Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 4 van 366

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] Het bed werd omringd door twee wenende, overigens zeer lieftallige dochters van de stervende en nog een aantal tantes en nichten, die snikten en weenden zoals het bij zulke gelegenheden altijd gebruikelijk is. Onze gids, als zoon des huizes, weende ook mee en vergat van louter droefenis mijn vader te vragen of er nog iets aan te doen was of niet.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mijn vader zei daarop: ' Als een andere arts een zieke reeds tot aan de dood heeft gebracht, dan moet iemand zoals ik weer een wonder verrichten! Daar zou ik het ook wel mee eens zijn als dat maar meteen overal mogelijk was! Ik zal met mijn enige zoon, die hier bij mij staat, en die mij moet begeleiden omdat hij de gave bezit geesten te zien en in geval van nood zelfs met hen te spreken, dan nu maar met je meegaan en zien wat er mogelijkerwijs aan gedaan kan worden. Als je echter een paar muildieren meegenomen zou hebben, die jou vlugger hierheen en ons nu sneller naar hem toe gebracht zouden hebben, dan zou een genezing gemakkelijker geweest zijn. Maar mochten zich bij hem nu reeds de hippocratische doodstekenen vertonen, dan is genezen niet meer mogelijk; want tegen de macht van de dood is geen kruid gewassen, niet op de Alpen en nog minder in een of andere tuin.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Mijn vader zei: 'Ja, hij heel zeker; maar hij was niet je vader, maar alleen je vaders vleselijk omhulsel! Maar mijn zoon, die een volmaakt geestenziener is, kan je iets anders vertellen; ga het aan hem vragen, dan zal hetgeen hij je vertelt over wat hij hier gezien heeft, je veel plezier doen!'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Lazarus' zoon wendde zich toen tot mij, als zoon van mijn vader, en vroeg mij wat ik als zoon van de dokter hem wel tot zijn troost zou kunnen zeggen. En Ik vertelde hem haarfijn en heel uitvoerig wat ik allemaal gezien had. Er waren veel luisterende oren om mij heen, maar weinigen met een zo'n gelovig hart als onze Jonge Lazarus. Hoe langer ik hem vertelde over wat ik gezien had, des te opgewekter werd zijn gezicht, wat ook zijn beide zusters, die nog in hun prille vrouwelijke jeugd waren, weldra bemerkten, waarop ze hem vroegen wat de oorzaak was van zijn plotselinge opgewektheid. Lazarus wees naar mij en zei er verder niets over.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Toen ging ik naar mijn vader en vertelde hem dat ik even tevoren een voorname geest gezien had die de kamer binnenkwam, mij wenkte en zei dat de kinderen van Lazarus zich gereed moesten houden, want de geest van hun vader zou nog één keer komen en hen zegenen en een grote belofte geven. Ik zei ook tegen mijn vader dat hij dat aan de drie moest vertellen; en mijn vader deed dat. De zoon van Lazarus en zijn beide nog heel jonge zusjes, meisjes van veertien en zestien jaar oud, verheugden zich daar erg op.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Reeds bevindt de Heer zich als een zoon van arme ouders lichamelijk op deze aarde. Hij, de Eeuwige, de Heiligste, is reeds begonnen met het grote verlossingswerk. Hij wil voor alle mensen van deze aarde die van goede wil zijn, voor eeuwig een Vader zijn. Voortaan zullen de mensen van deze aarde geen onzichtbare, eeuwig onbereikbare, maar een bereikbare en altijd zichtbare Vader hebben. En deze God, Die alles wat zich in de eeuwige oneindigheid bevindt, geschapen heeft, zal in dit huis in en uit gaan. Behoed jullie hart daarom voor onzuiverheid, opdat dit huis waardig zal zijn Hem te ontvangen, Die hemel en aarde niet kunnen omsluiten!
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Omdat vader echter zag dat zijn waarschuwend geroep naar de knaap totaal zonder uitwerking bleef, verwijderde hij zich van de onbetrouwbare boom, kwam weer bij mij en vroeg mij of ik nog steeds hetzelfde zag. Volledig naar waarheid bevestigde ik de vraag en bezwoer dat de knaap onvermijdelijk een ongeluk moest krijgen als hij niet meteen uit de boom werd gehaald. Mijn vader zei: 'Ja, mijn zoon, wat kunnen we daaraan doen?! Een ladder hebben we niet en door te roepen komt de knaap niet uit de boom, we zijn daarom gedwongen af te wachten wat God de Heer over deze ongehoorzame knaap zal laten komen.
Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Toen de lelijke eenden op deze wijze verdwenen waren, tilde de aap het geraamte uit het water en zette het, binnen mijn gezichtsveld, op ongeveer vijf passen van de poel op een mooi stukje gras en zei toen: 'Vader, hoort u in uw behoeftige toestand mijn stem, hoort u wat ik zeg?' Toen knikte de dode schedel van het zittende geraamte en gaf daarmee duidelijk te kennen dat het de woorden van de zoon hoorde en zeker ook begreep.
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Maar door zijn liefde begint ook de dode vaderziel nieuwe levenswortels te krijgen. Dat geeft de zoon nog meer liefde en meer kracht en daarmee trekt hij zijn vader weg van de plaats van zijn ondergang en zijn verderf en brengt hij hem op het droge, waar door de liefde van de zoon zich ook voor het toekomstige bestaan van de vader een vaste grond voor rust ontwikkelt en door trouwe liefde aanwezig is. Maar omdat de liefde van de zoon groeit, wordt ook zijn licht sterker; door dat licht ziet hij hoe ontoereikend zijn kracht is en hij richt zich met klem tot God en vraagt, of Hij zijn vader wil helpen. En de hulp Iaat niet op zich wachten; er komt kleding en de kracht om verder te komen in een betere en meer volmaakte levenssfeer, waar de ziel van de vader, gevoed door de steeds groeiende liefde van de zoon, weer geestelijk vlees en bloed krijgt en uiteindelijk op die wijze in staat is God te herkennen en binnen te gaan in Zijn orde, -wat bij zelfmoordenaars altijd iets heel moeilijks is."
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Vader zei tegen mij: 'Zoon, spreek je wel de volle waarheid? Want zo wordt het mij toch wel wat al te bont!'
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wij slaan onze kinderen nooit, ook dieren niet; maar wij hebben geduld en kunnen wachten en oefenen onze kinderen voortdurend in alles wat wij goed, waar en noodzakelijk vinden. Zodra onze kinderen groot, krachtig en verstandig worden, behandelen wij hen niet meer als onze levenslange slaven, maar als onze broeders en als mensen die helemaal gelijkwaardig zijn aan ons, en die net als wij, ouders, met alle levensrechten uit Gods hand zijn voortgekomen. En toch houden onze kinderen heel veel van ons en nooit doet welke zoon of dochter ook ooit onrecht tegen vader of moeder!
Hoofdstuk 208: Verschillende zeden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Je hebt heel goed gesproken! De Vader is in alle overvloed in Mij; maar Ik in Mijn gedaante als mens ben toch slechts een zoon van Hem en weet in Mijn ziel ook alleen maar dat, wat Hij Mij openbaart! Wel ben Ik de vlam van Zijn liefde, en Mijn ziel is het licht uit het vuur van de liefde van de Vader; jullie weten immers hoe het licht altijd en overal wonderbaar werkt!
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ja, de Vader is reeds van eeuwigheid in Mij, maar Zijn innerlijk openbaart zich ook alleen maar dán in Mijn ziel, wanneer Hij dat Zelf wil. Toch weet Ik alles wat van eeuwigheid in de Vader was; maar de Vader heeft toch nog heel veel in Zijn innerlijk waarvan de Zoon niets weet. En als Hij dat wil weten, dan moet ook Hij de Vader daarom vragen!
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar weldra komt het uur, waarop de Vader in Mij ook met Zijn diepste kern volledig één wordt met Mij, de enige Zoon van eeuwigheid, zoals ook de geest van de Vader in jullie zielen binnenkort volledig één wordt met de ziel die nog in jullie lichaam zit, en pas dan zal jullie door de geest van de Vader alles zichtbaar worden wat voor jullie nu nog onmogelijk zichtbaar gemaakt zou kunnen worden! En zo weet de Vader in Mij nu nog heel veel, wat de Zoon niet weet! - Begrijpen jullie dat goed?"
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Als jullie dit beeld nu wat nader willen bestuderen, dan moet het jullie toch enigszins duidelijk worden, wat eigenlijk de 'Vader' en wat de 'Zoon' is, en wat de ziel is en wat de geest in haar is! - Zeg Mij nu, of het jullie nu nog niet bijna helemaal duidelijk is!"
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...