Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 30 van 1490

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[11] Matthéus, geheel buiten zichzelf over die afstand en grootte, zegt: '0 Heer, als dat zo is, hoe kunt U dan vanaf deze aarde zo'n wereld besturen en onderhouden?!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Om je echter te tonen dat Ik, door de macht van de Vader in Mij, ook op dit ogenblik tot aan de zon kan reiken, zal Ik je dat demonstreren! Ik zal de zon nu gedurende een paar ogenblikken bedekken, zodat niemand op de aarde haar zal zien, en dan zal het jou daardoor duidelijk worden, dat Ik ook vanaf deze aarde naar de zon kan reiken!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Matthéus beeft van angst en zegt: 'Heer, Almachtige! Wie kan er naast U bestaan, als Uw goddelijke arm in één ogenblik zo eindeloos ver reikt?!' -Nauwelijks heeft Matthéus deze paar woorden uitgesproken, of de zon schijnt alweer in haar volle glans, en Mijn Matthéus ademt weer vrijer, -kan echter van verbazing geen woord meer uitbrengen. Pas na geruime tijd krijgt hij een beetje moed en zegt: 'Nee Heer, dat begrijp ik niet! Uw macht moet oneindig zijn! Maar bespaar ons, o Heer, in de toekomst zulke verschrikkelijke bewijzen van Uw almacht; want daarbij zou al gauw iedereen wegteren en te gronde gaan!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Hij zal wel voor de echte kinderen en nakomelingen van David en daarmee voor alle mensen der aarde een nieuw en eeuwigdurend rijk vestigen, maar niet op deze aarde, maar boven de aarde in de hemel! Wie de profeten op een andere manier verklaart die zal in duisternis wandelen.'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Naar aanleiding van deze uitspraak gingen er verscheidene mensen weg, want ze geloofden in een aardse Messias; maar velen verzochten Mij om een nader onderricht.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Bij deze aankondiging verlaat er direkt een grote groep het huis, want de schuldigen worden bang dat Ik ze openlijk verraden zal, en daarom gaan ze er vandoor. Onder hen waren ook enige echtbrekers en bloedschenners, en veel mannen en vrouwen, die zichzelf bevlekten, en zij waren nog blij ook dat ze Mijn blik niet meer behoefden te doorstaan.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bij velen ging het er echter niet in de eerste plaats om, dat ze niet genezen wilden worden van die hartstocht, maar het ging hen veel meer om de schande! Want verder waren het eerbare, geziene mensen, en het zou erg onaangenaam voor hen zijn geweest, als hun buren op deze manier hadden gehoord, dat hun lichaam zwak was. Maar ze hadden niet in de gaten, dat ze zich door na Mijn meelevende vraag te verdwijnen, wel erg bloot gaven.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ik geloof dat dat niet nodig is! Wie bij Mij is en blijft, die IS zonder meer in zijn echte woonplaats, en wie zich deze enige en echte woonplaats niet verwerft, die zal voortdurend in het woeste en vreemde ronddwalen als opgeschrikt wild, dat in de woestijn voedsel en een woonplaats zoekt, maar zowel het ene als het andere niet vindt en tenslotte van honger, dorst en kou versmacht en uiteindelijk een prooi wordt van de verscheurende dieren, die in de lege woestijn wonen!
