Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

104 resultaten - Pagina 4 van 7

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
[2] Maar deze keer liet Rafaël hen bijna een uur lang in die helderziende toestand, zodat ze ook de draaiing van de aarde duidelijker konden waarnemen, evenals de naar de evenaar toe steeds toenemende activiteit van de ether-, lucht en alle zuiverder geesten en de grovere natuurgeesten, die zij in de vorm van heel kleine, min of meer zwak oplichtende wormpjes waarnamen. Dat zij ook alle andere dingen, zaken en voorwerpen in alle windstreken van de aarde goed konden onderscheiden, spreekt vanzelf
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na deze woorden kwam de zon helder stralend op met een glans, zoals nog nooit was gezien, en op hetzelfde ogenblik zagen Mijn leerlingen behalve Judas, die opgewonden terzijde stond - met geestelijke ogen, hoe zich in de ether een grote, omvangrijke stad vormde, die een evenbeeld was van het aardse Jeruzalem, maar veel prachtiger.Wijd waren de poorten geopend, en een onafzienbare menigte prachtige menselijke gestalten stonden daar vol verwachting, alsof ze op een vorst wachtten die daar binnengehaald zou worden.
Hoofdstuk 66: De intocht in Jeruzalem - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[31] Want zie, de manen zijn niet vast, maar zeer onsamenhangend en zijn als het schuim van de zee, wanneer dat vaster en meer gedegen wordt, en zij zijn kaal en zonder water; en de lucht van de aarde is daar als het water van de aarden en de lucht gelijk aan de ether tussen zonnen en aarden. En zij (de manen) zijn bestemd om de aan werelds genot verslaafden op te nemen en om de geesten van de materie op te vangen en hun bestendigheid te beproeven en ze rijp te maken voor het ontvangen van de genade.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En Sehel antwoordde Seth: 'Leven zij in jou, leven in je vraag! In de adem was ik; een beven doorhuiverde de ether, de zonnegordel scheurde, en vrij stond ik daar, een leven in het oneindige.
Hoofdstuk 9: Het zichtbaar worden van de geesten Abel, Sehel en Zuriël. Seth en Sehel, Adam en Abel in gesprek. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Wat is dan vervolgens een levende geest? - Is hij zo'n gedachte die als een bliksem zo vluchtig wegvliegt en dan in de oneindige ruimte zich zo doet ontstaan als de losse vlok van sneeuw in de nevelige ether van de aarde?
Hoofdstuk 108: Kenans gezang over het wezen van het leven. Adams grove kritiek op dit gezang. Henochs kalmerende woorden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Pas op de honderdvijftigste dag wendde de Heer Zijn aangezicht weer naar de aarde, en de bronnen in de diepte werden afgesloten en de waterzakken van de ether volkomen dichtgebonden; want tot de honderdvijftigste dag had het steeds plaatselijk geregend zoals nu bij onweer een stortregen op de aarde valt.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Daarginds zien jullie lofzingende geesten zich verheffen in de lichtende ether. Elders zien jullie weer geliefden, die samen heel vriendschappelijk en gelukkig arm in arm wandelen. Ginds zien jullie weer een gezelschap van wijzen, die met stralende gezichten Mijn grote liefde, genade en ontferming bezingen. Op de takken van de veelsoortige heerlijkste fruitbomen zien jullie een glinstering als van lichtende sterren.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Zo zijn er ook in de regionen van de ether massa's levende wezens die voor jullie onzichtbaar zijn. Deze kunnen slechts in de ether leven, niet in de lucht en nog minder in dichtere materie. Wezens echter die in staat zijn om in de ether te leven, zijn ook in staat om steeds meer in het licht te leven. Ze hebben weliswaar voor jullie onzichtbare lichamen, maar desondanks bestaan ze, en wel in zulke oneindige aantallen, dat jullie je daarvan eeuwig nooit enig begrip kunnen vormen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, zo'n wezen kan dan in zulke materie goed bestaan, maar zouden jullie het in de vrije atmosferische lucht brengen dan zou het binnen enkele minuten bezwijken. Omgekeerd zou het ook die wezens vergaan, die enkel de vrije atmosferische lucht als levenselement hebben. Maar wanneer jullie, die slechts in de atmosferische lucht kunnen leven, je in de buitengewoon lichte ether zouden begeven, zal het jullie precies zo vergaan als een vis die jullie uit het water halen en op het droge leggen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Eindeloos tevreden geest-engelwezens wandelen over de lichtvelden en maken geen onderscheid tussen land en water. Zonder moeite verheffen zij zich in de lichte ether en zweven er dronken van geluk in rond, terwijl ze zaligheid op zaligheid uitstralen. We zien slechts heel lieflijke boompjes; waar zijn de reusachtige bomen van de natuurlijke bodem? Ook zien we in al die lieflijke gewassen een wonderbaarlijke overeenkomst. Elk gewas verspreidt een onuitsprekelijk geluksgevoel, hetgeen iedere geest die in de buurt komt, ten zeerste verrukt. Ja, uit elk boompje, uit elk teer grassprietje stroomt een ander soort geluksgevoel, en toch zien we bij de boompjes, bij alle andere gewassen evenals bij het gras slechts één vorm en een volmaakte eenheid tot in het ontelbare.