Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3048 resultaten - Pagina 30 van 204

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[8] Een boom kan er echter niets aan doen of hij wel of geen vruchten draagt, want hij vormt zichzelf niet, maar de in zijn organisme opstijgende geesten uit het onder het oordeel liggende rijk der natuur vormen hem door hun kracht en door de in hén aanwezige zeer eenvoudige en daardoor ook beperkte intelligentie. De mens staat echter op het punt zich door de onbeperkte intelligentie van zijn ziel zelf te vormen en zich te veranderen in een boom die zeer rijkelijk levensvruchten draagt.
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Elia stelt de zuivere ziel van de mens voor, en de grot waarin hij verborgen was, is de wereld en eigenlijk het vlees en bloed van de mens. De geest, die tegen Elia, respectievelijk tegen de mensenziel spreekt, is de geest van God waarmee de ziel één moet worden, maar nog niet kan worden omdat Jehova nog niet voorbijtrok aan de grot van het vlees, ofwel de grot der wereld.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De deemoed, die voortkomt uit zuivere liefde, is de echte en ware nederigheid, want zij geeft achting en heeft in de medemens een broeder als broeder lief, maar maakt zichzelf en de naaste niet tot een God voor wie men op de knieën moet vallen en die men moet aanbidden.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Alleen de pure, met getallen aantoonbare waarheid is bij ons.in tel. Alle andere, bepaald wonderlijke, afwijkende zaken hebben bij ons gegoeden allang alle waarde verloren en wij geven er helemaal met meer om! Er kunnen best hier en daar heel reële dingen achter steken, maar die liggen dan zo onder allerlei mystiek begraven, dat geen menselijk vernuft ze nog volledig onbesmet voor de dag kan halen. U, verheven vriend zult het met mij eens zijn dat het verstandiger is alle zintuigen slechts op de zuivere waarheid te richten, dan een dichterlijke dweperij toegedaan te zijn, hoe uitzonderlijk die ook mag zijn!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] De mensen denken wel veel en begrijpen ook veel, maar om een Daniël helemaal te begrijpen of een Jesaja, of een Jeremia, of zelfs een hooglied van Salomo, - daar helpt geen menselijk denken, -dat is verloren moeite! Dat begrijpt slechts een God of een engelengeest, of een speciaal daarvoor geroepen profeet. Slechts deze drie soorten geesten zijn in staat het te begrijpen, voor iedere andere geest is dat totaalonmogelijk. De vraag is dan echter, wat grote wijsheid, die geen sterveling in zich kan opnemen en begrijpen, voor zin heeft!?"
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'De Heer Zebaoth zal op deze berg voor alle volken een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen, waarmee alle volkeren omhuld zijn en de bedekking, die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het zo gezegd. In die tijd zal men zeggen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten, Hij zal ons helpen! Dat is de Heer op wie wij wachten om ons te verheugen in Zijn heil!'
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk, verheven heer en meester, dat zijn de veelbetekenende woorden van de profeet. Maar wat moet je daar nu uit opmaken? Welke en waar is de berg, waarop de Heer ons een heel vreemd uitziend vet maal zal bereiden uit zuivere wijn, vet, merg en nogmaals uit wijn zonder droesem? Wie dat lekker zal vinden, moet wel een erg gezonde maag hebben!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Doe dat, want vandaag heb zelfs Ik al behoorlijk honger en Ik verheug Mij op een goede vis, een flink stuk brood en op een zuivere en goede wijn!
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dan trekt JARAH Mij aan Mijn arm en zegt: "Heer, U mijn steeds grotere liefde, kijk eens hoe de moedige strijders voor Uw rijk nu. pas, door honger gedreven, uit hun schuilplaats naar buiten beginnen te sluipen! Waarlijk, daaronder vind je, behalve Mathaël, vast en zeker bar weinig grote geesten! Ach, het was voor de storm begon toch wel een erg komisch gezicht, toen de vijftig Farizeeën door de aanblik van de eerst gevallen, zeker pondzware hagelstenen op stel en sprong de grote tent in werden gedreven!
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Het is dus enerzijds duidelijk en nu meer dan bewezen, dat alles wat Mozes gesproken en verklaard heeft, het zuivere woord van God is en daarom in eeuwigheid geen onzin kan bevatten. Anderzijds echter , als men de wet van Mozes op de oude, gewone, domme manier zó uitlegt en in acht neemt, zoals deze tot nog toe werd uitgelegd en ook in acht werd genomen, moet het voor de rechterstoel van elk beter menselijk verstand klinkklare onzin zijn!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ja, de wet op zich zou wel goed zijn, als men de zekerheld had, dat op de heilige stoelen altijd slechts de waardigste opvolgers van Aäron en Mozes zouden prediken, maar wat voor echt drakevolk heeft er al niet op de heilige stoelen gezeten en daar niet zelden het ziende volk de schandelijkste wetten als scherp zand in het gezicht geslingerd, waardoor dit dan voor het grootste deel verblind moest worden! En zulke, alle waanzin te bovengaande voorschriften blijven vervolgens als een grot,e kwelling van de mensheid bestaan en niemand heeft meer de moed dit juk af te schudden. Dan gaat het zuivere verstand zich toch afvragen of God daar iets van weet en of er eigenlijk wel een God bestaat die zo'n verschrikking kan aanzien in Zijn heiligdom!
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wel, enige uitleg daarover van Hem Zelf zou ons toch wel he,t best de zuivere en ware toedracht kunnen tonen en daarom zou Ik nu rechtstreeks een vraag aan Hem willen stellen! -Wat vind je, zal ik het wagen of niet?"
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Ik geloof nu, omdat je een man bent met zuivere gedachten, dat dit weinige voldoende zal zijn, te meer omdat een mens zoals jij zonder meer weet wat behoorlijk is voor een in alle opzichten fatsoenlijk man!"
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De TEGENPARTIJ zei: "Kijk dáár maar eens, hoe de negen drenkelingen medisch vakkundig met de hoofden heuvel afwaarts en de gezichten naar de grond neergelegd zijn?! Waarom moet dat zo?! Een God is almachtig genoeg om ook zonder zulke toebereidselen de drenkelingen weer levend te maken. Als echter zulke zuiver medische voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden om de drenkelingen eventueel weer in het leven terug te brengen, zit er bij die zuivere wonderdoenerij toch wel een steekje los! Ook de drie die eerder opgewekt zijn, moesten in de kamer gebracht worden om niet te lijden te hebben van de koele nachtlucht en om er de volgende morgen beter en frisser uit te zien! We hebben het nu wel goed door!"
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[25] Als menselijke wetten, die moeilijk op te volgen zijn, bepalen of een mens een rechtvaardige of een misdadiger is, dan ben ik vergeleken bij uw wettelijk zeer zuivere wezen duidelijk een zondaar en kan, wil en mag ik om uwentwil met uw heiligheid geen gesprek voeren.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...