Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 30 van 128

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[14] De Farizeeër, die nu natuurlijk helemaal bekeerd was, zei terwijl hij op Mij wees: 'Zie, daar zit de eeuwig ware Vader temidden van ons, Zijn ontaarde kinderen, die wij en alle mensen van deze aarde zijn! Die tot Hem komen, Hem herkennen en Hem liefhebben, zijn Zijn betere kinderen en Hij zorgt dan door Zijn wijsheid en door Zijn almachtige wil overal voor hen, zodat het hun reeds op deze aarde goed gaat, maar na dit lichamelijke leven nog beter in het rijk van de eeuwige geesten, die nooit sterven, maar eeuwig voortleven. En kijk, dat bedoelde ik toen ik zei dat het zelfs de ontaarde kinderen nergens beter gaat dan in het huis van hun echte Vader! Begrijp je het nu?'
Hoofdstuk 12: De maaltijd in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Rafaël zei: 'O, m'n beste vriend, dat is ook bij mijzelf het geval! Want er ligt in God nog eindeloos veel verborgen waarvan wij, die na God de hoogste en zuiverste geesten zijn, zelf niets weten; want God heeft voor de goede en zuivere geesten eeuwig een dermate grote voorraad, dat Hij hen ook eeuwig met nooit vermoede nieuwe scheppingen uit Zijn liefde en wijsheid onuitsprekelijk kan verrassen en daardoor hun geluk steeds kan vermeerderen en verhogen. En kijk, het zou dus best kunnen dat je mij weldra het een en ander zou vragen waar ik je dan geen antwoord op zou weten te geven!'
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] In het begin moet God -natuurlijk eindeloos lang voordat er werelden werden geschapen -zeven grote geesten hebben geschapen, overeenkomstig de zeven geesten in God. Hij gaf hun grote macht en een evenzo grote wijsheid, zodat zij daardoor ook, zoals God, kleinere, volledig aan hen gelijke geesten in oneindige aantallen konden scheppen en de eeuwige ruimte werd zo met ontelbare heerscharen van geesten gevuld.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Maar toen zeiden DE FARIZEEËN EN SCHRIFTGELEERDEN, die in het geheim niet erg met de uitleg over de hel tevreden waren: ' Ah, daarover maken wij ons helemaal geen zorgen en wij laten dat aan Zijn goedheid en wijsheid over. We hebben immers gemopperd omdat Hij zoveel zondaars en tollenaars aannam, die toch ook echt geen hemelse geesten waren, dus zal Hij ook wel voor geesten die reeds werkelijk hels zijn een uitweg hebben! Want in Zijn wijsheid zal nog heel veel verborgen liggen wat Hij ons niet zal openbaren. Wat wij nodig hebben zal Hij ons openbaren; wat we echter beslist niet nodig hebben, daar moeten we ons ook niet druk over maken. Als een duivel uit eigen wil zo blind en dom is en als hij geen licht wil aannemen, -wel, laat hem dan in eeuwigheid duivel blijven! Als hij voortdurend de gelegenheid heeft zich te verbeteren, en het hem niet aan begrip en verstand en ook niet aan wil daarvoor ontbreekt, maar als hij toch het goede en ware niet wil en het in zekere zin een eer vindt tegen de wil van God in te gaan, wel, laat die nar dat dan doen zolang hem dat waarschijnlijk plezier verschaft, en God en alle zalige heiligen zullen daarbij niets verliezen! -Dat is zo onze heel nuchtere mening.'
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] De grootste en machtigste van deze zeven oergeschapen geesten was volgens het oude geschrift duidelijk Lucifer. Hij werd echter trots op zijn macht en grootte, wilde niet alleen aan God gelijk zijn, maar zelfs boven God staan en heersen. Toen werd God toornig, greep de verrader en stootte hem voor eeuwig van Zich in het gericht. De zes grote geesten bleven echter met hun ontelbaar vele ondergeschikte geesten bij God en dienen Hem alleen, van eeuwigheid tot eeuwigheid, terwijl de ondergeschikte geesten van Lucifer als boosaardige duivels voor eeuwig als door God verworpen wezens met Lucifer in het eeuwige vuur van de toorn van God branden en steeds zonder enige verzachting de grootste pijnen moeten lijden. Wel, wat vind jij, die beslist ook zo 'n eerste engel van God bent, daarvan?'
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De oergeschapen grote geesten zijn immers de gedachten in God en de daaruit voortkomende ideeën.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zeg je: als God deze geest niet zou hebben, dan zou er al vrijwel eindeloos lang geen aardse zon meer in de oneindige ruimte schijnen en in de wereld van de geesten zou het er heel vreemd, volkomen onwerkelijk uitzien. Het geduld is de moeder van de eeuwige, onveranderlijke barmhartigheid van God en als deze zesde geest niet in God aanwezig zou zijn, waar en wat zouden dan alle schepselen tegenover de enige almachtige God zijn?!