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Zulke verhoudingen zijn er ook in het werkelijke geestenrijk, waar geesten zijn die buitengewoon traag en duister zijn en daarom hun leven ook slechts in de dichtste, binnenste delen van de aarde kunnen slijten. Dan zijn er geesten die wat lichter zijn en daarom dan ook de hogere delen van de aarde evenals de wateren bewonen, waar zij huishouden en hun leven slijten. Dan zijn er geesten die in de onderste luchtregionen leven en daar hun gang gaan. Verder zijn er geesten, natuurlijk weer volmaakter van aard, die de hogere, meer zuivere luchtregionen, zo ongeveer vanaf de gletsjers bewonen. Dan zijn er nog geesten die de eerste regionen van de ether bewonen en dan geesten die de hoogste en meest vrije etherregionen en de uitgestrekte vrije ruimten tussen de hemellichamen bewonen, en tenslotte zijn er de allervolmaaktste geesten die de hoogste sferen van de zonnen, het eeuwige licht, bewonen. De geesten van beneden naar boven kunnen elkaar niet zien, of duidelijker gezegd: de geesten van een lagere trap kunnen die van een hogere trap niet zien, maar wel is het omgekeerde mogelijk en volgens de ordening ook gangbaar.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] En kijk eens naar de zuilen. Werkelijk, aan de buitenkant zijn ze zo glad gepolijst dat we ons het oppervlak van de ether niet gladder kunnen voorstellen, maar het inwendige van de zuilen is toch echt levend en stemt in uitgebreidere en uitvoeriger mate overeen met alle wonderlijke verschijningen in de bollen. Het is buitengewoon prachtig om te zien hoe de kleuren van de meest veelsoortige vormen, die zich binnenin zo'n zuil bewegen, voortdurend rustig wisselen.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ten gevolge van zijn sterke aantrekkingskracht op deze vloeistof zuigt dit polyorganon deze voortdurend op. Dit polyorganon reikt echter aan de tegenovergestelde kant van de ring tot aan eenderde van de hele hoogte van de ring en laat de vloeistof, die aan de ene kant werd opgezogen, aan de andere kant naar beneden druppelen. Voor het eind van het polyorganon is een trechtervormige druppelvanger aangebracht, waarvan de onderste buis naar een uitgekiend mechanisme leidt dat is voorzien van lepelvormige schoepen. Deze schoepenconstructie is rechtstreeks verbonden met de as waaraan de bol zelf in de ring hangt. Wanneer door een of meerdere neervallende druppels een schoepje is volgelopen, dan wordt dit natuurlijk zwaarder, zakt naar beneden en brengt op die manier de gehele grote bol aan het draaien. Heeft het schoepje zijn vloeistof helemaal beneden uitgegoten, dan wordt intussen weer een ander gevuld, dat weer naar beneden zakt. En omdat het polyorganon voortdurend evenveel vloeistof opzuigt als het op dit schoepenrad laat neerdruppelen, werkt het perpetuum mobile onder de eerder aangegeven voorwaarden ook heel voortreffelijk, vooral wanneer jullie daarbij bedenken dat het materiaal waaruit deze as en trouwens het hele ornament bestaat, geen wrijving en dus ook geen slijtage kent. De gladheid van de as en van de cilinder waarin de as draait, is zo buitengewoon, dat ze elkaar bij het roteren niet in het minst hinderen. Het lijkt wel alsof zo'n as zich in de zuiverste ether beweegt. Ook de grote, glasachtige bol hangt hoogst meetkundig precies in sferisch evenwicht aan de as, waardoor het gewicht van een kleine druppel al voldoende is om zijn rust gemakkelijk te verstoren. Zo'n fabrikaat behoort voor deze hoogst wijze mensen echter nog geenszins tot de wonderwerken.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Want het witte licht van de rivier is nog helemaal zuiver etherisch, of als jullie dit beter begrijpen, het is in zichzelf ether die nog niets anders in zich heeft opgenomen maar desondanks in ongedeelde toestand alles in zich heeft, evenals het water een drager is van alles wat de aarde maar te bieden heeft.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Door deze wisselwerking staat het dan ook voortdurend in verbinding met het gehele universum en deze invloed laat zich dan gelden in alle drie regionen van het betreffende hemellichaam, waarbij dan het etherische in de ether, het atmosferische in de atmosfeer en het tellurische op het hemellichaam blijft.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7