Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2482 resultaten - Pagina 4 van 166

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Dan zegt Cornelius: ' Als dat zo is, dan mag je van mij boven alles van deze vriend houden, want degene die jou, terwijl je dood was, door zijn kracht en macht het leven kon geven, zal je nooit kwaad kunnen doen; want als je weer zou sterven, dan zou hij je zeker het leven weer teruggeven! Dus mag je Hem gerust boven alles liefhebben, zoals ik Hem ook uit de grond van mijn hart lief heb!'
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En hun ogen werden geopend (Matth. 9:30), zodat ze alle dingen net zo goed zagen als ieder mens die volledig gezonde ogen heeft. Toen ze nu de weldaad van het licht der ogen ondervonden en met grote verbazing de schepping begonnen te bekijken, dachten ze echter ook bij zichzelf, dat ze Mij de hoogste en nooit eindigende dank schuldig waren, en daarom wilden ze Mij alles geven wat ze door hun bedelarij verkregen hadden. Want van nu af aan zouden ze nooit meer bedelen, maar met de kracht van hun gezonde handen in hun onderhoud voorzien.
Hoofdstuk 130: Nazareth. De twee blinde bedelaars. (11.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] In hun grote angst zagen de Farizeeën nu wel in, dat niemand medelijden met hen had en een goed woordje voor hen wilde doen bij de overste, die over geheel Galiléa het Romeinse, meestal onverbiddelijke, scherprecht uitoefende. Ze vielen daarom, bij elkaar zo'n dertig man, voor de overste op de knieën, zwoeren dat ze het echt zo kwaad niet hadden gemeend met hun eerdere opmerkingen tegen Jezus, en dat ze daarmee alleen maar op een wat indringender manier duidelijk hadden willen maken, dat de onmiskenbare kracht van God in Jezus, de Meester van alle Meesters, ook de opperste van de duivels aan zich dienstbaar kan maken en moet maken; want het zou toch erg droevig voor de mensen zijn, als God geen macht over de duivel zou hebben. Daar in Jezus zonder de geringste twijfel de allerhoogste macht en kracht van God aanwezig was, moest deze zowel over alle duivels als over alle engelen macht hebben en hen zonder uitzondering tot absolute gehoorzaamheid kunnen dwingen! 'Wij wilden daarom met het gezegde, dat hij die duivels met behulp van hun aanvoerder uitdreef, alleen maar zeggen, dat zijn kracht van God sterker is dan alles, wat in de hemel, op de aarde en onder de aarde is. Als u nu begrijpt, hoge gebieder van Rome, dat wij alleen maar dit en beslist niets anders hebben bedoeld met wat we zeiden, en dat we daarvoor ter dood zijn veroordeeld, hoe is het dan mogelijk, dat u ons zo hebt kunnen veroordelen? Wij vragen u daarom in de naam van de goddelijke Meester Jezus, of u zeer genadig uw uitgesproken oordeel weer in wilt trekken!'
Hoofdstuk 131: De genezing van de bezeten doofstomme man. (12/13.12.1851) In het Galilese hongerdorpje. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ten overvloede kunt u nog de religies van vreemde volken nemen, zoals van de Turken, de Parsen, Hindoes, Chinezen en Japanners! Hoe zeer zij ook afwijken van Het geloof dat Ik alleen aan de kinderen uit de hemel der hemelen gaf, toch is ook in hen, hoewel veel dieper verborgen, dezelfde geest van God als een sturende kracht aanwezig!
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Judas zegt weer: 'Ja, als we al doodgeslagen zijn, dan zult U wel komen! Als U ons nu toch al de macht over de boze geesten hebt gegeven en de kracht om alle ziekten te genezen, waarom geeft U ons dan ook niet daarbij de macht over de slechte mensen, waarvan er niet zelden één slechter is dan alle boze geesten, die zich ooit als parasiet in de lichamen van de mensen genesteld hebben? Geef ons de macht om vuur uit de aarde op te roepen onder de voeten van hen, die ons vervolgen, en wij bekeren in korte tijd de hele wereld voor U!'
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Hoewel de ruimte dus in der eeuwigheid nergens eindigt en daarom in de ware zin des woords naar alle kanten oneindig is, is er toch in de eindeloze diepten en verten van de ruimte geen puntje, waar de geest van de wijsheid en macht van God niet net zo aanwezig is als hier nu bij jullie op deze plaats. De echte kinderen Gods, die door de ware liefde tot God, de eeuwige heilige Vader, en ook door de zuivere liefde tot de naaste gekend worden, zullen in het hiernamaals in het grote Vaderhuls de macht en kracht krijgen om in de eeuwig nooit te vullen ruimte steeds meer nieuwe scheppingen te creëren.
