Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 4 van 150

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Toen Ik gisteren hierheen kwam en rustte aan Jacobs bron en daar Irhaël ontmoette, vroeg zij Mij ook, toen ze Mij beter leerde kennen, waar men God aanbidden moest, op de Garizim of te Jeruzalem in de tempel. Laat haar zeggen wat Ik daarop ten antwoord gaf!'
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen hij bij Mij kwam, zei hij: 'Heer! Uw huis is helemaal in orde! Er gebeuren daar wonderbaarlijke dingen; maar op de weg hierheen, o Heer, kwam ik tussen een stel booswichten, die het nodig vonden om tegenover mij een kwaad getuigenis over U te geven. Maar hun geschreeuw hield niet lang stand! Uw engel sloeg hen op de mond en op twee na werden ze volledig stom, die twee schrokken echter geweldig en maakten dat ze wegkwamen. O Heer, dat is allemaal binnen een half uur gebeurd!' Ik zeg: 'Rustig maar, dat moest gebeuren, opdat degenen, die reeds in Mijn naam geloven, zich niet van ons afkeren! Laten we nu echter gaan en vergeet jij, Mijn beste vrouw uit Samaria, je kruik niet!' Meteen put de vrouw vers water en neemt het mee naar huis. - Zo brachten wij een halve dag door aan de Jacobsbron voor Sichar en oogstten in deze stad een tamelijk rijke oogst.
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na de maaltijd komt de vrouw weer naar Mij toe, maar durft haast niets te zeggen, want tijdens de maaltijd hoorde zij van de bedienden van de dokter hoe alles in huis gekomen was. En de bedienden zeiden: 'Beste vrouw, God weet hoe dat gegaan is! Wij hebben heel weinig gedaan; de dokter helemaal niets, want toen hij kwam, was alles al gedaan. Daarvoor, en lang voor de dokter kwam, waren we voor hem bezig en toen kwam er opeens een jongeman, die er stralend mooi uitzag en die tegen ons zei, dat we dit en dat moesten doen, omdat de Heer dat nodig had, en we deden alles direkt wat die buitengewone jongeman gezegd had. Maar zie, dat ging er erg wonderlijk aan toe! Als we iets wilden doen, dan was het al gedaan en we kunnen u daarom niets anders zeggen dan: hier heerste kennelijk de almacht van God, en de witte jongeman moet een engel van God geweest zijn! Anders is dit niet te verklaren! De mens, die een poosje geleden samen met u het eerst in de grote eetzaal kwam, moet een groot profeet zijn, als hij zo door de hemelse krachten gediend wordt!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Vroeg in de morgen, terwijl de zon nog nauwelijks een halve handbreedte boven de horizon stond, kwamen al veel priesters, die in Sichar woonachtig waren vanwege de nabijheid van de heilige berg Gerazim, voor het huis van Irhaël en maakten meteen veel kabaal en schreeuwden: 'Hosianna boven hosianna en gezegend is Hij, die daar kwam in de naam van de heerlijkheid Gods! Wacht, zon, en sta stil, o maan, tot de Heer aller heerlijkheid met Zijn geweldige rechterarm al Zijn vijanden, die ook onze vijanden zijn, verslaat en vernietigt! Maar bescherm de Romeinen, o Heer, want die zijn onze vrienden, omdat ze ons beschermen tegen de Joden, die nu niet meer kinderen van God, maar kinderen van Beëlzebub zijn, aan welke vader ze offeren in de tempel, die Salomo voor U, o Heer, heeft gebouwd. U heeft er goed aan gedaan, o Heer, dat U naar Uw echte kinderen gekomen bent, die Uw beloften geloofden en U tot op dit uur verlangend verwachtten. U komt weliswaar van de Joden er staat dan ook geschreven dat het heil van de Joden komt -maar we hebben gehoord, dat U in Jeruzalem en in de tempel was, en dat U daar de Joden met gesels sloeg en hun stoelen omgooide! O Heer, daarmee heeft U zeer veel goeds gedaan en alle hemelen zullen U daarvoor loven met psalmen, harpen en bazuinen! We hebben altijd al gezegd, dat als U komt, U niet voorbij zult gaan aan de heilige plaats, waarop Daniël, Uw profeet, de verschrikking en de verwoesting van Jeruzalem verkondigde! En op deze plaats zult U, o Heer, het heil aan Uw volkeren verkondigen! Geprezen zij Uw naam, hosianna aan U in de hoge en heil aan alle kinderen, die van goeden wille zijn!