Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 4 van 173

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] Ik zeg: 'Denkt u er zo over?! U matigt zich aan dat u alleen de zonden vergevende kracht zoudt bezitten, en u zegt daarbij dat hij alleen maar door de dood te genezen is. Ik zeg u echter: Opdat u zien en weten kunt dat de Zoon des mensen op aarde óók de macht heeft om de zonden te vergeven, zeg Ik nu in uw bijzijn tegen deze zieke: 'Sta op, neem je bed en ga volledig gezond en getroost naar huis! (Matth. 9:6)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De spreker zei: 'Vriend, als ze zoiets konden doen, dan was het óók een zaak voor priesters; maar omdat ze juist dat voor alle schatten der aarde niet tot stand kunnen brengen, zijn ze wel verplicht dat met een trots gezicht toe te geven en te zeggen: 'Het ligt niet op de weg van de priesters, die alleen maar voor de geest van de mens moeten zorgen! Ik vind het echter toch ook een geweldig geestelijke verzorging als een dokter aan een dood meisje de geest en de ziel teruggeeft. Vooral als zij volkomen dood is en voor onze ogen aan een kwade koorts is gestorven - dus aan iets kwaads waaraan nog nooit iemand half gestorven is!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar Ik neem aan dat u net zo goed als Ik en vele duizenden anderen weet, hoe de zaken in de tempel er nu voor staan, en ook dat u weet wat Mozes en de profeten allen geleerd hebben. Zij waren het waarachtigst vervuld met de zuivere en ware geest van God, en alleen deze geest sprak door hun mond! Hoe is het dan gesteld met uw geloof in God, nu u zo goedkoop Gods woord verwerpt en met brutale en hoogmoedige verwaandheid uw eigen slechte voorschriften aan het arme volk verkondigt als ingevingen van Gods geest?! Daarbij spoort u hen met alle verschrikkingen van de dood aan om uw voorschriften te volgen en te aanbidden!'
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Zelf wilt u God niet kennen; degenen echter, die nog op de goede weg zouden willen gaan, verspert u de weg met dood en verderf! Daarom zult u eens in het andere leven ook des te meer verdoemenis ondervinden!"Want allen, die u vervolgd hebt en nu nog steeds blijft vervolgen, zullen uw eeuwige rechters zijn!'
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als je echter zonder liefde en vertrouwen op God leeft en handelt, dan verander je het hemelse in je vrijwillig in het helse, je wendt je van God af en wordt dienaren van de hel, die je dan tenslotte ook het verdiende loon niet zal onthouden, namelijk de dood in de toorn van God!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Heer, U aan Wie niets onmogelijk is, kom met mij mee naar mijn huis en leg Uw wonderhand op haar, dan wordt ze zeker weer levend, net als het dochtertje van de schooloverste Jaïrus, dat ook helemaal dood was en levend geworden is! Ik smeek U mijn verhevenste vriend: Kom en bewijs mij deze genade!' (Matth. 9:18)
Hoofdstuk 127: De dood van de dochter van overste Cornelius. (5/6.12.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Wees gerust, Ik kom en zal doen waarom je Mij hebt gevraagd! Hoewel je dochter geheel dood en ook al koud is, zal Ik haar toch opwekken, opdat ze dan de heerlijkheid van God aan de arme mensen zal verkondigen! Laten we dus gaan!' (Matth. 9:19)
Hoofdstuk 127: De dood van de dochter van overste Cornelius. (5/6.12.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Toen begonnen de gehuurde lawaaimakers (natuurlijk voor geld, want zonder geld werd er voor niemand lawaai gemaakt!) Mij uit te lachen, en één van hen zei vertrouwelijk tegen Mij: 'Het zal u hier niet zo gemakkelijk lukken als bij Jaïrus! Bekijk haar maar eens wat beter en dan zult u als dokter wel dadelijk moeten toegeven, dat zij, volgens de leer van de beroemde oude Griekse arts Hippocrates, uiterlijk volkomen dood is, en wilt u dan beweren dat ze zou slapen!?'
