Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 4 van 724

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Als medewerkers van het Rijk van God zal het je op jullie wegen en paden.heel vaak overkomen dat leerlingen jullie indringend gaan vragen: 'Uw leer is wel heel verheven, mooi en aangrijpend, maar van een vervulling van de belofte die u ons heeft gegeven, zien wij nog steeds niets. Wij moeten de stem van de Vader in ons horen, ja de Vader zelfs te zien en te spreken krijgen wordt ons beloofd, maar van dat alles hebben we tot nu toe nog niets gemerkt. Als uw leer waarheid bevat, moeten de aan ons gemaakte beloften uitkomen. Wij houden ons aan alles, maar merken nog steeds niets van een vervulling van de door u aan ons gedane beloften! Vertel het ons en geef ons antwoord, en zeg het ons open en eerlijk waaraan het ligt dat uw beloften aan ons niet en nooit in vervulling gaan!' -Wat zullen jullie in zo'n geval dan tegen hen zeggen?"
Hoofdstuk 240: Rafaëls vraag over de vervulling van de belofte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als jullie degene die jullie naar de nog niet gekomen vervulling der belofte zal vragen, zo zullen antwoorden, zal hij je wel met rust laten en zich in gaan spannen om in zijn hart waarachtig tot daden te komen.
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "Dat zou allemaal wel heerlijk, goed en mooi zijn, als je maar wist waarover! Wat zou je er van denken als onze goede, hemelse vriend ons iets vertelde over de morgenster? Want als wij leraren worden van het levende werk van God, kunnen wij nooit teveel over alle mogelijke zaken weten! Want wij zullen te maken krijgen met allerlei soorten mensen, die van alles aan ons zullen vragen. Als wij niet in staat zijn hun voldoende opheldering te geven, zullen zij bij ons weggaan en ons bespotten en verachten, maar als wij hun alles voldoende uit kunnen leggen, zullen zij daarna ook naar andere zaken luisteren en ons evangelie aannemen! Philopold, wat zou jij iemand antwoorden die je vroeg, wat nu precies de morgenster was?"
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ongelukkig genoeg vierde Herodes in die tijd met veel luister zijn verjaardag. Herodias die aardig op de hoogte was met de zwakheden van Herodes, tooide zich op deze dag heel apart, en verhoogde daarmee haar bekoorlijkheden tot ongekende hoogte. Zo uitgedost kwam zij met haar draak van een moeder hem gelukwensen, en omdat er in zijn paleis harp -, fluit en vioolspelers waren danste Herodias voor de geheel belust geworden Herodes. Dat beviel de geile bok zo goed, dat de dwaas een dure eed zwoer haar alles te zullen geven wat zij hem zou vragen! Toen was het zo goed als gedaan met onze goede Johannes, omdat hij de vervloekte hebzucht van de oude vrouw te veel in de weg stond. Die gaf de jonge vrouw de tip om het hoofd van Johannes op een zilveren schotel te vragen, wat deze -alhoewel met heimelijke afschuw -deed.
Hoofdstuk 10: Zinka's verdediging en zijn verslag van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Volgens mijn berekening en volgens de berekening van Johannes zullen zij, gerekend vanaf nu, binnen veertig jaar helemaal rijp zijn voor de vernietiging, en u zult dan geheel Judea en geheel Jeruzalem opnieuw moeten veroveren en hun broeinesten grondig moeten verwoesten. Maar vóór die tijd zal er gewapenderhand weinig of niets tegen hen ondernomen kunnen worden, behalve dat wat ik u voorheen heb aangeraden. U kunt hun te gelegener tijd laten vragen hoe die bepaalde zaken liggen. Als zij echter meteen klaar staan met hun uitleg, doe dan zoals ik u gezegd heb, anders kan het slecht aflopen!"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA zegt: "Niets dan nogmaals vragen om een juist onderricht, daarnaar luisteren en daarnaar handelen. Laat al het andere maar over aan degenen die je een goed hart toedragen en die je kunnen en ook zullen helpen als jij dat doet wat ik je nu heb aangeraden!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In dat geval kan men toch niet vragen hoe hij aan zo'n oneindige volmaaktheid kwam! Dat wat Hij nu is en eeuwig zal zijn, was Hij reeds in het moederlichaam. Hij maakte wel al het puur menselijke mee, behalve de zonde die de mensen altijd in meer of mindere mate begaan, maar tot Zijn geestelijke volmaaktheid droeg dat niets bij omdat Hij reeds van eeuwigheid volmaakt was. Hij deed en doet alles echter enkel en alleen opdat alle mensen een volmaakt voorbeeld aan Hem zullen hebben om Hem, die de oergrond en oermeester van al het zijn en leven is, daarin na te volgen.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] En daarop antwoord Ik: 'Mijn almacht kan en mag daar niets doen, waar zich in Mijn kinderen een vrij leven moet ontplooien. Daar kan Ik Zelf iemand niet meer hulp geven dan jullie elkaar kunnen geven. Ik geef jullie de akker, de ploeg, de tarwe en Ik neem de maaiers aan; maar werken moeten jullie dan zelf! En als jullie goed werken en het je misschien ontbreekt aan de nodige kracht, dan weten jullie nu reeds dat Ik je deze altijd zal geven als jullie Mij in je hart daarom zullen vragen en je zult dan met hernieuwde kracht goed kunnen werken; maar Ik kan en mag eeuwig niet voor jullie werken! Als Ik dat zou doen, zou dat voor de vrijheid en zelfstandigheid van jullie leven geen nut hebben; want dan zouden jullie niets anders dan machines zijn, maar eeuwig geen vrije, uit zichzelf levende, denkende en handelende mensen! ,
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Nu denk Ik dat jullie al deze enigszins buitengewone verschijnselen wel begrijpen zullen. Maar als iemand nog een of andere moeilijkheid heeft, wel, laat hij dan vragen en hij zal licht krijgen! Want de hemelen druppelen een juist licht op diegenen, die rechtvaardig en van goede wil zijn. Schroom daarom niet te vragen als jullie iets nog niet begrijpen!"