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Na dit noodzakelijke onderhoud met Matthéus komen de andere leerlingen binnen, en daarop volgen de priesters en de andere notabelen van deze stad en zij begroeten Mij zeer berouwvol. En de voornaamste priester komt iets naar voren en zegt: 'Heer, U heeft dit huis zeer goed voor U ingericht, zodat het waardig is om U te herbergen. Salomo bouwde de tempel met veel pracht, opdat deze waardig zou zijn, om als woonplaats voor Jehova bij de mensen te dienen. Maar de mensen hebben deze woonplaats door hun vele ten hemel schreiende laster ontheiligd, en Jehova verliet de tempel en de ark en kwam naar ons op de berg, net zoals U, o Heer, eerst in de tempel was en weinig weerklank vond en toen naar ons, Uw van oudsher echte vereerders, gekomen bent. En zo zal nu geschieden, zoals geschreven staat:
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als iemand je echter om een zilverling vraagt, en je geeft hem er dan twee of ook wel drie, dan zal je het hart van degene die van je leent, blij maken en dat van jezelf zalig; als je echter degene, die naar je toe kwam om een zilverling te lenen, er zo maar duizend geeft, dan zal hij schrikken en bij zichzelf denken: 'Wat heeft dat te betekenen? Ik vroeg om één zilverling en nu wil hij mij zijn hele bezit geven?! Houdt hij mij dan voor zo hebzuchtig, wil hij mij vernederen, of is hij helemaal gek geworden?' En zie, zo'n mens zal geen winst voor jouw hart zijn en jouw handelwijze zal net zo min een winst voor zijn hart zijn! Dus alleen maar in alles een goede volle maat houden, en dan voldoet het volkomen!'
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Nathánaël ging staan en zei tegen de gasten: 'Beste vrienden en broeders! Nog maar een paar maanden geleden was ik visser in de omgeving van Bethabara aan de rivier de Jordaan, niet ver van diens uitmonding in zee, toen er een heel onopvallende man bij Johannes kwam en zich door hem liet dopen. Zonder dat Johannes Hem ooit persoonlijk op aarde gezien had, begon hij direct over Hem te getuigen, en hij zei: 'Zie het lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt!' En Johannes getuigde nog meer en zei: 'Deze is het, van Wien ik gezegd heb: Hij, die vóór mij was, en ná mij komt, en Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar toen Hij kwam, Die nu onze Heer is, werd Johannes zo mak als een lam en sprak zo teder, als het zingen van een leeuwerik in de lente! Kort en goed, mijn familie geloofde bijna niet wat ik verteld had, want ze was te goed bekend met de manier waarop Johannes gewoonlijk sprak.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Twee dagen daarna ging ik echter vrij vroeg aan mijn dagelijkse werk, ik zat onder een boom en repareerde mijn visgerei. Toen kwam Dezelfde, waarover Johannes dat tedere getuigenis had gegeven, in gezelschap van enigen die Hem volgden, naar mij toe, riep mij bij mijn naam en zei dat ik Hem moest volgen. En toen ik mij afvroeg, hoe Hij mij kende, omdat ik Hem nog nooit eerder had gezien, zei Hij: 'Verbaas je daar maar niet al te veel over , want je zult nog verbazingwekkender dingen beleven! Vanaf nu zul je de hemel geopend zien en de engelen boven de Zoon des mensen zien opstijgen en neerdalen!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ondertussen kwam de ochtend van de volgende dag al in zicht. Maar niemand voelde zich vermoeid, en men had ook geen slaap, want allen waren zo verkwikt, als ze nog nooit eerder, ook niet na de beste nachtrust, waren geweest. Zij smeekten Mij daarom allemaal of ze deze hele dag bij Mij door mochten brengen. En Ik willigde hun vrome wens in. Heer! Ik arme zondaar dank U voor deze eerste dag in Sichar, een stad, die op mijn innerlijk leek. J. Lorber
