Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 30 van 342

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...
[24] De beide ESSENEN zeggen: "Heer en meester, sta ons toe om hier nog zo lang te blijven als u zich hier zult ophouden!"
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De FARIZEEËN en schriftgeleerden zeggen: "Weten jij en je heer dan niet dat in een huis waar wij ons vertonen alle geheimen met óns gedeeld moeten worden? Want wij zijn het die jullie reinigen als je je verontreinigd hebt, en die jullie ook genezen als je door kwade ziektes geplaagd wordt!"
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Na dit afdoende antwoord van de dienaar zeggen de Farizeeën en schriftgeleerden geen woord meer en berusten, niet van harte, maar uit een soort gedwongen noodzaak.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toch hebben deze Essenen in de aard der zaak helemaal geen slechte principes, want zij zeggen: 'Er moet een groep geestelijk ontwikkelde mensen zijn, die voor het gelukkig maken van hun medemensen alle middelen kan aanwenden, die zij maar voor dat doel als deugdelijk ziet. Zo'n ontwikkelde groep heeft door haar jarenlange leren, denken en onderzoeken gevonden, dat de dood de laatste fase van alle dingen is, en dat er na de dood geen bewustzijn en geen leven in wat voor vorm dan ook is. De leden van deze groep hebben echter levenswijsheid genoeg om het leven te verachten en in de verste verte niet als het hoogste goed te beschouwen; maar om de andere mensen gelukkig te maken moet hen gepredikt worden dat er een nog volkomener leven van de ziel na de dood is. Om de buitenstaanders zoiets echter vast te laten geloven moet men schijnwonderen te hulp roepen. Hoe buitengewoner die tot stand gebracht kunnen worden, des te meer uitwerking hebben ze!
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Daar hoort echter bij dat de ingewijden steeds het diepste stilzwijgen in acht nemen, en ieder heeft de strengste opdracht om tegenover de buitenstaanders de waarheid meer te mijden dan de pest, want iedere waarheid maakt de mensen tot slaven van de dood. Volgens hen duidde Mozes hier ook al op in zijn Genesis in een enkel kort vers, waarin hij met de zuivere waarheid kwam toen hij zei: ' Als je zult eten van de boom der kennis -wat zoveel wil zeggen als: de boom der waarheid -dan zul je sterven!' En zo gaat het met die mens, die overal de waarheid wil kennen en zich haar, en dus de dood, in de armen werpt. Daarom heeft ook Mozes, als ingewijde in alle wijsheid en waarheid van de Egyptische priesterkaste, bij de Joden meteen een priesterstand gevormd, die zich -weliswaar helemaal gedegenereerd -tot op deze tijd heeft staande gehouden.
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Heel kort wil ik u daarmee slechts zeggen, dat uw geneeskunst, hoe buitengewoon deze ook is en tot hoeveel dank zij ons ook verplicht, mij toch niet ten volle kan overtuigen dat daarom iedere andere macht van hemel en aarde u niets zou kunnen doen! Ik wil over de mogelijkheid niet met u twisten, -bij God moeten alle dingen mogelijk zijn; maar vriend, er is een grote kloof tussen de mogelijkheid en de werkelijkheid! Als ik u beter zal leren kennen, zal ik misschien ook vaster geloven.
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl Ebahl, bij wie al een ander licht opgaat, nog steeds overlegt, komt de hoofdman ook al weer terug en vertelt vol vreugde en verwondering, hoe hij alles prima in orde heeft aangetroffen, en hoe verbaasd zijn onderkommandanten waren, omdat hij volgens hun zeggen voor de tweede maal kwam om te vragen of alles wel in orde was, terwijl hij toch een half uur eerder zelf alles reeds zo goed mogelijk geregeld en opgedragen had! Hij had zich eruit gepraat door voor te geven dat dit slechts een slimme controle was, en daarmee waren allen zonder verdere vragen geheel tevreden gesteld.
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Voorheen heb Ik je toch al gezegd dat alle machten des hemels en krachten der aarde Mij ieder ogenblik ten dienste staan, maar jij wilde het niet geloven! Nu wil je hopelijk wel geloven dat Ik eeuwig geen dood te vrezen heb, en dat ook Ik een Heer ben, die wat te zeggen en te bevelen heeft!"
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] ALLEN zeggen: "Ja, heer en meester, dat is zo duidelijk en waar als het licht van de zon, en wij zullen allen daarnaar handelen!"
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik heb behalve voor mijn vrouwen mijn vele kinderen, die zich in Rome bevinden, nooit liefde voor iemand gevoeld, maar handelde steeds redelijk naar recht en billijkheid. Ik handhaafde de wet nooit streng, maar altijd mild en dat ging steeds goed. Maar nu voel ik dat men de mensen moet liefhebben en hen uit liefde goed kan doen, dat wil zeggen: Men kan zelf willen om de mensen naar kracht en mogelijkheid dat te geven, wat men voor zichzelf als rechtvaardig en nodig ziet, -en dat is naastenliefde.
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Kijk, jaloerse zuster, als je ooit ware liefde in je hart had gehad, dan zou je dat niet gezegd hebben! Maar omdat men je verwende, voelde je in je hart nooit een ware liefde of vertedering en kun je ook niet anders zeggen, dan wat je nu zegt!
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] EBAHL zegt: "Dan krijgen we echter de duivel op ons nek! Want zij zullen dan in de tempel dingen over ons zeggen waar de honden geen brood van lusten!"
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Er wordt voor gezorgd dat ze thuis niet veel zullen zeggen.. - Na deze verklaring van Mij valt er een pauze, waarin iedereen, die zich in het vertrek bevond, zich heel stil en rustig hield en alleen in het hart bezig was.
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De Farizeeën, die voor Mij uit Jeruzalem hierheen zijn gekomen, en die onze vriend op zo'n wijze manier de schrik op het lijf heeft gejaagd, zullen Mij morgen behoorlijk lastig vallen als ze Mij eenmaal herkend hebben. Maar Ik zal hen voor de eerste maal klare wijn schenken, dat wil zeggen, Ik zal hen onomwonden de volle waarheid zeggen.
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Eer Ik echter de zaal binnenging, liet Ik door Ebahl alle op Mij wachtende zieken in de grote gelagkamer brengen en tegen hen zeggen dat zij slechts Mijn overkleed moesten aanraken en dan zouden zij direct gezond worden. - Ebahl ging en voerde Mijn opdracht uit.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43  ...