Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

283 resultaten - Pagina 4 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[10] Mensen hebben hier op deze aarde, afhankelijk van de klimatologische bodem en wateromstandigheden, verschillende talenten en eigenschappen. De een is reuze sterk, de ander zwak als een vlieg. De een heeft een scherp verstand, en een ander is daarbij vergeleken dom als de nacht. De een heeft de scherpe blik van een arend en zijn naaste is blind. De een heeft, dank zij zijn grote scherpzinnigheid een ongelooflijk opmerkings - en combinatievermogen, dringt gemakkelijk door in alle diepten van de werking van de geheime natuurkrachten, en is weldra in staat deze op kleinere of grotere schaal na te bootsen, en andere mensen die deze eigenschappen niet hebben, verbazen zich over hem en zien hem haast voor een god aan. Weer anderen kunnen duizend jaar de altijd actieve en bezige natuur bestuderen zonder iets te vinden, en zij vinden ook niets uit, hoewel zij toch ook mensen zijn.
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wij mensen zijn duidelijk door een grote macht en kracht in het leven geroepen. Dat leert ons ons zelfbewustzijn. Wie echter die kracht is en hoe zij er uit ziet, is een heel andere vraag. Wij komen hoogstens te weten dat zij ergens moet zijn, omdat iedere werking toch een oorzaak moet hebben. Maar waar zit die oorzaak, wat is het, hoe ziet die er uit, en hoe werkt en handelt zij? Wie kan haar zoeken, wie kan haar vinden, en wie kan haar stem horen en haar wil, en wie kan haar gezicht zien?
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Dat kunnen jullie zeker doen; maar als jullie dat toch willen, schrijf het dan in meerdere exemplaren, opdat het meer algemeen wordt, en het ene en eerst geschreven boek -vooral bij de zeer bijgelovige heidenen niet een soort magische werking krijgt, waardoor de waarde van de inhoud misvormd zou worden en de mensen letterlijk vrees voor de heiligheid van zo'n boek zouden krijgen, het van louter eerbied niet meer zouden durven lezen, en tenslotte zelfs zover zouden komen, te geloven dat enkel de verering van zo'n relikwie de mensen al de hemel op zou leveren! Als er echter verscheidene gelijke boeken bestaan, is zo'n verbastering niet zo gemakkelijk meer mogelijk.
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Deze man, die er heel onopvallend uitzag, vroeg ik toen zo in vertrouwen wat zijn mening over de goden was. Toen zei hij: 'Op de manier waarop ze nu door jullie bekeken en vereerd worden, zie ik er helemaal niets in, want zij bestaan nergens, noch in de natuur en nog minder in het een of andere rijk van zielen en geesten. Hun beelden zijn slechts mensenwerk, en de menselijke fantasie gaf er vorm aan. In de oudheid waren het alleen maar overeenkomstige voorstellingen van de bijzondere, uit de werking der natuurkrachten bekende, eigenschappen van de ene, eeuwig ware God, die de huidige mensen echter nu niet meer kennen.
Hoofdstuk 134: Het verhaal van de hoofdman over de wijze Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Zo kent ook de geest van de planten heel precies die stof in het water, in de lucht en in de aarde, die bevorderlijk is voor zijn specifieke individualiteit. De geest of de natuurziel van de eik zal nooit ofte nimmer de stof naar zich toetrekken, die de ceder voor zijn bestaan en wezen nodig heeft. Wie brengt een plant immers bij om steeds alleen de voor haar bestemde stof naar zich toe te trekken? Kijk, dat is allemaal de werking van de hoogste en algemene levensintelligentie van de ruimte; hieruit put iedere planten en dierenziel de voor haar speciaal noodzakelijke intelligentie en is vervolgens volgens de aanwijzing daarvan werkzaam.
Hoofdstuk 29: De verhouding tussen de wezens en de universele intelligentie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] En nu kort en goed: geen enkel uiterlijk reinigend middel heeft een heiligende werking op de innerlijke mens, maar alleen het levende geloof in de waarheid, en de liefde en goede werken daarvan. - Hebben jullie dat nu begrepen?'
Hoofdstuk 40: De betekenis van brood en wijn; over de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] En LAZARUS zei tegen Mij: 'Maar Heer, toch is er echt iets vreemds met de Romeinen, en met name met Agricola, die gisternacht zo spraakzaam was! Vandaag is de spraakzaamste zo stil als een muis en allen houden ze het gisteren door U gedane buitengewone teken voor een droom; en het mooiste is dat ze natuurlijk allemaal precies dezelfde droom tot in detail aan elkaar vertellen! Een deel zoekt de oorzaak bij de werking van de wijn, die beslist betoverd moet zijn geweest; Agricola zegt echter dat de droom ontstaan is doordat hun fantasie zich al teveel bezig houdt met de beroemde jood, en daardoor bij allen tegelijk, zonder dat zij zich daarvan bewust waren, dat beeld geschapen heeft dat hen allen gedurende deze nacht heeft beziggehouden. Maar het allermooiste is, dat zij eigenlijk helemaal niet weten hoe zij in deze bergherberg gekomen zijn! Ik zei tegen Agricola, dat zij al vrij laat op de avond door een jong meisje naar boven gebracht waren; maar nu kunnen zij zich ook dat niet meer herinneren! Ja, laat iemand maar proberen deze mensen te begrijpen, - ik weet er geen weg mee!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik weet wel dat de mensen als gevolg van hun grote blindheid nu en al sinds lange tijd met name bij het sterven heel veellijden, en wel ten eerste omdat ze voor het grootste deel geen enkele zekerheid hebben over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en zeer velen reeds het geloof van de Sadduceeën aanhangen, en in de tweede plaats omdat de mensen door hun uiterst ongeregelde leefwijze hun lichaam met allerlei onreine geesten hebben gevuld, waaruit mettertijd onvermijdelijk ook allerlei verschrikkelijke en pijnlijke ziekten moeten ontstaan, die een vroege dood tot gevolg hebben. En daarom ben Ik ook Zelf in het vlees op deze aarde gekomen, om de mens de wegen te laten zien die hij moet bewandelen om zich er ten eerste weer echt bewust van te worden dat en hoe zijn ziel, zijn eigenlijke ik, na de dood van het lichaam verder leeft, en ten tweede om te laten zien hoe hij, zolang hij op deze aarde moet leven, tot op hoge leeftijd gezond en krachtig blijft en zijn heengaan niet vreselijk en pijnlijk verloopt, maar hem blij en zeer gelukkig maakt. En zo kan Ik jullie als Heer van het leven de volledige verzekering geven, dat degene die -volgens de werkelijke betekenis van het woord! -Mijn brood zal eten en Mijn wijn zal drinken, de dood niet zal zien, voelen en smaken. Met andere woorden: wie volgens Mijn leer zal leven, zal haar alles zalig makende werking ook ondergaan. -Ik denk dat jij, Mijn schriftgeleerde vriend, deze dingen nu anders zult begrijpen dan voorheen?'