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En pas deze nieuwe mens in jullie zal je duidelijk vertellen, dat Mijn woorden werkelijk Gods woorden zijn, die nu en in alle tijden der tijden dezelfde macht, kracht en uitwerking hebben als eeuwigheden terug; want alles wat je ziet, voelt, ruikt, proeft en hoort, is oorspronkelijk slechts het Woord van God,
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik mag en Ik kan met Mijn wil niemand Mijn kracht en macht schenken, tenzij iemand komt en ze zelf neemt; want Ik zal niemand ooit verhinderen zich naar eigen keus van het leven te beroven of het oordeel over zich af te roepen, en zo kan men ook Mijn macht en kracht nemen als men die voor een goed doel nodig heeft.
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dan komt God weer en helpt de mens verder, als deze uit de hem gegeven en dus eigen kracht genoeg gedaan heeft op deze tweede dag van zijn geestelijke leerschool. En die verdere hulp bestaat daarin, dat het licht in de mens versterkt wordt, waardoor het als een voorjaarszon, niet alleen door de grotere lichtsterkte maar door de juist daardoor veroorzaakte warmte, alle zaden die in het hart van de mens gelegd zijn begint te bevruchten.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als -- het buitenste vat voldoende ontwikkeld is, waartoe God het overvloedig voorziet van alle nodige bestanddelen en eigenschappen, dan wekt of liever ontwikkelt God Zijn ongeschapen eeuwige geest in het hart van de mens. De kracht van deze geest wordt door Mozes bedoeld, als--hij spreekt over de twee grote lichten die aan het uitspansel geplaatst worden en dat hebben alle aartsvaders en profeten ook altijd zo bedoeld.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Waar komen de wetten vandaan? Soms van een andere plaats dan waar de wil van degene vandaan komt, die de macht en de kracht heeft om wetten te geven en ze te handhaven?! En heeft iedere mens niet de volledige zeggenschap over zich zelf en kan hij niet doen wat hij wil? Als hij de opgelegde wetten wil respecteren, dan zal hij er zeker geen moeite mee hebben om zich daaraan te houden; wil hij dat echter niet, dan is zijn wil een tegenstrijdige wet en dan moet hij zich uiteindelijk de sanctie van de opgelegde wet laten welgevallen.'
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Zoek het maar eens in de geschiedenis op of er ooit een mens met zo'n wonderkracht en macht toegerust op aarde is geweest! Mozes heeft wel veel gedaan door de macht van God, die hij kreeg door de kracht van zijn geloof, net als Abraham deze kreeg door de grote belofte! Maar hoe klein zijn de wonderen van Mozes vergeleken bij die, die deze Jezus ons nu Iaat zien!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Jullie willen na God wel de eersten zijn, en je verlangt van ons mensen een goddelijke verering; maar wij zeggen je, dat jullie voor ons de laatsten zijn. en honderdmaal erger dan alle heidenen! Want voor ons welzijn doen jullie mets; je werkt niet, en die bij jullie in de school komen, worden na verloop van een paar jaar zo dom en somber, dat geen engel zonder speciale macht en kracht van God ze weer normaal zou kunnen maken! En dat is altijd nog het beste deel van al jullie zorgen en moeiten voor wat ons welzijn moet heten!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De Griek zegt: 'Hij hief zijn ogen alleen maar op naar het firmament, en scheen op een bepaalde manier kracht daaruit op te nemen; maar Zijn blik was als die van een groot veldheer die millioenen mensen en dieren op zijn wenken gehoorzamen moeten! In Zijn gezicht zag je iets heel vriendelijks, maar tevens sprak daar een ernst uit die mijn ogen nog nooit zo hebben gezien. Ik ben blij dat Hij mij niet recht in de ogen heeft gekeken, want werkelijk, dat geef ik openlijk toe, ik zou zijn blik niet hebben verdragen! En toch trok het mij met onbegrijpelijke kracht naar Hem toe, en ik had die niet kunnen weerstaan als Baram Hem niet voor de morgenmaaltijd had uitgenodigd!'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar wat de tovenaar betreft, die heeft met dit alles totaal niets te maken; want hij en zijn leerlingen en Baram zijn waarschijnlijk de enige Joden in deze plaats! Dat hij inderdaad een magiër zou kunnen zijn zal ik niet bestrijden; maar dat hij zijn kracht van Beëlzebub heeft dat zou ik niet durven beweren, hoewel ik daarmee jullie mening niet wil beïnvloeden. Ga er nu zelf eens heen en praat met hem en overtuig jezelf overal van!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...