Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 30 van 102

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[10] Wat betreft de andere beproevingen die de mens als tegenspoed overkomen en hem dan ook niet meer verlaten, daarvan zeg Ik dat zo'n familie altijd door haar eigen schuld in de armoede terecht is gekomen. Als zij dan in haar armoede wellicht, om haar uit haar alledaagse traagheid wakker te schudden, door een nog hardere slag getroffen wordt, is het ook weer haar eigen schuld als zij nog verder volhardt in haar traagheid en dus ook in haar ongelukkige toestand blijft. Dit soort mensen is dan weliswaar van mening dat God hun vragen niet verhoort, of dat Hij Zich helemaal niet om de mensen bekommert; maar deze mensen zijn alleen maar te traag. ZIJ maken geen ernst met het wereldse werk, en ook niet met het houden van de Gods geboden en hun lauwe en zonder vertrouwen geuite vragen aan God, en zij worden daarom dan ook zolang in hun tegenspoed gelaten, tot zij door de steeds sterker drukkende nood uiteindelijk toch nog aan het werk gaan en daardoor dan ook gelukkiger worden.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Hoe zal een grote gemeente dan kunnen bestaan als zij door haar traagheid en nalatigheid tenslotte alle vijftig hoofdlieden kwijt is? Ik zeg jullie: Op dezelfde wijze als de grote gemeenschap van joden van nu, waar slechts bepaalde dieven en rovers nog iets bezitten en zich ten koste van de armen vetmesten en verrijken, maar waar duizenden in de diepste armoede hulpeloos versmachten. Want waar is de wijze hoofdman die voor hen zou zorgen en hun op een of andere manier in een bepaalde bedrijfstak arbeid en brood geeft? Kijk, op heel veel gebieden ontbreekt een hoofd, en zodoende is ook al het andere niet aanwezig! Er zijn nu nog wel bepaalde hoofdlieden om verschillende gebieden te leiden, maar dat doen ze niet voor het volk, maar voor zichzelf, en daarom zijn het slechts dieven en rovers en geen echte hoofdlieden zoals ten tijde van Mijn Richteren.
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Ik zei: 'Wat je zei was goed, ofschoon je het zelf niet hebt begrepen. Maar als jullie deze verschijnselen al niet begrijpen, - wat zullen jullie dan wel zeggen als daarginds, verder zuidwaarts, nog een derde zon te voorschijn zal komen? Kijk maar, in aanleg is zij al in de in de vorm van damp in de lucht aanwezig en zo dadelijk zal daar ook een derde zon, die precies hetzelfde lijkt als deze twee zonnen, per verrassing te voorschijn komen! -Kijkt, zij straalt reeds!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Is de eeuwige dood van de ziel en haar -laten we zeggen -onmogelijke totale eeuwige vernietiging voor jou dan één en hetzelfde? Kijk, jij en al je collega's zijn wat jullie ziel betreft allang geheel en al dood; maar zijn jullie daarom ook vernietigd? Jullie zullen ook eeuwig nooit vernietigd worden, maar zoals jullie nu zijn zullen jullie blijven, in je zonden die de dood van je ziel zijn, omdat deze in zo'n toestand nooit tot een hoger en zuiverder bewustzijn kan opstijgen, maar in haar duisternis moet blijven en in haar oude wereldse twijfels, waar jullie ziel vol mee zit.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] En Ik sprak nogmaals vrijelijk met het volk over de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, wat een paar Sadduceeën, die daar aanwezig waren, aantrok; na korte tijd kwam Ik met hen in aanraking, wat dadelijk volgt.
Hoofdstuk 196: De vraag naar de belastingpenning - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En zie, deze toestand vol twijfel van de grof zinnelijke mensen is een ware straf voor hun zedelijke verdorvenheid, en het is goed zo! Want zonder deze bittere straf zouden de mensen steeds meer en dieper wegzinken in het gericht van de materie; en zo houdt de angst voor de dood van het lichaam hen daarvan af, omdat ze niet kunnen weten en beseffen wat er na de dood van het lichaam met hen zal gebeuren!
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Lange tijd was ik helemaal alleen zonder ook maar enig gezelschap en ik had niemand behalve mijzelf Hoe ik ook riep, smeekte, huilde, rondliep en zocht, het hielp allemaal niets. Alle goden riep ik aan, maar er kwam geen antwoord. Na een lange, treurige, wanhopige tijd in mijn verschrikkelijke toestand, kwam ik op het idee me tot de God der joden te richten. Toen werd het lichter om me heen en die paar sterren werden ook lichter en het leek of ze dichterbij kwamen. Toen ik dat merkte stelde ik mijn volle vertrouwen in de God der joden en vroeg Hem vurig mij te helpen uit mijn grote nood en ellende.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarom is de mens het evenbeeld van God, heeft hij scheppingskracht in zich en kan in zuiver geestelijke toestand zijn wereld zelf scheppen en zodoende in zijn volkomen eigendom wonen. Dat zul je nu wel begrepen hebben?!'