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De burger zegt: 'O jij domme blinde Galileeër! Weet je dan niet, dat een echte magiër uit ieder stuk hout een vis of een slang kan maken?! Nog maar kort geleden was er hier een uit Egypte, die stokken in het water wierp en het werden direct vissen; als hij de stokken op het land wierp, werden het slangen en adders; blies hij in de lucht, dan waren er ineens sprinkhanen en ander vliegend ongedierte; hij nam een paar witte stenen, wierp ze in de lucht, en het werden duiven die wegvlogen; dan weer nam hij van de straat een handvol stof en verspreidde dat in de wind, en een ogenblik later was de lucht vol muggen, zodat men de zon er nauwelijks doorheen kon zien; toen hij daarna in deze muggen blies, kwam er een sterke wind en deze wind dreef de muggen als een wolk weg! Hij bracht ons daarna naar een poel achter de beek waar hij eerder vissen uit stokken maakte, daar raakte hij met een staf het water aan en het veranderde in bloed, en hij raakte het nogmaals aan en het werd weer water! 's Avonds riep hij naar de sterren en ze vlogen als tamme duiven in zijn handen! En hij beval hen en ze vlogen weer terug naar het hoge firmament! En zeg jij nu: 'Waar is een mens wiens handen tot in de hemel reiken?' Dat dit hier allemaal gebeurd is, kan ik door honderd getuigen laten bevestigen. - Wat zeg je nu over je Zoon van God uit Nazareth, waarvan ik wel weet wiens zoon hij is, en waar hij dat allemaal geleerd heeft?'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[27] De burger zegt: 'O Heer, ik heb het van niemand ooit gehoord, maar ik kwam zelf eens op een nacht de vier dochters tegen toen ze water haalden aan de Jacobsbron, en ik deed ze toen oneerbare voorstellen. De dochters dienden mij echter dusdanig van repliek, dat ik maakte dat ik wegkwam, maar ik zwoer toen wraak te nemen; ik verzon met mijn slechte hart dat schandelijke verhaal en strooide dit als een gerucht overal rond! De dochters zijn beslist nog maagden! O Heer, alleen ik ben slecht, alle anderen zijn goed en rein!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: ' Als Ik niet reeds lang geweten had, dat je een rechtvaardig en uitermate godvrezend man bent, dan zou Ik niet naar je toegekomen zijn. Maar weet wel, dat je Diegene vréést, die je eigenlijk boven alles moest liefhebben; dat is niet helemaal juist van jou, en daarom kwam Ik hierheen om je te tonen, dat je in de toekomst God meer moet liefhebben dan vrezen. Dan zal God wel naar je afdalen en bij alles wat je doet, jouw zekere, krachtige en betrouwbare helper zijn!'
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Jouw dienaars en ook jij hielden Mij eerst voor een Romeins vorst, en dat was voor jou een reden te meer, om aan Mijn wens te voldoen; toen je echter tijdens ons veelzijdig leerzame gesprek tot de erkenning kwam, dat Ik de Messias ben, was je hart gelukkig en wenste nog sterker Mij en het hele gezelschap de beste verzorging te geven, zodat het Mij bevallen zou om bij je te blijven tot je jouw noodzakelijk geachte strijdmacht uit Boven en Achter-Azië tegen de Romeinen bij elkaar gebracht zou hebben, om onder Mijn leiding alle vijanden uit het land van God te verdrijven, omdat zij pure heidenen zijn en niet geloven in de levende echte God!
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...