Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13452 resultaten - Pagina 4 van 897

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] In Rome geldt de strenge regel: 'Een strenge wet maakt ook strenge en ordelievende mensen.' Daarom is er dan ook totaal niet met ons te marchanderen, en iedereen heeft, zonder onderscheid des persoons, te doen wat de wet voorschrijft! Nu weten jullie hoe ik over de wet denk. Volg dat na, dan ben je vrij onder de wet; doe je het echter niet, dan zal de wet je zonder genade oordelen, omdat het een wet is.
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Nadat hij door twee dragers de jichtlijder in een korf door het sterke gedrang heen bij Mij had laten brengen, zei BORUS luid tegen het volk: "Deze zieke is alleen door God te helpen! Ik ben toch wel een van de beste dokters van heel Galiléa, en er komen zieken van Jeruzalem en Bethlehem naar dokter Borus, en hij geneest hen; maar deze kan hij niet helpen! U, heilige vriend Jezus, vraag ik echter, omdat bij mijn weten en geloven U geen ding onmogelijk is, om, als het Uw wil is, deze mens weer rechte ledematen te geven!"
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: "Helemaal niet! Ga en win over alles inlichtingen in; en als u weer hierheen zult zijn gekomen, stel uw broeders en collega's dan op de hoogte van alles, wat u gehoord en gezien heeft! Kom terug als u deze opdracht met goed gevolg uitgevoerd heeft, en volg Mij! Want u zult wel te weten komen waar Ik op dat moment ben! Als u echter door Sibarah, de eerste tolplaats hiervandaan, en dan door Kis en Kana in Samaria gaat, en men u zal vragen waarheen en in wiens naam u deze reis maakt, noem dan Mijn naam, dan zal men u overal vrij laten doortrekken. Maar ga niet in het gewaad van een oudste der Farizeeën! Want daarmee zou u wel eens niet ver kunnen komen; trek daarentegen heel eenvoudige burgerkleding aan, dan zal men zich ook in Samaria niet tegen u verzetten. "
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, U weet toch dat wij U boven alles liefhebben en heel goed weten wie en wat U bent; maar ondanks dat kunnen wij her toch vaak niet nalaten ons over een nieuw wonder ook weer opnieuw te verbazen, omdat Uw duidelijkste wonderen meestal zo geheelonverwacht en onvoorbereid komen, dat men ondanks alle begrip en geloof er dan toch wat verbluft bij staat. - Kijk, de zon heeft men toch ook vaak genoeg op en onder zien gaan, maar waar is of waar leeft er een mens met een ook maar enigszins ontwikkeld gevoel, die niet bij iedere nieuwe heerlijke zonsopgang een soort verwondering in zich voelt opkomen?! Weet U, Heer, zo vergaat het ons nu ook! U bent echter oneindig veel meer dan talloze zonsopgangen, en wij hopen dat U het daarom een beetje door de vingers zult zien als wij iedere keer opnieuw met onze U boven alles liefhebbende harten zulke fouten maken waartoe U ons eigenlijk dwingt."
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wij weten dat de Perzen de beste en fijnste sjaals en andere kledingstoffen maken en daaraan ook volgens hun geheime kunst de houdbaarste kleur geven, waardoor hun produkten ook veel waarde hebben. Als je echter heden ten dage naar de markt van Jeruzalem, Sichar of zelfs Damascus gaat, moet je veel vakkennis hebben om niet voor het vele geld, waarvoor men gewoonlijk Perzische stoffen koopt, pure namaak uit onze landen, en dus valse en slechte stoffen te kopen! -Maar wat blijkt hieruit?
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De OUDSTE zegt: "Dat zijn mensen waartegen wij ons toch niet kunnen beschermen. Of ze het gehoord hebben of niet, maakt niets uit! Als zij het aan het volk bekend willen maken, dan hebben ze daarvoor onze bespreking niet nodig, omdat ze zeker ook zonder ons allang maar al te goed weten wat er met de ark in de tempel aan de hand is. Willen zij dat niet, dan zal deze bespreking van ons zeker geen aanleiding daarvoor zijn -en zodoende hoeven we ons in 't geheel geen zorgen te maken! We moeten er nu echter op bedacht zijn, dat wij als ingewijden de betreffende zaak niet ergens uit laten lekken, en als dit eens zal moeten gebeuren, dan zal dat met zeer veel voorzichtigheid gepaard moeten gaan!"
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij echter uit de grot waren gekomen en U die, door Uw macht in Archiël, voor eeuwig hebt laten afsluiten, waren wij zonder brood en wijn, en geen van de dragers kon mij vertellen wie het brood en de wijn van hen had afgenomen. Ik heb het in de grot en ook daarbuiten tijdens die wondervolle momenten niet gezien. Een dag later, toen U Kis verliet, sprak natuurlijk mijn gehele huis alleen maar over U, en -zoals dat met mensen gaat, vooral bij zulke wonderbaarlijke gebeurtenissen -er werden op z'n minst dubbel zoveel daden verteld dan U bij mijn weten verricht heeft! Veel van die verhaalde daden, die men beweerde door U te hebben zien doen, liet ik de vertellers terugnemen en verklaarde ze tot uitvindingen van hun verhitte fantasie en tot vrome leugens. Maar het verhaal over het verdwijnen van het meegenomen brood en de wijn had zelfs mij serieus aan het denken gezet, want ik kon mij echt niet herinneren wat er met het vele meegenomen brood en de wijn was gebeurd, we hadden er niets van gebruikt."
