Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 30 van 82

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[2] Als Ik in deze omgeving een verandering aanbreng en haar dan aan jullie en je nakomelingen in eigendom geef, wordt daarbij niemand in zijn landbezit benadeeld. Jullie hebben je toch al grotendeels in deze woestijn en in de vele ravijnen en holen ervan opgehouden, zodat ze jullie eigenlijke woongebied is geworden, wat de aan de rand van deze woestijn wonende Samaritanen en voor een deel ook Galileeërs en Joden maar al te goed bekend is, en zo zullen jullie deze streek ook in een bloeiende en vruchtbare toestand ongehinderd jullie eigendom kunnen noemen.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar de rechter zei: 'In welk land er ook maar een sinds onheuglijke tijden volkomen woestijn bestaat, die niemand in bezit heeft, en waar zich ook nooit een landeigenaar bij een rechtbank heeft gemeld voor het bezit ervan, is zo'n woestijn vrij en wordt die door de rechtbank ook als bezit toegewezen aan de eerste de beste die zichzelf bezitter heeft verklaard. Omdat deze mannen, aan wie deze voormalige totale woestenij haar cultivering te danken heeft, zichzelf nu bezitters hebben verklaard, wordt hun het onaanvechtbare bezit van rechtswege toegewezen.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Het pad naar het ware, levende rijk Gods is dus heel smal en dikwijls overwoekerd met allerlei doornstruiken. Deemoed en volledige zelfverloochening IS de naam ervan. Voor wereldse mensen is het volkomen onbegaanbaar.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Er schijnt hier dus nog een heel bijzondere omstandigheid te bestaan, die jullie ons misschien om heel wijze redenen niet kunnen of mogen onthullen. Maar het zij zo! Dit is nu eenmaal een in het oog springend wonder dat niemand kan loochenen, en wij willen geen verdere vragen stellen naar de eigenlijke geheime reden ervan. Toch valt mij één ding op, en dat is, dat een van jullie, die daar op de weg op jullie wacht, niets van onze vruchten heeft willen proeven! Is hij soms een orthodoxe Jood die niets van Samaritanen wil aannemen, of houdt hij niet van de boomvruchten die hier bij ons groeien?'
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Daarop zei een oudste van het dorp: 'Vriend, je hebt hier heel wijs in Jehova's naam gesproken en daardoor ook laten zien dat je geen aanhanger van de slechte leer van de Farizeeën bent; je hebt helemaal dezelfde instelling als wij en hebt werkelijk in alle opzichten gelijk. Maar ik ben al een oude burger van dit dorp en weet dat de inwoners ervan nog steeds stevig vasthouden aan de instellingen van Mozes, door wie God heeft gesproken. En de dienst die wij jullie op jullie verzoek graag en van har te hebben bewezen, hebben wij ook al aan vele anderen bewezen die hongerig en dorstig door ons dorp trokken; maar zo'n wonderbaarlijke zegening hebben wij nog nooit meegemaakt, hoewel ik daarbij ook eerlijk moet bekennen, dat wij met al onze vrijgevigheid nog nooit te klagen hebben gehad over gebrek aan Gods zegen. Maar, zoals gezegd, op zo'n opvallende manier hebben wij nog nooit een zegening van God te zien gekregen!
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Blijf dus in Mijn leer, dan zal Ik ook in de geest bij jullie blijven, zoals Ik dat ook doe bij alle mensen die in Mij geloven en volgens Mijn leer leven en handelen en die degenen die Ik heb uitgezonden om alle volkeren het evangelie te verkondigen - namelijk dat van de komst van Gods rijk op aarde, waar het uit bestaat en wat het wezen ervan is - net als jullie met alle liefde en vriendelijkheid opnemen en hun te eten en te drinken geven.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Omdat jullie met dat weinige trouw zijn geweest, zal van nu af aan jullie grond, waarvan de oppervlakte waarlijk niet klein is te noemen, zijn steenachtige karakter verliezen, en in de toekomst zullen jullie rijke oogsten krijgen en ook veel dienaren nodig hebben. Kortom, de geest, die Ik in jullie zal wekken, zal jullie leren hoe jullie in de toekomst jullie aardse weiden en akkers moeten verzorgen en bebouwen.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] 's Avonds bevonden zich echter ook alle Farizeeën, rabbi's en een schriftgeleerde, die in deze marktplaats een ambt bekleedden, in deze herberg en de waard stelde hen ervan op de hoogte, in de veronderstelling Mij daarmee een aangenaam gezelschap te bezorgen, dat Ik, die tevoren op zeer wonderbaarlijke wijze de tien van hun kwaadaardige melaatsheid had gereinigd, nu ook zijn gast was en Mij met enkele metgezellen in de grote eetzaal bevond.
