Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

122 resultaten - Pagina 4 van 9

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9
[23] Toen verwijderden de jonge mannen zich en beraadslaagden onder elkaar wat er te doen viel. "Want", zeiden zij tegen elkaar, "als hij dan zo machtig is, waarom gaat hij dan niet zelf? Want dwaas zijn is gemakkelijker dan vechten en in blinde woede dreigen is makkelijker dan uitvoeren. Want wat hij heeft gezegd, zou ieder van ons ook hebben kunnen zeggen, maar met welk nut? Hoe ver zijn en onze handen reiken, weet en ziet ieder mens; maar wie heeft ooit slechts één vinger van de Koning die boven de sterren woont gezien, zodat hij dan daaraan Zijn hele macht en kracht zou kunnen afmeten? Lamech is slechts een mug ten opzichte van Tatahar en zijn aanhang; en waar is deze en zijn hele schaar van aanhangers? Thans vertegenwoordigen wij met ons zevenen nog slechts zijn hele centrale kracht en wij hebben de onbegrijpelijke macht van de grote, onzichtbare Koning die voorbij de sterren woont gezien en hebben Zijn rede gehoord, waarvan de kracht zo groot is, dat de hele aardbol gebeefd heeft als bij iemand waar de ijzige vorst tot in merg en been is doorgedrongen.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Hierbij blies Abedam in Lamechs ogen; en Lamech zag Ghemela nu in een schitterende lichte gedaante, wier glans onvergelijkelijk veel helderder was dan het centrale licht van alle zonnen.
Hoofdstuk 6: Zuriël als beschermgeest van de pasgetrouwden. De beproeving van de liefde van het nieuwe echtpaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Waarlijk, Ik zeg jullie, reeds de traan van een nog maar pas geboren kind bergt iets in zich dat groter is dan een centrale zon!
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Zo kan ook pas een God uit ons voortkomen als een centrale kracht van het zelfbewustzijn, zoals uit vele waterdruppels een steen voortkomt, maar niet omgekeerd!
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, jullie zijn op de centrale hoogte van de hoofdstamvaderen thuis, en die zijn allen zonder uitzondering immers zeer goed bekend bij alle bewoners van de hoogte; dus zijn jullie ook bekend, omdat jullie, zoals gezegd, thuis zijn bij de hoofdstamvaderen! Wanneer Ik jullie dus ook heel goed ken, wat voor wonder is dat dan wel?
Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Maar Mira was nooit een zondares. Daarom was ook haar liefde als de gloed van een centrale zon, en haar tranen waren als zonnen die hun planeten verlichten.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Satan deed hierop zijn mond open en sprak: 'Luister, jij trotse knecht van God op het stofje `aarde'! Ik kan de Schepper van alle dingen het antwoord op iedere vraag schuldig blijven, terwijl Hij mij toch een onverwoestbaar lichaam met de hoogste gevoeligheid kan geven om me dan als eeuwige straf in de meest ontzettende pijn en kwelling van de centrale gloed van Zijn toornvuur te storten, en jij, nauwelijks waard een atoom van het stof aan het stof van de stof genoemd te worden, wil mij, aan wie nog de hele zichtbare schepping ten dienste staat en moet staan - als ik het maar wil -, jij wilt mij dwingen je mijn plannen te onthullen die ik reeds sinds eeuwigheid bij mijzelf heb vastgesteld?! O jij ellendige worm van het stof]
Hoofdstuk 86: Satans grootspraak; op listige wijze verdraait hij de beloften van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] In het onderhavige werk De geestelijke zon bezitten wij een hoofdwerk over het hiernamaals. Het werd door Jakob Lorber opgetekend in de periode van november 1842 tot december 1843, aansluitend aan de beschrijving van de natuurlijke zon. Terwijl het werk De natuurlijke zon ons in de wondere wereld voert van onze 'eigen' centrale ster en van dit hemellichaam een nauwgezette beschrijving geeft van zijn gesteldheid, zijn natuurrijken en van zijn bewoners, gaat het tweedelige werk De geestelijke zon ver buiten de grenzen die de natuur getrokken heeft.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] In steeds aangrijpender beelden en scènes wordt ons een blik gegund in de geheimenissen van de schepping van de natuurlijke aarde tot aan de centrale zonnen. Daarenboven openbaren zich uit de sferen van deze verlichte geesten samenhangen tussen de zichtbare werelden van het universum en die van het onzichtbare geestelijke Al, welke zich lenen om het beperkte wereldbeeld van vandaag fundamenteel om te vormen en tot een overtuigende helderheid te brengen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Wie ooit een uurwerk heeft bekeken, zal hebben ontdekt dat daarin drie dingen praktisch dezelfde beweging maken. Het eerste is het capsulewiel waarin de drijfveer zit opgeborgen, het tweede is het hoofddrijfwiel dat door middel van de ketting met het veercapsulewiel is verbonden en het derde is het centrale spilwiel dat de wijzers op de wijzerplaat in beweging zet.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiële verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Waarmee correspondeert dan het tweede wiel dat dezelfde beweging maakt en dat door middel van een ketting met het veerwiel is verbonden? Dit wiel komt overeen met de wijsheid, die uit de liefde haar leven ontvangt en dus ook daarmee in nauwste verbinding staat. Waarmee correspondeert het centrale hoofdspil wiel? Met de eeuwige ordening, die uit de eerder genoemde twee wielen duidelijk naar voren komt en waardoor het hele mechanisme in al zijn delen zo wordt ingericht, dat alles zich tenslotte moet schikken voor het bereiken van het hoofddoel, dat vanuit de liefde en de wijsheid juist in deze ordening tot uiting komt. Kijk, nu hebben we reeds het geheel. Het spilwiel is gevonden en heet ordening. Langs deze spil zullen we dus ook omhoogklimmen en de grote, uiteindelijke bestemming van de dingen aanschouwen, zoals deze tot uiting komt precies in overeenstemming met de eeuwige liefde, wijsheid en de uit beide voortkomende orde.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[26] Wat betekende in dit opzicht dan de Heer voor hem? Was Hij wel de centrale liefde in het hart van zo'n man of was Hij niet veeleer slechts een kalmeringsmiddel, een dekmantel voor de geleden pijn en dus ook een genezende pleister daarvoor? Nu kunnen jullie zeker niets anders zeggen dan dat de Heer hier slechts het tweede was, namelijk middel, dekmantel en pleister. Maar wie kan zeggen dat een liefde uit dankbaarheid gelijkwaardig is aan de fundamentele liefde van het hart?
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie hebben je er voldoende van overtuigd toen wij ons in die centrale zon bevonden en daar wonderlijke dingen hebben gezien. Waar bevond zich deze zon? In jullie zelf. Waar zijn wij nu? Ogenschijnlijk weliswaar op de geestelijke zon, maar in werkelijkheid in onszelf.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[24] Ik denk dat we aan dit onderwerp niet veel woorden meer hoeven te besteden, want jullie kunnen uit dit alles wel voldoende opmaken dat ten eerste zelfs een centrale zon, ondanks al haar lichtintensiteit, nog heel geschikt is om vrij levende wezens te dragen, en ten tweede het bijna voor de hand ligt dat de menselijke wezens die op zo'n wereld leven, heel zacht en mooi moeten zijn omdat zij daarzonder op zo'n wereld niet zouden kunnen bestaan. - Nu we dit weten, kunnen we ook wel met deze buitengewoon mooie mensen nader in contact treden.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9