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Die dienen nergens toe; ze vormen een regelrechte woestijn in de hersenen en wekken in de ziel alleen maar het vervelende gevoel op van een oneindig niet-weten en niet-kennen. En als je bij zo'n ziel meteen wilt beginnen om over hogere, bovenaardse dingen en toestanden te spreken, dan zal deze je al gauw vragen om daarover te zwijgen; want als zij daar dieper over na zou denken, zou zij zonder meer gek worden. Er is daarom met zulke mensen niet te praten omdat zij datgene, waarvan jij nu de ware oorzaak kunt inzienonmogelijk kunnen inzien of zelfs maar begrijpen. Zij zullen heel natuurlijke, aardse dingen nauwelijks of haast nooit volledig begrijpen, Iaat staan geestelijke en hemelse.
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] RAPHAËL zegt: 'Maar dat doet. er immers niet toe, als het maar niet voorbereid is om zich in de materie te manifesteren! Bovendien is de wil van de mens toch zodanig vrij, dat noch de Heer noch wij ooit iets zullen doen om deze ook maar in het minst te storen door deze voor te bestemmen, en nog minder door voorbereidingen te treffen. Je kunt er daarom volkomen van verzekerd zijn, dat je geheel vrije wil in wezen met is voorbestemd en nog minder op enigerlei wijze is voorbereid. Vraag daarom, dan zul je zien dat de Heer, hetzij Zelf of door mij als zijn oude knecht, beslist zonder enige voorbereiding de vruchtbomen, die je vrijelijk kunt vragen, in blijvende vorm door een wonder voor je zal doen ontstaan.
Hoofdstuk 3: De voorzienigheid van God en de vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik kan en wil dat beslist niet slecht noemen; want het schaadt niet als de mensheid een gevoelig geweten heeft, en zekere wassingen en het zuiver houden van het lichaam hebben nog nooit een mens geschaad. Maar mij en mijns gelijken mag men deze niet opleggen als voorschriften van een god die nergens bestaat! Ik en mijn metgezellen weten hetgeen wij weten en niemand kan ons ten laste leggen dat wij voor onze zuivere wetenschap ooit leerlingen hebben geworven. Maar het zal ons toch in het geheim tenminste wel geoorloofd zijn, dat wij een X niet voor een U houden?! Wij zullen nooit iemand te na komen, omdat wij allen mensenvrienden zijn; maar wij vragen ook om ons met rust te laten. Waarom geven de priesters in Jeruzalem nu voortdurend af op ons Essenen? Laat hen zijn wat zij zijn, en wij wat wij zijn; want zij zijn voor het forum van het zuivere verstand geen haar beter dan wij, - en wij uiteraard ook niet beter dan zij. Wij vervloeken hen echter niet, maar betreuren alleen hun grove blindheid. Maar wie geeft hun het recht ons te vervloeken, terwijl wij ons toch zelf de moeilijke opgave gesteld hebben nooit een mens te oordelen en te gronde te richten, maar alleen iedereen met raad en daad te helpen?!
Hoofdstuk 34: Roclus vergelijkt menselijke met goddelijke daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Jij bent volgens de Schrift van de joden een van de grootsten in de hemel, en wij staan op deze aarde nog nauwelijks aan de rand van het wiegeleven, en er moet nog zo ontzettend veel met ons gebeuren tot wij , en dan alleen nog maar op deze aarde, de geestelijk volwassen leeftijd zullen bereiken! Wij vragen je daarom om ons te verlaten, omdat wij ons nu aan jouw zijde te zeer als niets moeten beschouwen! Jij hebt bij ons zeker niets te winnen en wij bij jou, in verhouding tot wat jij bent en waartoe je in staat bent, ook zoveel als niets!"
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Nu gebeuren er wonderen vanwege de verstokte joden en heidenen, opdat uiteindelijk niemand kan zeggen dat er bij de openbaring van deze nu geheel nieuwe leer geen tekenen uit de hemelen hebben plaatsgevonden die deze openbaring bevestigen. In die toekomstige tijden echter zullen de mensen meer naar de volle waarheid vragen en niet meer zozeer naar wonderbaarlijke bevestigende tekenen, waarvan de wijzen zullen zeggen dat ze hetgeen wit is niet zwart kunnen maken en dat waarheid ook zonder deze wondertekenen waarheid blijft.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar wel moet je er toch altijd de grootste aandacht aan besteden, dat het volk vooral niet meer onderwezen wordt dan slechts in zoverre, dat iemand hooguit zoveel van de taal weet dat hij onze woorden kan begrijpen. Als ze maar iets meer leren, dan zullen er meteen mensen zijn die vragen stellen, omdat ze over allerlei dingen iets willen weten! En als mensen vragen beginnen te stellen, dan bewijst dat, dat ze ook al zijn begonnen na te denken; priesters en een door hen moreel beheerst, denkend volk gaan eeuwig nooit samen!
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...