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen deze Galileeërs Mij door hun dorp zagen wandelen, kwamen ze direkt uit alle huizen de straat op, begroetten Mij vriendelijk en kwamen lovende woorden te kort voor Mijn naar hun mening bijzonder gewaagde daad in de tempel. En hun vreugde om Mij weer te zien was des te groter, omdat ze bijna allemaal gedacht hadden dat de Farizeeën Mij heimelijk uit de wereld geholpen konden hebben! Want deze Galileeërs wisten niet veel meer van Mij, dan dat Ik de zoon van de vrome Jozef was en dat God met Mij was net zoals Hij met Jozef geweest was. De hele dag en vervolgens ook de hele nacht moest Ik met Mijn gezelschap bij hen blijven. Ze verzorgden ons zo goed mogelijk, en er waren veel vragen te beantwoorden en er werd veel raad gegeven, en men vroeg ook over de Messias; en velen zagen en herkenden Deze in Mij.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En Jezus kwam weer in Kana in Galilea waar Hij water in wijn had veranderd. Joh. 4:46) Na deze woorden gaat de reis verder en we bereiken zonder enige moeilijkheid het stadje Kana. Als we daar aankomen gaan we snel naar het huis waar Ik het eerste wonder in het openbaar verrichtte. Binnen een uur echter weet bijna het hele dorp dat Ik en allen die met Mij meegegaan zijn, weer gelukkig en behouden aangekomen zijn; en alles loopt uit om de aangekomenen te zien, te begroeten en te verwelkomen. En als ze Mij zien, hebben ze geen woorden genoeg om Mij te loven en te prijzen voor het feit, dat Ik te Jeruzalem de tempel op zo'n vastberaden manier gereinigd heb! Want op dat feest waren er ook velen uit Kana, en die hebben gezien wat Ik in Jeruzalem tot stand bracht, en hebben ook vernomen hoe Ik daar vele zieken genezen heb en daarvoor prezen ze Mij bijzonder.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei echter: dat ze naar lichaam wel gezond waren, maar niet naar ziel. 'Want wie ontucht en hoererij pleegt, die is heel ziek in zijn ziel! Want door deze zonde wordt het hart van de mens van dag tot dag steeds harder, gevoellozer en onbarmhartiger tegen de naaste en het houdt op het laatst alleen nog maar van zichzelf en het onderwerp, waarmee het geilen kan, maar niet om het onderwerp zelf, maar vanwege het geilen. Zo'n hart ontvlucht dan het woord van God dat hem af wil brengen van zijn slechte verlangen, en wordt tenslotte zelfs een vijand van degenen, die het woord van God in hun hart bewaren en daarnaar leven. Velen van jullie lijden aan deze ziekte en Ik ben daarom weer naar jullie gekomen, om je van deze kwade en dodelijke ziekte te genezen. Wie van jullie weet dat hij aan deze kwade ziekte lijdt, Iaat die zich aan Mij toevertrouwen en Ik zal hem genezen!'
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Laat ze maar gaan, de blinde dwazen! Ze schamen zich voor de mensen; maar voor God, die de geheimste gedachten altijd doorziet en onderzoekt, schamen ze zich niet! - Ik zeg jullie: Dat schaamtegevoel ten opzichte van de wereld stelt niets voor! Hoelang zal dat dan nog duren op deze wereld?! Weldra zullen ze dat lichaam moeten missen, waarvan het vlees hen zoveel zoete uren geschonken heeft! Dan zullen ze naakt in de andere wereld belanden, en daar zal men hen tot in alle finesses van de daken luid verkondigen wat ze op deze wereld, hoe heimelijk ook, gedaan hebben! Een echte en blijvende schande zal hen daar zeker ten deel vallen, en die zullen ze ginds niet zo gemakkelijk kwijtraken als hier!
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Je hebt Mij niet begrepen! Kijk, deze burgers hebben Mij helemaal in hun harten opgenomen, en Mijn leer is voor hen heilig geworden; deze Joden zijn het echter niet geheel en al eens met Mijn leer die Ik hen in Sichar gaf, en zij verlangen weer naar hun zuurdeeg en niet zozeer naar hun huishouden, en willen daarom nu naar huis! Beleefdheidshalve wilden ze Mij eerst nog bedanken, om door jullie niet aangezien te worden voor ruwe onbehouwen lummels. Ga daarom maar gerust naar buiten en breng hen alles onomwonden over wat Ik nu tegen je gezegd heb!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'O, dat hoeft niet, Ik ken het gebroed tot in de onderste wortelvezel! Ik heb daarvoor uit uw geslacht in Rome al een 'koning van Macedonië' uitgekozen, die zal de opdracht krijgen om deze verwardste aller kluwens met een gloeiend zwaard door te hakken! Ik wil echter eerst nog veel doen ter mogelijke verbetering van zo velen van hen!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De overste zegt: 'Doe het niet! Want als U net als ieder mens sterfelijk bent, dan zullen ze U, ook al bent U een echte zoon van God, weten te doden! Want geloof me, voor deze kerels is ook zelfs een God Zijn leven niet zeker! Neem dat maar van mij aan, beste jonge vriend!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...