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Het goddelijke geduld zou met de eerder genoemde vijf geesten in God wel één of ook wel talloos vele mensen op de hemellichamen scheppen en ook blijvend onderhouden, maar dan zou een mens of ook talloos vele mensen in het zware vlees een eindeloze tijd voortleven en van een uiteindelijk vrij worden van de ziel uit de banden van de materie zou dan eeuwig lang geen sprake zijn. Tevens zouden dieren, planten en mensen zich steeds maar vermeerderen en tenslotte door hun aantal op de beperkte ruimte van een hemellichaam zo dicht op elkaar gedrongen wonen, dat de een niet meer voor de ander opzij zou kunnen gaan. Met dien verstande dat een hemellichaam onder het beheer van het eindeloze goddelijke geduld ooit nog zover rijp zou kunnen worden dat het planten, dieren en mensen zou kunnen dragen en voeden. ja met de zes geesten waarmee ik je tot nog toe alleen maar heb laten kennismaken, zou zelfs het scheppen van een stoffelijke wereld oneindig traag gaan en het zou zeer de vraag zijn of er wel ooit een wereld in de materie te voorschijn zou komen.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar het geduld is, zoals reeds gezegd, de moeder van de goddelijke barmhartigheid en daarom is de zevende geest in God dan ook de barmhartigheid, die we ook de zachtmoedigheid willen noemen. Die brengt alles in orde. Zij ordent alle eerdere geesten en zorgt voor de tijdige rijpheid zowel van een wereld als van alle schepselen daarop. Voor alles heeft zij een bepaalde tijd gesteld en de rijp geworden geesten kunnen zodoende vlug en gemakkelijk hun volledige verlossing verwachten en hun eeuwige vrijheid en volledige levenszelfstandigheid aanvaarden.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Deze zevende geest in God zorgde er dan ook voor dat God Zelf in het vlees kwam om daardoor alle gevangen geesten binnen de kortst mogelijke tijd uit de harde banden van het noodzakelijke gericht van de materie te verlossen, en dit werk van Hem -de verlossing -kan dan ook de hernieuwde schepping van de hemelen en de werelden en dus het grootste werk van God genoemd worden, omdat daarin alle zeven geesten van God volledig evenwichtig werken, wat eerder niet zo zeer het geval was en ook niet zijn mocht vanwege de geest van de orde in God. Want vroeger werkte deze zevende geest in God, die je nu bekend is, slechts in zoverre met de andere geesten samen dat alle gedachten en ideeën van God realiteiten werden; van nu af aan werkt hij echter krachtiger en juist de volkomen verlossing is daarvan het gevolg.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En zie nu, dat zijn de zeven geesten van God die jij niet begreep; en al het geschapene Uit de zeven geesten van God komt in alles met deze zeven geesten van God overeen en draagt ze in zich. En de eeuwig voortdurende schepping en het evenzo onophoudelijk scheppen is het wat de oerwijzen van deze aarde de 'oorlogen van Jehova' noemden.'
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Zoals de zeven geesten of speciale eigenschappen in God zich op dat punt als het ware in een voortdurende strijd bevinden, zodat de ene ook de andere steeds tot activiteit uitdaagt, zo kun je op min of meer gelijke wijze dezelfde strijd ook heel gemakkelijk in alle schepselen van God waarnemen.
Hoofdstuk 19: De oorlogen van Jehova - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat zou zo allemaal wel goed zijn, als men er maar voor in kon staan dat datgene wat de vier geesten, al is het nog zo mooi geordend, ten uitvoer brachten, daarmee reeds stand zou houden. Maar alle werken van de eerste vier geesten, al zijn ze nog zo prachtig, lijken nog sterk op het spel van kinderen, die weliswaar met veel animo en plezier veel dingen heel meesterlijk geordend ten uitvoer brengen, maar na korte tijd geen plezier meer hebben in hun product en het dan nog ijveriger vernielen dan zij het eerst gemaakt hebben. En echt, vriend, zo zou het er met het voortbestaan van al het geschapene nog heel kwalijk uitzien!
Hoofdstuk 19: De oorlogen van Jehova - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Welnu, het geduld op zich zou echter, ook al is het verenigd met de eerdere geesten, noch aan het huis noch aan de wijngaard speciale verbeteringen aanbrengen, maar alles mooi laten zoals het was, maar dan komt de zevende geest, namelijk de barmhartigheid, die zachtmoedigheid, zorgzaamheid, vlijt, liefdadigheid en vrijgevigheid in zich heeft. En zie,.de mens verbetert zijn huis dan zo goed, dat er geen mankementen van enige betekenis meer aan te vinden zijn, en hij spit en bemest de wijngaard, zodat deze hem al gauw een rijke oogst oplevert! En zie, dat is dan weer een strijd of een oorlog van Jehova in de mens evenals in God en in de engel!
Hoofdstuk 19: De oorlogen van Jehova - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Zo leeft de één puur vanuit de geest van de liefde en schenkt helemaal geen aandacht aan de andere geesten. Wat is zo'n mens dan anders dan een vraatzuchtig roofdier dat nooit genoeg heeft? Zulke mensen zitten altijd vol eigenliefde, vol afgunst en gierigheid en zijn hardvochtig tegenover al hun medemensen.
Hoofdstuk 20: De disharmonie van de zeven geesten in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...