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei Ik: 'Goed, luister dan naar Mij! Jullie hebben allebei juist en waar gesproken; maar van nu af aan ben ook Ik de mening toegedaan die vriend Marcus uitgesproken heeft, omdat die helemaal aansluit bij de aard en het juiste bewustzijn van een mens en daarom ook bij Gods wijsheid en orde, maar daarom verwerp Ik jouw visie nog niet. Maar jullie priesters moeten van de sabbat niet een dag met een bepaalde magische werking maken en de mensen harde straffen opleggen als ze, wanneer het niet anders kan, op de sabbat hun brood moeten verdienen. Want een noodzakelijke daad, en in het bijzonder wanneer die duidelijk onbaatzuchtig gedaan wordt tot heil van de arme broeder, ontheiligt de sabbat niet alleen nooit, maar heiligt die duizendmaal meer dan al het ijdele geschreeuw in de tempel en in de synagogen.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar degenen die de sabbat zullen heiligen op de manier zoals de tempeldienaren het nu doen en al sinds lange tijd hebben gedaan, en die de sabbat een bepaalde magische heiligende werking toeschrijven, evenals aan bepaalde feestdagen en dagen van nieuwe maan, die moeten door de vurige vloed van Mijn gerechtvaardigde toom verteerd worden! -Ook dat heeft de Heer nu gesproken, voor wie alle dagen, weken, maanden en jaren volkomen gelijk zijn.
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Verder is het verbranden van hout, stro, olie, hars, nafta, zwavel en alle brandbare stoffen niets anders dan een werking van het 'elektron'. Het gloeien en smelten en zelfs het eventuele verbranden van metalen en alle mineralen gebeurt langs dezelfde weg, al naargelang de toenemende graad van activiteit van de in hun rust gestoorde ethergeesten. Wanneer deze ononderbroken in zo'n activiteit gebracht worden, zoals die waarvan een bliksem blijk geeft, da~ .vernietigen ze alle materie en lossen die volledig op in haar oorspronkelijke element, dat van etherische geesten. Maar bij het verbranden, van hout, olie en hars bereiken ze nooit zo'n uiterst hoge graad van activiteit, omdat ze daarbij in hun activiteit belemmerd worden doordat ze steeds in gevecht zijn met de grovere, in de materie gebonden natuurgeesten.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na een poosje vroeg de hoofdman weer aan Rafaël: 'Luister eens, onze jonge, mooie en hooggeëerde vriend, er is mij zojuist ten aanzien van de werking van het 'elektron' nog iets te binnen geschoten, en ik zou graag in het kort van jou horen of de verschijnselen van de winter ook een gevolg zijn van de werkzaamheid van de ethergeesten, en hoe.'
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na een uur maakte Rafaël hen weer wakker in hun natuurlijke toestand, en allen bedankten eerst Mij, omdat Ik dat toegelaten had, en daarna ook Rafaël, omdat hij hun deze weldaad bewezen had, die hun zo helder en diepgaand inzicht had gegeven over de ware gestalte en beweging van de aarde, alsook over het bestaan en de werking van de natuurgeesten.
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Een klein beekje stroomt slechts over een kort traject, tot het zich verenigt met een grotere beek, die vervolgens al over een veel grotere afstand moet stromen voor hij in een grote rivier uitstroomt; maar de rivier moet daarna al door wijde en grote gebieden stromen, voor hij één wordt met de zee, en deze omstroomt en omspoelt vervolgens de hele aarde. Met haar zout, dat door de werking van de winden en stormen in een zeer fijne dampvorm wordt opgelost en zo de hele lucht van de aarde vervult, doet de zee ook het vasteland en alle natuurlijke schepselen erin en erop opleven.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar wat is een appel als lichaam, vergeleken bij het grote lichaam van de aarde? Kijk, dat bezit ook zo'n kracht in zichzelf, dat het het water en ook alle andere vrije lichamen zodanig naar zich toe kan trekken en kan vasthouden, dat nog geen zonnestofje zich ervan kan verwijderen! Die kracht neemt toe met de grootte en de zwaarte van de lichamen en de werking daarvan reikt veel verder dan de oppervlakte van de aarde; zo wordt ook de maan nog zodanig door deze aarde vastgehouden, dat ze op aarde zou neervallen als dat niet verhinderd werd door haar middelpuntvliedende kracht, die haar om de aarde doet draaien.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19