Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 30 van 91

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[9] Ik zei: 'O zie eens hoe werelds en zintuiglijk ingesteld en hoe vol materie jullie nog zijn! Ben Ik niet de berg van alle bergen waarop het ware huis van God staat? Maar wat is het zeer gerieflijke huis? Dat is Mijn woord, dat Ik reeds door al de profeten tot jullie, joden, gedurende een aantal eeuwen gesproken heb en nu Zelf door de mond van een mensenzoon spreek. Ik ben dus de berg, en Mijn woord is het gerieflijke huis op de berg, en daar om ons heen staan de heidenen uit alle delen der aarde, die hierheen gekomen zijn om de berg te zien en in zijn zeer ruime huis te gaan wonen.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Bovendien moet je ook bedenken dat mij precies hetzelfde kan overkomen wat al menigeen overkomen is: zij hebben de vloek afgelost, - maar na verloop van een jaar, en vaak nog eerder, heeft de tempel al weer een reden gevonden om opnieuw een vloek over hun herberg uit te spreken, en degene die daardoor benadeeld werd, moest dan het dubbele losgeld betalen als hij de vloek over zijn bedrijf weggenomen wilde hebben. Want er staat immers in jullie voorschriften: 'Als de eerste vloek door een offer afgelost is, maar de tempel om bepaalde redenen over dezelfde zaak nogmaals een vloek uitspreekt, dan maakt de nieuwe vloek de oude ook weer geldig, en zodoende moeten er twee vloeken afgelost worden. En op die manier kan het geheel tot aan de tiende vloek oplopen.'
Hoofdstuk 153: De verzoening van de Farizeeƫn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen Ik dat gezegd had, zagen allen ook reeds ontelbare engelen om zich heen, die heel vriendelijk met hen spraken en hen tot het goede aanspoorden. Tegelijkertijd zagen zij echter ook, alsof zij door de materie van de aarde heenkeken, een aantallelijke, ongelukkige wezens die er alleen maar op uit waren zich steeds dieper in de materie te verschansen en te. begraven. Ook zagen zij in de etherruimten prachtige landschappen en hier en daar zelfs schitterende en wonderbaarlijk mooie gebouwen, waarover zij erg verbaasd waren. In die streken werden zij ook door engelen in de geest rondgeleid, die hun veel lieten zien en ook uitlegden.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Dan zal de aarde opnieuw gezegend worden. Haar bodem zal honderdvoudige vrucht dragen van alles, en de Oudsten zal de macht gegeven zijn over alle elementen.
Hoofdstuk 172: De Heer legt de toekomstbeelden van Jesaja uit (Jes. 2, 1 -5) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De schriftgeleerde zei: 'Ja, Heer en Meester, zo is de profeet wel te begrijpen, en de betekenis is mij nu duidelijk, hoewel men wel de volgende vraag zou kunnen stellen: waarom laat U, Heer, het dan toe dat binnen tweeduizend jaar vanaf nu de mensen opnieuw zo slecht worden als zij ten tijde van Noach waren? En waarom moet vooral de arme mens het meest lijden, en zelfs ook nog als hij in alles een God zo welgevallig mogelijk leven leidt?
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar Ik zeg jullie dat het werkelijk binnen korte tijd gebeuren zal en dan na ongeveer negentienhonderd jaar opnieuw geheel en al; want als de mens volledige wilsvrijheid gelaten zal worden, dan bestaat er in Mijn raadsbesluit geen ander middel om van tijd tot tijd met vrucht de menselijke traagheid te lijf te gaan dan alleen maar dit ene, want die traagheid is de wortel van alle zonden en ondeugden! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] In jezelf zal dat je nu wel minder vreugde verschaffen, -maar de toekomstige volkeren een des te grotere, wanneer hun opnieuw deze boodschap gegeven wordt in hun grote ellende en in de tijd waarin het ene volk zich tegen het andere zal verheffen om het te vernietigen. -Maar daarover zal het volgende hoofdstuk ons nog meer licht verschaffen!
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Lazarus zegt: 'Heer, daar kun je inderdaad weinig op zeggen, ik in ieder geval niets! Want als mensen eenmaal te diep in de dood van de materie zitten, zijn ze nauwelijks meer volledig tot het ware geloof en nog minder tot het leven in de geest te bekeren. Daarom zou het mij liever zijn, als U ons nu de geestelijke betekenis van deze drie nog steeds zichtbare zonnen een beetje zou willen uitleggen!'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar wat is het kwalijke gevolg daarvan? In plaats van zich uit de boeien van de materie los te maken, door te handelen zoals God haar heeft aangeraden, en uiteindelijk zelfs het materiƫle in haar te vergeestelijken en waarachtig levend te maken, begeeft de ziel zich steeds dieper en dieper in de dood van haar materie.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Deze boze koppigheid ergerde de koning zozeer, dat hij tegen zijn dienaren zei: 'Omdat deze man zo verstokt is en mijn grote minzaamheid en vriendelijkheid slechts met boosheid, toorn en verachting beloont, moeten jullie zijn handen en voeten (liefdewil en wijsheid) vastbinden en hem in de uiterste duisternis (puur werelds verstand) naar buiten (in de materie) werpen! Gehuil en geklapper van tanden (wereldse twisten over recht, waarheid en leven) zullen daar zijn.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen Jozef dat allemaal goed bekeken had zei hij tegen Mij: 'Mijn zoon, als we dat op natuurlijke wijze af moeten breken en dan weer opnieuw op moeten bouwen, dan hebben we veel meer dan een jaar nodig voor dat werk!'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Jazeker, wat goed is voor jullie doe Ik altijd graag! Zie, de ziel heeft dezelfde gestalte en vorm als haar lichaam, alleen in veel volkomener mate. Echter is hier alleen sprake van een volkomen ziel. Die heeft alles wat haar lichaam had, maar natuurlijk en var:.zelfsprekend voor heel andere doeleinden. Maar haar geestelijk lichaam is geen materie, maar pure substantie.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] En de substantie is zoals het licht dat van de zon komt, dat ten opzichte van de materie helemaal niets lijkt te zijn en toch de grondstof van de materie is, zonder daarmee een en hetzelfde te zijn; want alle oerstof is vrij en ongebonden. En zo weten jullie nu ook hoe dat is.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): "s Morgens gingen wij al een uur voor zonsopgang naar buiten en wel nogmaals naar de reeds bekende hoogte, vanwaar we de mooie omgeving in het ochtendlicht heel goed konden zien. Men kon namelijk in het ochtendlicht de zeegebieden achter Tyrus veel beter waarnemen dan in het avondlicht. Daarbij kwam nog de in zekere zin opnieuw tot leven gekomen natuur van de planten en meer nog van de dierenwereld; en we genoten meer dan een uur lang in de vrije natuur.
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Nu zei de hoge raadsheer weer: 'Maar waarom zou het dan met name voor de hogepriesters schadelijk zijn, wanneer ze door de almacht en de wijsheid van jouw God gedwongen zouden worden, althans voor enkele jaren, de afgoderij te laten vallen en het volk de waarheid te onderwijzen? Mochten ze dan, als Gods almacht hen weer vrijlaat, opnieuw tot de oude afgoderij terug willen keren, dan zou het verlichte volk hen zeker zodanig terechtwijzen, dat ze zich nooit meer met die oude afgoderij zouden inlaten! Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...