Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 30 van 50

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[23] Neem dat in jullie hart op, dan zal de oneindige ruimte je nooit meer in de war brengen, en de ophanden zijnde oorlogen tussen de goden waarover jullie spraken zullen uit jullie hoofden verdwijnen! Amen.'
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Ja, hij voegt er nog aan toe: `Laten we aannemen, dat de steen zo geweldig hard omhoog wordt gegooid, dat hij zich eeuwig voort zou moeten bewegen in de oneindige ruimte; dan kunnen wij ons afvragen of de steen ten gevolge van dit eeuwig voortvliegen leeft - of op zichzelf toch volkomen dood is!'
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Wat willen jullie echter doen wanneer ik je zeg: er is nergens een Jehova, er is alleen een oneindige ruimte en een eeuwige tijdsduur!?
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Dat in de loop der tijden de verschillende, op zich stomme, krachten in deze ruimte elkaar aan moesten grijpen en daardoor ten eerste vormeloze klompen voortbrachten, die dan voor de blind werkende krachten tot noodzakelijke ondergrond werden en ten slotte geleidelijk aan, door hun wederzijdse dwang verschillende andere producten vormden, dat leert de gehele natuur ons: maar waar is die ooit in Jehova tot uitdrukking gekomen?!
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Zo kunnen wij ons bijvoorbeeld een volmaakte grasplant voorstellen en dat dan ook uitspreken. Daardoor is hij als het ware ook in ons geschapen; maar zo volkomen als wij hem ons voorstellen, kunnen wij hem onmogelijk buiten ons plaatsen. Ons wezen is immers afhankelijk en noodzakelijkerwijs beperkt, en wij kunnen daarom niet iets scheppen in het oneindige wezen van God, maar alleen maar in de ruimte van ons eigen wezen en dat op de kleinste schaal, zoals de Godheid het doet in de ruimte van Haar oneindige wezen.
Hoofdstuk 165: Het drievoudige wezen van Abedam, de hoge, en het wezen van Henoch als werktuig van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Na zo'n verplicht lijkende uiting van zijn dank wordt het wel veel lichter en rustiger om het hart, maar men kan zich afvragen of het hart na die uiting niet met minder liefdesvuur is vervuld, koeler is en derhalve ook voor de toekomst minder dankbaar voor die ontvangen genade. Want het heeft zich door de woorden uit zijn mond van die dankbaarheid ontdaan, terwijl die dankbaarheid toch eigenlijk had moeten blijven?!
Hoofdstuk 184: Danken met de mond en danken met het hart. Lamech is bekeerd en wil de stenen tafel weer reinigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Vind je het goed om dit vertrek te vermijden en een andere grote ruimte te betrekken, die mij vriendelijker voorkomt dan juist deze, waar ik mij regelrecht als een god heb laten aanbidden.
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar hoe kan zoiets gebeuren? - Op de gemakkelijkste manier van de wereld! Men hoeft alleen maar geen enkele waarde aan het wereldse te hechten, en aan God meer dan al het andere; men moet niets beminnen wat ook maar van de wereld is, maar alleen God boven alles liefhebben en vanuit deze heilige liefde al zijn medemensen als zijn broeders en zusters beschouwen, - en dan is de hele, moeilijk lijkende levensopgave volledig geklaard!
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Cural heeft uit bijzondere dankbaarheid tegenover God, met mij aan zijn zijde, besloten om de hele ruimte binnen de ringmuur met witte glad gemaakte stenen te beleggen.
Hoofdstuk 221: Het maal in Lamechs eetzaal. De aankondiging van de voltooiing van de tempel. De afrekening van de bouwmeester. Henochs toespraak tot de werkmeesters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want hoe kan dat ook anders zijn, omdat alles wat er is, er slechts is vanuit Mijn wil en daaruit bestaat en daaraan ook nooit kan ontkomen?! Want als het mogelijk was, dat er iets aan Mijn macht kan ontkomen, dan zou het daardoor ook noodzakelijkerwijze aan zijn bestaan moeten ontkomen, omdat er in alle oneindigheid eeuwig niets kan bestaan dan enkel door en in Mijn wil, die de enige grondvoorwaarde is van al het zijnde en eeuwig de oneindige ruimte overal volkomen vervult!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar Ik zeg je: Al zou je ook in staat zijn Mij zonnen, manen en al die talloze aardplaneten in de eindeloze ruimte te geven, dan zou zoiets voor Mij eindeloos veel minder zijn, dan wanneer je Mij boven alles liefhebt als een ware zoon zijn enig ware Vader.
Hoofdstuk 251: Henochs ontroering over de vrijwillige armoede van de Vader. De openbaring van de Heer over de grootte van Zijn vaderliefde voor Zijn kinderen. Aanduiding over de menswording en de offerdood van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Wanneer U, wat voor U niet onmogelijk is, afstand zou doen van het leven en Uzelf zou willen laten doden door daarvoor bestemde schepsels, zal dan niet meteen alles in de gehele oneindige ruimte ogenblikkelijke worden gedood?
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Wij zien tussen de aarde en het firmament een grote lege ruimte; waarom heeft de almachtige God van Farak zo'n ontzagwekkende scheppingsruimte leeg gelaten?
Hoofdstuk 256: Lamech in gesprek met de twijfelaars over de goddelijkheid van de arme Man. Het eenzijdige godsbegrip van de twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[33] Daarom roep Ik je nu terug, en geef je een grote macht om in de eindeloze ruimte der werelden te werken volgens Mijn wil.
Hoofdstuk 280: Adams nieuwsgierige vraag en Henochs antwoord. Purista wordt door de Heer uitgenodigd op de heuvel. De ergernis van de vrouwen. Een evangelie voor de vrouw door Eva. Henoch en Sehel. De verheerlijking van Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Allen stonden op en namen plaats aan de behoorlijk grote tafel van de Heer; want de hut van Purista was niet zo klein als bijvoorbeeld een boeren- of berghut in de huidige tijd, maar zij was zo ruim, dat daar wel ongeveer zeventigduizend man ruim plaats konden hebben. Toch werd de hut klein genoemd, - maar niet vanwege de ruimte, maar alleen vanwege zijn deemoed.
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...