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Zeg maar niets meer, want nu zul je getuige zijn van nog grotere dingen! Maar laat je op het hart gebonden zijn dat je hierover tegen geen mens, zelfs niet tegen Mijn leerlingen, iets vertelt! Want voor hen is de tijd nog lang niet rijp; maar als de tijd daar is, dan zullen zij toch alles wel te weten komen. -Open nu echter de kist zodat wij zien in hoeverre de jongen al vergaan is!"
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen MARIA echter het ongeduld van de leerlingen opmerkte, zei ze tegen hen: " Jullie krijgen toch wat je nodig hebt; waarom proberen jullie dan te weten te komen wat je kennelijk niet nodig hebt? Doe wat Hij jullie zegt en wens niet meer te weten dan wat Hij, als noodzakelijk voor jullie, je laat weten, dan zul je volgens Zijn wil leven en handelen en zeker zijn van je eeuwige loon. Alles wat je tegen Zijn wil wenst, is zonde tegen de Meester, die jullie Heiland is -lichamelijk en geestelijk! Onthoud deze les!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Al gauw legde ik mij echter daarbij neer en dacht: Als God gewild zou hebben dat de mensen net als vogels zouden kunnen vliegen, dan zou Hij hen net als de vogels deugdelijke vleugels hebben gegeven. Maar God zag, dat zo'n eigenschap de mens meer schaden dan baten zou, en gaf hem daarom liever een paar goede en sterke voeten, die hem heel goed van de ene plaats naar de andere kunnen dragen. Ook gaf Hij hem behalve de twee sterke voeten een paar zeer bruikbare handen en het boven alle sterren uitreikende verstand, waardoor hij zich in plaats van een deugdelijk paar vleugels, duizend andere gemakken kan verschaffen, die hem duidelijk meer genoegen kunnen schenken dan vleugels aan een vogel, want het is zeer de vraag of de vogels hun vleugels zo weten te waarderen als de mens zijn voeten, zijn handen en zijn verstand!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] ROBAN zegt: " Ja,ja,je hoeft maar te proberen je aan de wonderdokter te vergrijpen, en het volk, Romeinen, Grieken en Joden, die hem als een God vereren, zullen je dan ook wat weten te vertellen! Ik als oudste van Nazareth zeg je en geef je in vertrouwen een belangrijke raad: Stap in de bescheiden voetstappen van je waardige voorganger Jaïrus, dan zal het je nog geruime tijd goed gaan. Als je echter, zoals nu, al het bovenste onder en het onderste boven wilt brengen, dan kun je snel naar een mogelijkheid omzien om naar Jeruzalem terug te keren! Jaïrus is zelf in Griekse handen. Borus is zijn schoonzoon, hij is de tweede wonderdokter en bezit alle soorten schatten, hij zal je maar al te gauw vertellen waar het op staat! Kortom, probeer het en zeg mij later maar eens of ik je slechte raad heb gegeven!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CHIWAR zegt: " Als je meer wilt weten dan ik weet, wend je dan tot diegenen, die meer weten dan ik. Wat ik wist heb ik je heel nauwgezet verteld. Hoe zou ik je meer kunnen vertellen dan ik zelfweet? Het onderdak was buiten de stad in het huis van Jozef de timmerman. Als je er echter meer van wilt weten, ga daar dan heen! Vergeet echter niet om je rug met iets te beschermen, want aan klappen zal daar zeker geen gebrek zijn! Geloof je soms dat de mensen zo bijzonder veel respect hebben voor mensen zoals wij? Ik zeg je: Niet in het minst! Bij de geringste onbezonnenheid kan men zijn klappen uitgemeten krijgen, en geen God haalt ze dan nog bij je weg! Zoals gezegd, je hoeft het maar één keer te proberen en dan kun je al uit ervaring spreken!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Hij zei eigenlijk niet veel, maar wat hij zei, was diepzinnig, waar en inhoudrijk! Hij heeft toen ook in Jeruzalem een aantal zieken genezen. Toen het voorval echter, naar ik meen -voor Herodes kwam, die behoorlijk bang voor deze Jezus moet zijn, verdween de wonderdoener bij nacht en ontij plotseling uit Jeruzalem, en wij konden niet te weten komen waar hij was heengegaan. Naar Galiléa kan hij niet gegaan zijn rechtstreeks uit Jeruzalem, want dan zouden wij zeker direkt een bericht gekregen hebben, omdat wij veel spionnen achter hem aan gestuurd hebben.
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen Hij dit gehoord had, zei Hij: 'Deze boosaardige proef maakt dat Herodes nooit Mijn leerling zal worden! De aarde is groot, en ik zal nog wel een plaatsje weten te vinden waar de boze apostelen van Herodes Mij niet zullen vinden! Is de Zoon des mensen dan gekomen om dat, wat Hij is, te worden door gehuurde moordenaars? Nee, en eeuwig nee! Wie Mij met moordwerktuigen in de hand vraagt wie Ik ben, die zal in der eeuwigheid geen antwoord krijgen! Het is echter, ondanks dat, tijd dat wij hier weggaan, en laten we dus gaan en zien dat wij op vreemde bodem mensen voor ons winnen, die ook zonder moordwerktuigen tegen ons lichamelijke leven zullen geloven, dat wij zijn wat wij zijn!'
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Maar de woorden, die u, Essenen, aan het volk predikt, zijn puur leugen en bedrog, omdat u zelf niet gelooft wat u leert! U heeft namelijk een dubbele leer: één voor het volk en een heel andere voor uzelf. Van deze laatste beweert u onder elkaar dat die echt is, het volk mag daar echter niets van weten, omdat het in de veronderstelde leugen gelukkig en rustig moet blijven.
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...