Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1957 resultaten - Pagina 30 van 131

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[2] Jij ziet alleen aardse voordelen en het aardse geluk van de mensen, omdat je van de geestelijke verhoudingen eigenlijk nog totaal geen notie hebt.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De arme man die eigenlijk nooit een slechte gedachte en al helemaal geen kwade wil in zich op had laten komen, zal zonder enige tegenspraak van jullie aannemen dat hij een grote en verdoemenswaardige zondaar is, en dat hij alles gewillig zal moeten ondergaan waar jullie hem als almachtige en alwetende godsknechten mee opgezadeld hebben. -Ik vraagje echter naar het oordeel van je zuivere verstand, of dit einddoel dat jullie uiteindelijk toch moeten bereiken, goed en juist is, en of hier ook het middel door het zeker volgende einddoel wordt geheiligd!"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoor jij ook bij dit gezelschap? Waarom zijn jullie nu eigenlijk precies hier? Verleent de opperste landvoogd hier, zoals al vaker het geval was, publieke audiëntie aan het volk, luistert hij naar hun verzoeken en hoort hij allerlei klachten van het volk en zijn vertegenwoordigers aan, of houdt hij hier soms een soort gerecht of krijgsraad? Want ik zie hier immers mensen uit alle streken en plaatsen van de mij bekende aarde. Zelfs de zwartste Moren, zo zwart als ik ze eerder nog nooit heb gezien, zijn hier buitengewoon rijk vertegenwoordigd; Perzen, Armeniërs;' Tauriërs, Grieken, Romeinen en Egyptenaren zijn er ook!
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Alleen vriend, dergelijke pure nieuwsgierigheid is nog lang geen liefde! Want geef het zelf maar toe, of jouw liefde tot de Nazarener niet ongeveer hetzelfde is als wanneer een overwonnen strijder zich aan zijn overwinnaar uit enkel zwakheid, waarvan hij zich bewust is, allervriendelijkst overgeeft, in de hoop dat de overwinnaar hem toch maar niet nog meer bewijzen levert van zijn kracht! Eigenlijk ben je in je hart heel bang voor de Nazarener en doe je alleen maar alsof je vurig verlangt om Hem te ontmoeten; maar ik zie dat er in jouw gemoed een heel andere wind waait. En weet je hoe die wind in begrijpelijke taal spreekt? Luister, ik zal vertolken wat hij zegt!
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] En omdat je van de sterren die jou klein toeschijnen, maar zo weinig voor je waarnemingsvermogen hebt gekregen, ben je ook nooit vanuit een gebied van je leven min of meer aangespoord om erover na te denken wat sterren nu toch eigenlijk zijn, of het licht dat ze geven vuur is of niet, of dat ze massa hebben, of misschien alleen maar warmte en gewichtsloze lichtpuntjes zijn.
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Of staat dit niet gelijk met het willen verzwakken of zelfs vernietigen van de waarachtige kracht van Gods geest, waarmee niet zelden mensen op deze aarde vervuld werden? En gebeurt dit niet ten dele uit valse eerzucht en deels uit afgunst en grote jaloezie en uit vrees voor het verminderen of zelfs het geheel verloren gaan van inkomsten?! Wat moet er wel niet omgaan in een doorgewinterde Esseen, als hij hier dit wonder, dat op klaarlichte dag ten aanschouwe van alle mensen open en eerlijk werd verricht, goed tot zich laat doordringen en vervolgens, als hij eerlijk wil zijn, heimelijk bij zichzelf moet denken: ' Zie, tot zoiets zul jij eeuwig nooit in staat zijn! Wat stellen de wonderdaden van de Essenen eigenlijk voor vergeleken bij dit wonder! '?!"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Uit bescheidenheid en passende hoogachting voor de wijze en grijze Cyrenius zou ik nooit voor de dag zijn gekomen met deze vraag; maar omdat we nu al ruim twee uur met elkaar praten, heb ik moed gevat en de vraag nu aan jou gesteld! Vertel me daar eens wat over als je dat wilt, en ook over de manier waarop nu toch eigenlijk dit huis met die tuin, haven en schepen erbij is ontstaan! Ik weet nog wel watje mij hierover al gezegd hebt; maar puur door de kracht van Gods geest in de mens kan het toch immers niet alleen maar gebeurd zijn! Die kracht kan de mens wel op het spoor brengen van de middelen waarmee men zoiets het best kan produceren; maar zonder deze middelen, enkel uit lucht, zal zoiets toch wel niet tot stand zijn te brengen! Kom, beste, wijze, jonge vriend, zeg me nu eens eerlijk wat je er allemaal van weet!"
