmee verbonden verklaring, wat in het evangelie werkelijk gezegd is over de verschijning van de laatste tijd!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] De Heer echter heeft daarom vanuit Zijn oneindige wijsheid geordende wegen aangegeven, die wij moeten bewandelen om tot deze goddelijke vrijheid te komen. Deze wegen waren jullie tot nu toe onbekend, ik zal ze nu aan jullie bekend maken. Daarom moeten jullie er goed acht op slaan en jullie nauwkeurig - maar uit vrije wil - aan deze wegen houden. Dan zullen jullie daar komen, waartoe iedere door God geschapen geest geroepen is om te komen.
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33