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden van Mij vernomen hadden, zeiden ze onder elkaar: 'Hij heeft volkomen gelijk en er is niets tegen in te brengen; maar wij zijn al vanaf onze geboorte te diep ondergedompeld in de wereld en zullen ons er nu niet zo gemakkelijk meer geheel van los kunnen maken. Volgens Zijn goed beargumenteerde uitspraak moet iedereen zich, door daar zelf geheel vrijwillig aan te werken, uit zijn materiële toestand verheffen naar de vrije geestelijke toestand; en daarbij kan men geen speciale hoop koesteren op wonderbaarlijke hulp van de ware God, omdat de wil van de mens daardoor al een soort dwang zou ondervinden terwijl die eeuwig vrij moet blijven. Om daar puur zelfstandig aan te werken hebben mensen zoals wij kennelijk te weinig kracht, moed, wil en echt volhardend geduld, en daarom zal het voor ieder van ons moeilijk worden om zonder moe te worden en regelmatig te vallen, vooruit te komen op de wegen die Hij ons getoond heeft.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wie zich in één keer dermate zou kunnen verloochenen, dat hij alles van de wereld opgeeft en -in de juiste mate -zijn schatten aan de armen zou geven alleen uit pure liefde tot God, en zich niet te buiten zou gaan aan het vlees van de vrouwen, zou waarlijk binnen heel korte tijd voleindigd zijn! Maar wie klaarblijkelijk langere tijd nodig heeft om zich van alle aardse slakken en aanhangsels te zuiveren, moet ook langer wachten tot hij de volledig gelukkig makende toestand van de ware geestelijke voleinding bereikt.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Het zou inderdaad heel goed zijn om de puur geestelijke toestand te bereiken en het zou ook eindeloos meer waard zijn dan alle schatten van de hele aarde; maar de weg erheen schijnt zeer lang en hobbelig te zijn. Daarom zou het misschien tenslotte niet overbodig zijn om Hem nog te vragen hoe lang het duurt om de volle, puur geestelijke toestand te bereiken wanneer men gewetensvol, trouwen vlijtig de wegen van het leven bewandelt, die Hij heeft aangeraden. Want men werkt zeker veel gemakkelijker wanneer men alvorens aan het werk te gaan, weet op hoeveel tijd men moet rekenen voor het geheel voltooid is, wanneer men zich naar behoren inzet; want het is en blijft moeilijk om aan een werk te beginnen, als men van te voren niet kan overzien hoeveel werk noodzakelijk is om het te voltooien, en zodoende ook niet kan weten wanneer het doel bereikt wordt. Laten we de zojuist genoemde vraag aan Hem voorleggen!'
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En jullie zijn ook buitengewoon rijke mensen; maar ook jullie rijkdom is geen hindernis voor het bereiken van de puur geestelijke toestand, wanneer jullie daar met ware liefde tot God en tot de naaste, zoals goede en wijze vaders tegenover hun kinderen, goed mee omgaan en niet zuinig en gierig zijn bij het steunen van de armen; want in dezelfde mate waarin jullie je liefde ten goede laten komen aan de armen, zal God jullie geestelijk en indien nodig ook in natuurlijk opzicht, altijd belonen.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Daarop richtte hij zich tot Mij en zei: 'Waarom heb je onze priesters nog nooit op zo'n manier onderwezen? Als er één van hen hier aanwezig was geweest zou hij zeker ook anders over je zijn gaan denken!'
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Spoedig daarop begaven wij ons op weg naar Kafarnaüm en vonden daar, in de jullie reeds bekende herberg aan het meer, nog diezelfde dag een goed karwei, waar we tot de sabbat aan werkten, en waarmee we honderd muntstukken verdienden. Gedurende de sabbat bleven we nog in Kafarnaüm aan het meer en we voelden ons daarbij heel goed en vrolijk. Op zondag keerden we pas weer terug en vernamen we van onze mensen thuis hoe alles zich had toegedragen. Velen hadden naar Jozef gevraagd en zich erover verwonderd, dat de anders toch zo vrome man niet aanwezig was geweest bij de begrafenis van de overste.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Omdat degenen die gisteren door jullie werden uitgezonden, jullie niet hebben kunnen inlichten over de verblijfplaats van de door jullie zozeer gehate profeet uit Galilea, en wel om de zeer eenvoudige reden dat ze niet meer teruggekeerd zijn, hebben jullie in de Raad besloten om op sluwe wijze te informeren of Lazarus hier wellicht aanwezig is en zou weten, waar de profeet zich ophoudt; als Lazarus niet meer hier zou zijn, wilden jullie de waard of een andere dienaar omkopen om jullie mogelijkerwijs de gewenste inlichting te geven! In dat geval zouden jullie onmiddellijk alle trouw gebleven gerechtsdienaren uitsturen om de gehate profeet gevangen te nemen en ook direct te laten doden.
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...