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Enigszins geraakt zegt ROCLUS: 'Mijn geweten wordt niet geplaagd door wat voor misdaad dan ook! Ik heb steeds streng volgens de wet geleefd; wat zou mij de haren te berge moeten doen rijzen? Als het al zo is dat ons instituut zo'n gruwel is in de ogen van een voor de mensen nooit zichtbare God, wiens bestaan ik nu inderdaad niet meer kan ontkennen na alles wat ik van jou gehoord heb, dan zou de alwetende, alles ziende en almachtige, buitengewoon oerwijze God toch wel een middel hebben waardoor Hij het oprichten van dergelijke instituten gemakkelijk zou kunnen verhinderen! Wij en eigenlijk onze voorvaderen hebben noch voor, noch tijdens en ook niet na het oprichten van dit instituut van enige kant een of andere belemmering ondervonden; ook de staat, waaraan het plan toch openlijk werd voorgelegd, heeft met alle bereidwilligheid toegestaan dat dit instituut, dat zeer nuttig werd bevonden, werd opgericht, en ons toegezegd altijd trouw te zullen zwijgen, en ook beloofd om als dat nodig mocht zijn, ons met wapens te behoeden en te beschermen. Het volk, voor wiens duidelijk heil dit instituut werd opgericht, heeft ook geen protest laten horen. Dus van geen enkele kant, noch van God, noch van de staat en ook niet van de burgers, is bij de oprichting op een of andere manier geprotesteerd, en zodoende was het puur onmogelijk om tegen iemands wil te zondigen met het oprichten van dit instituut, en wij als leden daarvan kunnen daarom iedereen en ook een God met een heel rustig geweten onder ogen komen. Ik zou daarom werkelijk niet weten waarmee jij er op gerechtvaardigde wijze voor zou kunnen zorgen, dat de haren mij te berge rijzen!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ben jij soms zelf die wonderbaarlijke Nazarener? Ook goed, en eigenlijk nog beter; want dan leren wij die man of jongeling tenslotte immers zelf kennen, van wie wij al zoveel buitengewone dingen hebben vernomen! Alleen zie je me er iets te jong uit voor de Nazarener, die volgens de beschrijving minstens dertig jaar moet zijn! Maar het maakt helemaal niet uit, je hoeft de beroemde Nazarener ook helemaal niet te zijn; want jij bezit immers ook een zeer levendige en werkzame geest, je hebt veel van de wereld gezien en allerlei ervaringen op kunnen doen. Waarom zou jij daardoor niet ook vermogens kunnen ontwikkelen, waarvan ik de grootsheid in het geheel niet kan vermoeden? O, denk niet dat ik ook maar enigszins jaloers op je ben! Ook wil ik niet ontkennen dat er buiten onze schijnwonderen ook ware wonderen kunnen bestaan; want aan schijnwonderen moeten altijd ware wonderen vooraf zijn gegaan, omdat de mensen anders niet zo gemakkelijk ooit schijnwonderen hadden kunnen uitvinden. Maar wat betreft één ding ben ik het absoluut niet met je eens, namelijk dat wij met opzet door onze schijnwonderen ooit iets hebben willen bereiken waarvan men algemeen erkent dat het in feite slecht is.
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Waarom ben je eigenlijk zo geworden? Omdat jij nooit in je hart enige liefde hebt laten ontkiemen! Je hebt je innerlijke levensvuur niet aangewakkerd tot een, al was het maar matige, vlam! Nu je echter zelfs de buitenste laag van je hart nog nooit flink geactiveerd hebt, hoe had je dan de binnenste en zelfs de centrale levenselementen van het geestelijk deel van je hart ook maar enigszins kunnen activeren, waardoor allicht je hele hart in de vlam van het ware leven sneller geklopt en je bewustzijn verlicht zou hebben om jezelf goed te leren kennen en als gevolg daarvan God?!'
Hoofdstuk 61: Het inzichtelijk vermogen van de liefde. De ontoereikendheid van rede en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wat zijn nu die innerlijke zintuigen? -Kijk en luister! Er is eigenlijk maar één enkel zintuig en dat heet liefde, en die woont in het hart. Dit zintuig moet vooral gesterkt, ontwikkeld en gezuiverd worden en alles wat de mens doet, wat hij wil, wat hij denkt en waarover hij een oordeel vormt moet door de levenswarme lichtvlam uit het vuur van de zuivere liefde verlicht en doorgelicht worden, opdat alle geesten ontwaken op de ochtend van de levensdag die in het hart van de mens aanbreekt.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik wil echter eerst weten, wat hij nu eigenlijk in dit opzicht van ons verlangt! Daarom zal ik dan nog een keer naar hem toe gaan en zien en horen, wat hij in dit opzicht allemaal voor eisen aan ons zal stellen; want van een ontmaskering voor de ogen van het volk door onszelf kan absoluut geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En zo is ons instituut in feite weliswaar volleugen en bedrog; maar tot nog toe is dit nog absoluut niet gepaard gegaan met boze en eigenlijk heerszuchtige bedoelingen, dat wil zeggen, voor zover wij dat kunnen beoordelen. Maar wat daar in latere tijden allemaal uit voort kan komen, daarvoor ontbreekt het ons aan een methode om dat te kunnen voorzien, en wij kunnen er niet borg voor staan omdat de mensen die na ons komen evenzeer mensen zullen zijn met een vrije wil, zoals wij dat nu zijn.
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Verhevenste der verhevenen! Zolang ik nog niet in een god kon geloven, was dat een gedrag dat tot nog toe iedereen die verstandig is, gehuldigd heeft, en dit gedrag, dat als zodanig eigenlijk helemaal geen gedrag is, maar waarmee het grootste deel van de wereldgeschiedenis wordt gemaakt, heet politiek, diplomatie. En het vereist dat men iemand die men nog niet precies kent, niet meteen al zijn plannen aan z'n neus hangt. Men hoeft helemaal niet iets slechts van plan te zijn met iemand waarmee men contact opneemt, maar toch is het altijd raadzaam om niet met de zuivere waarheid voor de dag te komen, omdat de ervaring maar al te vaak bewezen heeft dat men met de naakte waarheid bij de mensen meer onheil dan heil heeft aangericht.
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Hopelijk heb Ik je nu duidelijk en helder genoeg uiteengezet wat dan eigenlijk satan is en de hel, en wat de eigenlijke eeuwige dood is, en je zult nu wel nauwelijks meer een vraag hebben over iets wat je niet voldoende duidelijk is. Mocht er echter toch nog iets zijn wat je niet begrijpt, vraag het dan; want kijk, de zon gaat bijna onder en dan zullen wij het avondmaal tot ons nemen!
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...