Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 4 van 195

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[19] maar als je nog één keer durft te morren, dan laat Ik tien muizen tegelijk op je los, die aan je voeten zullen snuffelen!'
Hoofdstuk 194: Cyrenius nu als minister. Het ontevreden meisje. Een muizenwonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Dumas liet nu direct een natte doek brengen met een kruik water, waarna het gehele gezel­schap van Jozef zich zijn voeten waste, om vervolgens het leerhuis van Dumas binnen te gaan.
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] De vrouw, die van uitputting en honger ook nauwelijks meer kan staan, zegt: 'O mijn arme, lieve man! Al om zes uur vanmorgen zijn de drie oudste kinderen weggegaan om bij goede, medelijdende mensen iets te vragen, en nu is het al drie uur in de middag en nog is er geen van hen teruggekomen! Ik trilover mijn hele lijf van angst dat hun iets is overkomen. 0 Jezus en Maria! Misschien zijn ze zelfs in het water gevallen of in de onbarmhartige handen van de politie? Mijn handen en voeten trillen! -Moge Jezus jou intussen sterken; ik zal met Gods hulp al mijn krachten vergaren en bij de politie navraag gaan doen, of zij daar soms weten waar onze arme kinderen terecht gekomen zijn!'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Toen onze man na die expeditie thuis kwam, voelde hij een lichte duizeligheid, die hij voor een klein roesje hield. Maar hij vergiste zich. Nauwelijks stond hij op het punt in bed te stap­pen, of zijn voeten weigerden hem hun dienst. Hij zakte bewusteloos in elkaar en was -zoals jullie gewoonlijk zeggen ­ook al morsdood. Dat de zijnen erg geschrokken waren en alles op alles zetten om hun huisvader weer bij te brengen, spreekt vanzelf. Maar het was vergeefse moeite -want wat een­maal door de engelgeesten gehaald wordt, ontwaakt niet meer voor deze wereld.
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[36] O vaderen, broeders en kinderen, geloof me, de hele aarde is vol van de liefde van de heilige Vader, want was zij dat niet, waarlijk, wij zouden geen vaste grond hebben waarop wij onze voeten konden zetten en onze lichamen zouden zelfs allang in de verschrikkelijke afgrond van de eeuwige oneindigheid verzwolgen zijn!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Jij, Lamel, kijk eens in de richting van de avond! Zie, juist daar waar drie hoge ceders (ie top van een heuvel sieren, zul je een arme vader aantreffen niet zijn vrouw en zijn zeven kinderen, drie jongens en vier meisjes! Deze familie is nog door de oude, zeer neerdrukkende onderdanige eerbied bevangen, en wel zodanig, dat zij niet eens hun voeten een stap verder durven te zetten, zodat de hut van Adam voor hen zichtbaar zou worden!
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En de plaats waarop jij je voeten neer zult zetten zal overvloeien van zegen; jouw adem zal tot het manna van de hemel worden en ieder woord van je tot de zoetste honing van het eeuwige leven!
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Deze zaak schijnt in alle ernst een serieus karakter te krijgen! Wat moet ik doen? Mijn voeten zijn verlamd; ik kan het dus niet op een lopen zetten!
Hoofdstuk 192: Thubalkaïns tactische sluwheid wordt door Kisehel openbaar gemaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Als echter iemand daar tegenin zou willen gaan en zeggen: 'Ja, dat is gemakkelijker gezegd - dan op de juiste manier gedaan!', dan zeg ik niets anders dan: Vriend, ondervind je dan zoveel goeds van deze wereld, datje haar daarom acht en liefhebt, en haar niet durft te treden met je voeten, die onsterfelijk zullen gaan worden?
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] En de bodem van de aarde begon luid te weeklagen over dit euvel, en de bergen, in woede ontbrand, bogen zich naar de dalen, verlegden de rivieren en dreven uit hun kloven en scheuren massa's en massa's wolken en verduisterden daarmee de hemel al dichter en dichter en toen stortten daaruit geweldige stromen neer, die alle landen onder water zetten.
Hoofdstuk 60: Lamechs verschrikkelijke droombeeld en het ontwaken uit zijn droom. De opheldering door Lamech van de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zie, Hij wil en zal binnen hoogstens vijf tot zes jaar de hele aarde onder water zetten door vloedgolven uit wateren van het firmament! En alles zal de dood vinden in deze vloedgolven; alleen Noach zal overblijven met de zijnen en met de door hem in zijn ark opgenomen dieren!
Hoofdstuk 336: Mahal met zijn kinderen op de volle hoogte. Kisarells emstige vraag aan zijn vader Mahal, hoe hij God van een zonde kan betichten. Mahals verwijten aan God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Er klonken oproepen zo geweldig als de donder; maar niemand trok er zich iets van aan. Er braken branden uit in Hanoch en die joegen velen grote angst en schrik aan; maar toch wilde niemand de stad verlaten. Er braken onderaardse wateren uit die Hanochs pleinen en stegen manshoog onder water zetten; toen vluchtten de armeren wel op de nabijgelegen heuvels, - maar de rijken namen boten en schuiten en voeren juichend over pleinen en door stegen, en niemand begaf zich meer naar de hoogte.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de Heer Mahal van zijn lichaam had verlost, had de zondvloed al zeven dagen geduurd, en het water steeg met zo'n snelheid dat het reeds in zeven dagen de plek had bereikt waar Mahal met de Heer bij de ark stond; en zo was de voorspelling van de Heer aan Mahal in vervulling gegaan dat hij niet eerder van zijn lichaam bevrijd zou worden dan wanneer het water zijn voeten had bereikt.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[25] Zij bezaten onder alle diersoorten de grootste instinctmatige intelligentie en bouwden hier en daar hun evenwel hoogst eenvormige woningen en belegden ook de niet te brede plaatsen van beken en rivieren met stenen en bouwden daardoor een soort brug over zo'n plaats; en als het water over zo'n plaats begon te stromen - wat gewoonlijk het geval was -, dan legden ze vlug achter de oude plaats waar de stroom vandaan kwam een tweede en hogere en zetten dat werk vaak zolang voort, tot op een grofweg terrasvormige wijze dikwijls tien of meer van zulke bruggen ontstonden. Ze hadden daar uiteindelijk niet veel aan omdat het water daarachter steeds weer hoger werd en weer over al die bruggen stroomde.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Een roeier kan nog zoveel moeite doen, hij kan het raderwerk toch niet bereiken om het stil te zetten en het water daardoor tot rust te brengen, waardoor het voor elke zeevaarder mogelijk zou worden bij het centrum te komen, het hele raderwerk beet te pakken en het met vereende krachten uit het bassin te verwijderen, zodat het hele mooie rustige wateroppervlak voor het algemeen welzijn vrijgegeven zou kunnen worden.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...