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Waarlijk Ik zeg jullie: naar degene die Mij werkelijk lief zal hebben en zich aan Mijn geboden zal houden, zal Ik toekomen en Mijzelf aan hem openbaren, en dan zal iedereen zich ervan kunnen overtuigen dat hij zich niet als een wees in de wereld bevindt! Degene aan wie Ik Mij op die manier zal openbaren moet dat echter niet voor zichzelf houden, maar die troost ook aan zijn broeders meedelen, opdat ook zij daardoor getroost en gesterkt worden.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen vroeg de waard aan Mij: 'Heer en Meester, het is moeilijk 's nachts de tijd te bepalen, wanneer je geen sterren ziet; maar naar mijn gevoel te oordelen zou het intussen wel eens bijna middernacht kunnen zijn. De meeste mensen hebben zich, moe van hun dagelijkse werk, zeker al twee uur geleden ter ruste begeven en zouden 's nachts rust moeten hebben; maar deze storm zal zeker niemand zijn rust gunnen, aangezien het razen ervan zo hevig is dat zelfs een halfdode wakker moet worden en geheel van angst en vrees vervuld moet raken. Waarom is deze storm nu zo plotseling ontstaan? Kijk, ik ben toch iemand die niet zo gauw bang wordt; maar ik beken eerlijk dat ik nu, ondanks Uw almachtige tegenwoordigheid, behoorlijk bezorgd raak door het razen en woeden van deze storm, die absoluut niet wil gaan liggen. Kunt of wilt U deze storm niet gebieden te gaan liggen? Want de nacht is toch een tijd van rust voor de hele natuur en niet een tijd van geweldige onrust. Waarom moeten zeker vele duizenden mensen en dieren door zo'n nachtelijke storm eigenlijk de grootste angst en vrees voelen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De andere Farizeeën en de schriftgeleerde doorzochten met behulp van de lichten de synagoge met verscheidene bedienden van de waard, om te zien wat er allemaal door de brand was verwoest. Ze hadden dat ook de volgende dag kunnen doen; maar aangezien ze veel goud, zilver en nog andere schatten bezaten, die goed in de synagoge verstopt waren in verschillende hoeken en gaten in de muur, wilden ze zich ervan overtuigen in hoeverre het vuur ook die verborgen schatten al dan niet gespaard had. Toen ze de hoeken en gaten in de muren ijverig doorzocht hadden en toch nog het een en ander onbeschadigd aantroffen, begonnen ze zich iets beter te voelen; maar toch plaatsten ze er tegen een goede beloning een wacht, bestaande uit enkele knechten van de waard, opdat niemand iets van hen zou stelen en hen nog armer zou maken dan ze nu meenden te zijn.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Bij heel veel gelegenheden heb Ik jullie de verschillende dingen, verschijnselen en gebeurtenissen goed, aanschouwelijk en grondig verklaard, zoals Ik dat ook gedaan heb voor andere mensen die een goede wil en een ontvankelijk hart hadden, Ik heb voor jullie ogen en oren de hele sterrenhemel zodanig onthuld, dat jullie nu wel weten wat onze zon, de maan, de planeten en de talloze andere sterren zijn en wat voor hoedanigheid ze hebben, en verscheidene ervan heb Ik jullie laten bezichtigen door jullie innerlijke geestelijke ogen te openen; en zo bezitten jullie nu in heel veel dingen al de zuiverste kennis.
Hoofdstuk 91: Het trapsgewijze reinigen van de wetenschap en haar toepassingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als deze wetenschap door hun eigen schuld verloren is gegaan voor de mensen hebben zij voor zichzelf het omgaan met de geesten van alle regionen en alle hemelen onmogelijk gemaakt en daarom kunnen ze het geestelijke in de Schrift niet meer vatten en begrijpen. Ze lezen de geschreven woorden volgens de blind aangeleerde klank van de dode letter, en kunnen niet eens begrijpen en zich ervan bewust worden dat de letter dood is en niemand tot leven kan wekken, maar dat het alleen de inwendig verborgen betekenis is, die, aangezien die zelf leven is, alles levend maakt.
Hoofdstuk 93: Over de wetenschap der overeenstemmingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als de korrel eenmaal helemaal rijp is geworden, sterven de halm en de aar. Waarom eigenlijk? Omdat al het vroegere uiterlijke leven ervan in het ware, innerlijke vruchtleven in de korrel is overgegaan. En daarin bevinden zich nu ook de wortels en de opgroeiende halm, in ieder stadium van zijn groei naar volmaaktheid tot aan de volledige rijpheid; en dat niet alleen enkelvoudig, maar oneindigvoudig, want anders zou een in de aarde gelegde korrel niet weer alles wat voor het groeien en rijp worden van het graan noodzakelijk is, in steeds groter wordende aantallen tevoorschijn kunnen brengen.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Tot aan de mens zorgt Gods liefde, wijsheid en macht er geheel en al voor dat de ontwikkeling van het oergeestelijke leven, dat in wereldse materie verdikt en verhard vastgehouden wordt, stap voor stap in een steeds grotere voleinding overgaat en zich verder ontwikkelt; maar bij de mens, als sluitsteen van de ontwikkeling van het geestelijke oerleven, verloopt dit noodzakelijkerwijs anders. Wat zijn materiële lichaam betreft is de inrichting ervan ook nog voor het grootste deel afhankelijk van Gods liefde, wijsheid en macht, -maar zo is het niet met de ontwikkeling van de ziel en haar geest. Aan die ziel is inzicht gegeven, verstand, een vrij denkvermogen, een volkomen vrije wil en de kracht om te handelen zoals zij denkt dat het goed en nuttig is.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...