Hoofdstuk 128: Kapérnaum. Opwekking van Cornelia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De overste ging naar haar toe en zei, vol opperste vreugde: 'Mijn zeer geliefde Cornelia! Je bent ziek geworden en je bent aan die kwaadaardige ziekte ook dood gegaan, je was dood en je zou reddeloos dood gebleven zijn, als deze waarlijk almachtige Heiland aller heilanden je niet met Zijn goddelijke kracht had opgewekt, net als Hij een paar dagen geleden ook het je wel bekende dochtertje van de schooloverste Jaïrus heeft opgewekt. Verheug je daarom weer over het schone leven en wees voortaan deze vriend der vrienden buitengewoon dankbaar, die de enige is, die je het verloren hoogste goed, het onbetaalbare leven, heeft teruggegeven!'
Hoofdstuk 128: Kapérnaum. Opwekking van Cornelia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het komt me nu buitengewoon vreemd voor dat ik dus, zoals uit dit bed blijkt, in alle ernst voor deze wereld dood was en toch in de droom heb doorgeleefd. En nog vreemder is het, dat die heerlijke vriend die in de droom naar mij toe kwam, hier nu net zo is, als ik hem in de droom heb gezien.
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dan zegt Cornelius: ' Als dat zo is, dan mag je van mij boven alles van deze vriend houden, want degene die jou, terwijl je dood was, door zijn kracht en macht het leven kon geven, zal je nooit kwaad kunnen doen; want als je weer zou sterven, dan zou hij je zeker het leven weer teruggeven! Dus mag je Hem gerust boven alles liefhebben, zoals ik Hem ook uit de grond van mijn hart lief heb!'
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] In hun grote angst zagen de Farizeeën nu wel in, dat niemand medelijden met hen had en een goed woordje voor hen wilde doen bij de overste, die over geheel Galiléa het Romeinse, meestal onverbiddelijke, scherprecht uitoefende. Ze vielen daarom, bij elkaar zo'n dertig man, voor de overste op de knieën, zwoeren dat ze het echt zo kwaad niet hadden gemeend met hun eerdere opmerkingen tegen Jezus, en dat ze daarmee alleen maar op een wat indringender manier duidelijk hadden willen maken, dat de onmiskenbare kracht van God in Jezus, de Meester van alle Meesters, ook de opperste van de duivels aan zich dienstbaar kan maken en moet maken; want het zou toch erg droevig voor de mensen zijn, als God geen macht over de duivel zou hebben. Daar in Jezus zonder de geringste twijfel de allerhoogste macht en kracht van God aanwezig was, moest deze zowel over alle duivels als over alle engelen macht hebben en hen zonder uitzondering tot absolute gehoorzaamheid kunnen dwingen! 'Wij wilden daarom met het gezegde, dat hij die duivels met behulp van hun aanvoerder uitdreef, alleen maar zeggen, dat zijn kracht van God sterker is dan alles, wat in de hemel, op de aarde en onder de aarde is. Als u nu begrijpt, hoge gebieder van Rome, dat wij alleen maar dit en beslist niets anders hebben bedoeld met wat we zeiden, en dat we daarvoor ter dood zijn veroordeeld, hoe is het dan mogelijk, dat u ons zo hebt kunnen veroordelen? Wij vragen u daarom in de naam van de goddelijke Meester Jezus, of u zeer genadig uw uitgesproken oordeel weer in wilt trekken!'
Hoofdstuk 131: De genezing van de bezeten doofstomme man. (12/13.12.1851) In het Galilese hongerdorpje. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Want het aardse leven geeft de geest geen leven en ook geen vrijheid, maar de dood; de aardse dood is echter de overgang van de geest naar het eeuwige leven en de daarbij behorende ware eeuwige vrijheid.
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Veertig jaar liet Jehova de te slecht geworden Joden ellendig smachten in de Babylonische gevangenschap, ze werden behandeld als de slechtste lastdieren en gevoerd met het voer van de varkens en de honden; de bekoorlijke dochters van de Joden zijn onder geseling en allerlei martelingen door de overmoedige Babyloniërs dag en nacht verkracht tot de dood volgde, net als de knapen en jongelingen, die eerst gecastreerd werden! Ga en vraag alle hoge en trotse Joden hoeveel beter ze door die les zijn geworden!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg jullie: Het zal gebeuren, en het moet gebeuren, dat ter wille van Mijn naam de ene broeder de andere zal overleveren aan de dood, en dat zal ook de vader met zijn zoon doen, en de kinderen zullen tegen hun ouders opstaan en hen de dood indrijven! (Matth. 10:21) Maar jullie moeten door iedereen van de eigenlijke wereld, zoals die thans is, gehaat worden ter wille van Mijn naam!
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...